�Een handvol koren"
„Is er een handvol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon."
Psalm 72 is de Konings- en kroningspsalm.
Het lied, dat David op de grens van tijd en eeuwigheid gedicht heeft t.b.v. zijn zoon Salomo.
Het is opmerkelijk, dat dit lied ons telkens weer de geweldige tegenstellingen te zien geeft, die er zijn tussen de koning en zijn onderdanen.
Wanneer het over de koning gaat, dan Imdt het:
Hij is als een regen op het nagras. Hij zal heersen van de zee tot aan de zee en van de rivier tot aan de einden der aarde. De ingezetenen van dorre plaatsen
De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen en zijn vijanden zullen het stof lekken.
De koningen van Tharsis zullen geschenken aanvoeren.
Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid en alle vijanden zullen hem welgelukzalig roemen.
Het is dus al heerlijkheid en majesteit wat we van hem horen. En het is duidelijk, dat hier dóór Salomo heen, gezien wordt op de grote Davindszoon Jezus Christus.
Wanneer het nu echter gaat over de inwoners van zijn rijk, dan spreekt deze psalm over hen als: ellendigen-nooddruftigen-armen-inwoners van dorre plaatsen-heidenen en die geen helper hebben.
Hieruit blijkt dus, dat hoe hoog en verheven de koning ook is, hij zich niet schaamt om koning te zijn van een volk waaraan geen enkele heerlijkheid te bekennen valt. Waar hij, mag ik het zo zeggen: heus niet zo erg mee voor de dag kan komen. Integendeel, een groep mensen waar
Integendeel, een groep mensen waar menig aards koning de neus voor zou ophalen en zou weigeren om over zo'n stelletje stakkers en stumpers koning te zijn.
De Heere Jezus wil dat wèl. Dat is de machtige troost van de Evangelieboodschap. Hij wil zich wenden tot geestelijk- en lichamelijk onvolwaardigen. Hij is immers de machtige om juist met het kleine en geringe zulke grote daden te doen.
Dit wil onze tekst ons zo duidelijk zeggen. Het gebergte de Libanon, was met
Het gebergte de Libanon, was met prachtige wouden, het meest bestaande uit cederbomen, begroeid. Wanneer de wind nu opstak en de kruinen dier woudreuzen beroerde, ontstond er een machtig geruis. Een stem, als van vele wateren. Dat geruis van de Libanon is een beeld van de wonderen van genade, die Christus zowel in het rijk der natuur als dat der genade verricht. Wie een handvol koren uitzaaide op
Wie een handvol koren uitzaaide op de hoogte der bergen, waar het altijd zo slecht wilde groeien, zou er een halmen veld uit zien opkomen, ruisend als de Libanon. Uit een nietig begin, een volheerlijke
Uit een nietig begin, een volheerlijke oogst. Ziedaar de gang in het koninkrijk Gods.
Gods Zoon ligt als een hulpeloos kind in de kribbe van Bethlehem. Hij hangt als een machteloos gebondene aan het kruis "van Golgotha. Wie had kunnen denken dat deze zwakheid, de sterkte van het rijk der duisternis beschamen zou? Wie kon vermoeden, dat uit dit stervend tarwegraan een gemeente zou opbloeien zó groot in getal, dat de stem der aanbidding als een stormgeruis zou ruisen door de toppen van de Libanon? Twaalf apostelen worden als een
Twaalf apostelen worden als een handvol koren uitgestrooid op de toppen der bergen, over een wereld die niets scheen te beloven. Wie had toen durven voorspellen, dat de vrucht daarvan gezien zou worden tot aan het einde der dagen en op alle plaatsen der aarde I
Een nietig begin, een heerlijk einde. Een zwakke aanvang, een rijke oogst. Dit geldt nu evenzeer voor het persoonlijke leven.
Niemand verachte de dag der kleine dingen. Kleine dingen zijn grote dingen in Gods oog, dat anders ziet dan het onze.
Het eerste gebed, dat stamelend wordt opgezonden, de onhoorbare zucht des geloofs, de traan van het oprechte berouw over de zonde, dat mag naar onze schatting even weinig tellen als een handvol koren, maar omdat het het werk van de grote Koning zelf is, die het gewrocht heeft, hoort Hij er de^ klank in van de volle oogst. Het zwakke is de profetie van het machtige. Het nietige is de kiem van het geweldige. Ook nu nog is de gemeente des
Ook nu nog is de gemeente des Heeren een groepje struikelende zondaars. Maar zij zal uitgroeien. Zij zal uitgroeien tot een machtige, ontelbare schare, die in het smetteloos wit gekleed, hun machtigste lofstem zal opheffen voor de troon van God en het Lam, dat hen kocht mij Zijn dierbaar bloed.
En dat lied zal zijn als het ruisen, het geweldige ruisen van de wind door de toppen van Libanons reuzen. Is er op het land een handvol koren
Is er op het land een handvol koren op de toppen der bergen, het geruis daarvan zal zijn als de Libanon. Zult gij uw stem met aller lofzang paren?
Dirksland. C. J. Kesting.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1960
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1960
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's