Uit stapelwolkjes groeit onweer

(Van onze weerkundige medewerker)

De gevaarlijke tijd is weer aangebroken. We bedoelen het jaargetijde, waarin elektrische vonken van wolk tot wolk en van de wolk naar de aarde of omgekeerd overspringen. Reeds zijn de eerste onweersbuien gesignaleerd, maar werkelijk „zwaar weer" is nog nergens voorgekomen. Dat ook verspreid onweer gevaarlijk kan zijn bleek j.1. zaterdag, toen in Apeldoorn een 52-jarige heer, die zich met beide handen aan een prikkeldraadafrastering beet hield, door een van de weinige bliksemstralen dodelijk getroffen werd. Het gemiddelde aantal onweersdagen,

Het gemiddelde aantal onweersdagen, gerekend over het gehele land, bedraagt in januari en februari 0. Vanaf maart volgt het een opgaande lijn. Maart heeft namelijk 1 onweersdag, april 2, mei 4, juni 5. In juli en augustus blijft dit cijfers ongewijzigd om in september terug te vallen op 3. Dit jaar leverde februari op 3 dagen onweer op. In maart onweerde het 5 dagen ergens in het land tegen 5 normaal en in april op 7 dagen tegen op 9 dagen normaal. Of er in de komende maanden veel

Of er in de komende maanden veel onweer zal voorkomen hangt voor een groot deel af van de verticale temperatuurverhoudmgen in de atmosfeer.

Hoe groter het verschil is tussen de temperatuur aan de grond en die in de hogere luchtlagen, hoe groter de kans op onweer is. De lucht geraakt dan gemakkelijk in een stijgende beweging Zijn de opstijgende stromingen zeer sterk en heeft de vorming van een onweerswolk in een snel tempo plaats dan is hagelval waarschijnlijk, vooropgesteld, dat de lucht niet te droog is. In de tweede helft van vorige week kwam het bij enkele lokale buien nog tot hagelval en bij het noodweer van 13 mei in Zuid-Limburg kwam het daor ook tot zware hagelval.

Zware neerslag behoeft op zichzelf geen verband te houden met onweersverschijnselen. Vorige zomer beleefden we het enkele malen, dat er zware gietbuien uitregenden, waarbij er in een middag 30 tot 50 mm. water viel. Onweer werd niet gehoord. Klaarblijkelijk waren de stromingen in de regenwolken niet sterk genoeg voor elektriciteitsopwekking en ontstond de condensatie door een geleidelijke optilling van de vochtige luchtmassa's.

De aanwezigheid van veel vocht zegt niet alles betreffende het voorkomen van onweer.

Om enig inzicht te krijgen in het mechanisme, dat tot de vorming van bliksemontladingen leidt (althans van de buitenkant) is het goed, aandacht te besteden aan de wordingsgeschiedenis van de buienwolk. Wie zijn ogen de kost geeft, zal opmerken, dat er zich vóór de eerste ontlading plaats heeft boeiende ontwikkelingen afspelen. Uit een aanvankelijk onschuldig uitziend opbollend wolkje vormt zich een toren, die geleidelijk uitgroeit tot een complex van torens en torentjes. Hebben eenmaal de hoogste toppen het ijskiemniveau bereikt — op die hoogte gaat de waterdamp over in ijs — dan duurt het niet lang meer of het spel en regen en onweer begint. De vallende neerslag heeft enige tijd nodig om de grond te bereiken. Voordat de watermassa's (de ijsdeeltjes smelten tijdens het vallen tot water) de grond hebben bereikt, kan men in veel gevallen nog onder de wolk doorkijken; daarna vormt zich een van minuut tot minuut in dichtheid toenemend gordijn, dat ontstaat uit afzonderlijke valstrepen.

Bovenstaande beschrijving heeft betrekking op een min of meer geïsoleerde buicnv/olk of comulonimbus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen