Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe Tonge bestaat 500 jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Tonge bestaat 500 jaar

5 minuten leestijd

In de loop van het jaar 1961 zal de gemeente Nieuwe Tonge haar 500-jarig bestaan herdenken. Het was niet zo gemakkelijk om het beginpunt van de wording van deze gemeente op te diepen; vast staat echter dat de uitgifte van de bedijking van de polder HET NOORDLAND waarin Nieuwe Tonge is gelegen, door de heren van Grjjsoord plaats had op 31 december 1460. Deze uitgifte is dus morgen — oudejaar 1960 — precies 500 jaar geleden, waarom wij het de moeite waard achten er in dit oudejaarsnummer een ogenblik bij stil te staan en iets uit het verleden van Nieuwe Tonge naar voren te brengen.

Het is met het zo-veel-jarige bestaan van een stad of een dorp anders dan met het jubileum van een bedrijf of een winkel; wanneer men bij het laatste teruggaat naar het jaar van oprichting was er tenminste al iets. Vijfhonderd jaar geleden bestond ons eiland uit een aantal schorren en platen en er was nog maar heel weinig bedijkt.

Nieuwe Tonge zelf was er dus nog niet; het lag tussen de Vier Hernessen en Grijsoord in en men moet het' zich voorstellen dat het „Noordlant” een slik of schor was, dat bij een hoge vloed nog wel onder water liep, maar toch rijp werd voor bedijking. Het Oudeland van Oude Tonge (Grijsoord) was al bedijkt in 1438; het Zuiderland in 1447 met een deel van ’t Noordlant, dat onder Oude Tonge behoorde en de polder Battenoord in 1455. Het beginpunt moet dus in 1461 gezocht; in deel X1 De Waterkeeringen, Waterschappen en Polders van Zuid-Holland door Jhr. L. F. Teixeira de Mattos, kan men op blz. 238 vinden, dat in 1461 „de nieuwe polder werd aangewonnen”. Van toen af zijn er de eerste bewoners gekomen. * ♦ ♦

* ♦ ♦ „De Tonge” of het gors (waarin Nieuwe Tonge is gevestigd) maakte deel uit van de Ambachtsheerlijkheid Grijsoord, welke heerlijkheid reeds in 1284 bekend was blijkens de confirmatiebrief, volgens welke Graaf Floris V Dirksland en Grijsoord heeft verkocht aan Aalbrecht, Heer van Voorne en Burggraaf van Zeeland. In een handschrift uit het jaar 1413 is te vinden, dat Hertog Jan van Beieren met de Korthuizers van Zeelhem buiten Diest, die ook een deel in de landerijen en gorzen hadden, het met de Reguliere Kannuniken van Rugge, bij wisseling of koop, eens geworden is „van al sulcke sestendeel, als si hadden wier Gorshure en Leyscat van Dirkxland, Grijsoord, Duvenwaard en Breemscat.

Eerste eigenaars en bedijkers

De 17e februari 1420 is door Hertog Jan van Beieren, als heer van Voorne, voor zich, zijn erven en nakomelingen verkocht aan Pieter van Steenhuis Bartelmeeusz. en anderen, hun erven en nakomelingen”, tot een eigen vrijen, erfelijk ende eeuw^lijk te hebben en te besitten, alle sulke gorzen, landen en slikken, geheeten Grysoort, Duivenwaarde, Die Tonge, Huygevliet, Hellebremsgat ende Battenoord en alle, hoe die ook genoemd mogen wezen, als gelegen zijn tusschen deze bepalingen en werken, te weten: „Hondslee, noordoostwaart; of dat Heydiep van Boomen zuidwaart af; dat Heydiep van Grevelingen zuidwestwaard af; Wellevliet ende die van Vreien noordwaart af, met anders alle toebehooren, al soo groot en al soo kleine, als die daar nu gelegen zijn of hiernamaals worden mogen, om daaraf te bedijken, als ’t hem geneugt, al so veel als hem nutte en oorbaar zal dunken, tot een coorenland ende tot eenen moere lande tot synen oorbaar en profyte. Des sal hij in de voornoemde moeren, mogen moeren en de deeren, ofte verkoopen te moeren, of men ’t daarinne vonde, al soovele als hem geneugen sal.”

De rechten werden dus tamelijk precies omschreven; ter verduidelijking diene dat „moeren” betekent het steken van derrie (darrinkdelven) welk veen verbrand werd om zout te winnen.

„Voorts sal hy en syne nackomelin-gen hierinne hebben ende behouden ambachte en ambachtsgevolge: tienden, moolen, visserijen, vogelrijen, giften van kerke ende met anders alle syne toebehooren, hoe dat ook genoemt mag wesen, met alle boeten tot 7 schellingen toe en van alle breuken en forfaiten boven 7 schellingen, daar sullen wij d’eene helft af hebben en Pieter voorschreven die andere helft, onder voorwaarde van een jaarlijksche erfpacht van 173 Engelsche nobels, van 36 stukken in het mark. Ende Pieter voorschreven sal daarinne setten ende ontsetten, al so dicke, als ’t hem geheugen ende oorbaar sal duneken, schouten, schepenen, dykgraven ende alle re-gteren, omme dese voorsz. landen mede te dienen en te bewaren na rechten ende costuymen des lands van den Ouden Hoorn behoudenlijk om daarinne te hebben ende te behouden onze hooge heerlijkheid enz. Gegeven in den Briel, op den seventiendsten dag in Februario in het jaar onzes Heeren duizend vier honderd en twintig, na den loop van onzen hoef.” (Boers blz. 180)

Bestuur en rechtspleging

Wat de vroegere wijze van bestuur en rechtspleging betreft, de heerlijkheid had een hogere, middelbare en lage jurisdictie. De hoge behoorde aan de Staten van Holland en West Friesland, dit was de hoogste macht des lands. De baljuw van de Heerlijkheid werd dan ook door de Staten aangesteld. Hij was steeds dezelfde als de baljuw van Voorne maar met een bijzondere last. De baljuw van Voorne bediende deze hoge jurisdictie door een stedehouder of substituut-baljuw, die in de Heerlijkheid woonde.

De rechtbank was in Oude Tonge gevestigd; deze bestond uit zeven leden, mannen crimineel genoemd. De middelbare jurisdictie had maar één rechtbank (zoals gezegd te Oude Tonge) doch er waren twee baljuws, één voor Oude- en één voor Nieuwe Tonge, die ieder in hun eigen plaats resideerden. Zij bestond uit zeven leden; vijf uit Oude- en twee uit Nieuwe Tonge en ze werden genoemd „mannen der middelbare jurisdictie van Grijsoord”. De baljuws legden de eed af in handen van de rentmeester der heren en vrouwen van de Heerlijkheid en de mannen, ieder in zijn plaats, in handen van de baljuw zijner fungeerde. Wanneer in rechtbank waarin hij Oude Tonge een zaak

Wanneer in voorviel, deze jurisdictie betreffende, moesten de 5 mannen van Oude Tonge en de twee van Nieuwe Tonge de vierschaar spannen, in welk geval de president der mannen, de funktie van secretaris waarnam. Oude Tonge een zaak

De lage jurisdictie werd bediend door twee schouten; één voor Oude en één voor Nieuwe Tonge; ook door twee afzonderlijke colleges van schepenen, beide bestaande uit zeven leden. Deze allen ontvingen hun aanstelling door de Ambachtsheren en Vrouwen van Grijsoord. Alle overtredingen werden ter eerste instantie gebracht voor de rechtbank der middelbare jurisdictie; deze instrueerde de zaak, en wanneer bevonden werd dat de overtreding „aan den lijve” strafbaar was, werden alle processtukken, bij request aan mannen van hoge jurisdictie verzonden, met verzoek om de overtreder over te nemen, welke overname bij voldoende redenen volgde en de overtreder door hun werd terechtgesteld. De hoogste straffen die de middelbare jurisdictie kon geven waren kaakzetting en verbanning.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1960

Eilanden-Nieuws | 26 Pagina's

Nieuwe Tonge bestaat 500 jaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1960

Eilanden-Nieuws | 26 Pagina's