Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de 300ste geboortedag van Bernardus Smytegelt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de 300ste geboortedag van Bernardus Smytegelt

6 minuten leestijd

Op 20 augustus a.s. is het 300 jaar geleden dat Bernardus Smytegelt werd geboren. Er zal wel geeni officieel gedenkboek over hem verschijnen; er zal ook wel geen tentoonstelling aan hem worden gewyd. Het zou weinig in de lijn van Smytegelt liggen, hem te maken tot object van Gereformeerde heldenverering. Anderzijds mogen we daiükbaar zijn voor het goede dat God in deze gemoedelijke volksprediker en veelgelezen „oude schrijver" aan Zijn Kerk heeft geschonken. „Een Zeeuw onder de Zeeuvi^en" is Smytegelt 'Vaak genoemd. De bevolking van de eilanden, waar zijn invloed groot geweest is, mogen bij zijn 300ste geboortedag in een vluchtige schets van zijn leven en werk aan zijn betekenis worden herinnerd.

Het geslacht Smytegrelt

De familie Smytegelt was afkomstig van het eiland Tholen. In de Grote Kerk van Tholen bevindt zich het graf van burgemeester Cornells Jacob Smytegelt, overleden in 1542. Van het stadje aan de Eendracht zijn de Smytegelts over heel Zeeland verspreid, vooral naar Goes en Middelburg.

Om een legende uit de wereld te helpen: de naam Smytegelt herinnert niet aan een verre voorvader, die z'n goeie geld over de balk gooide, zoals weleens wordt beweerd. Het familiewapen vertoont een boer, die met een stuk hout naar een „geit" (= varken) smijt. Waarschijnlijk hebben de Smytegelts dus boerenbloed in hun aderen gehad.

De familie Smytegelt heeft ook enkele predikanten aan de kerk geschonken. Een oom van Bernard, Pieter Smytegelt was van 1680 tot 1697 predikant te Middelburg. Een neef van Bernard (zoon van zijn broer) Marinus Smytegelt, was van 1722 tot 1728 predikant te Borssele, waar hij op 28-jarige leeftijd overleed. Diens zwager, Ludovicus de Camps, gehuwd met Anna Smytegelt overleed eveneens op jeugdige leeftijd in 1727 als predikant te St. Maartensdijk.

Jeugd- en studiejaren

Op 20 augustus 1665, het rampjaar van de Tweede Engelse Oorlog, werd Bernardus Smytegelt te Goes geboren, als tweede zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader Marinus Smytegelt. De vader was boekhandelaar, de moeder, Anna Lambrechtsen wordt als „zeer ontwikkeld en zeer vroom" beschreven, zij was volgens degenen die haar van nabij kenden „een juweel in de genade". Reeds vóór zijn geboorte had zij, evenals Hanna, haar zoon bestemd voor de dienst des Heeren. Zo leerde Bernard reeds in zijn jeugd de Heere vrezen en kon hij later weinig over zijn bekering vertellen. Tot troost van hen, die ook niet wisten van een „eertijds" zei hij vaak: „ik weet van mijn verandering ook niet, dat is al in mijn kindsheid geschied".

Smytegelt bezocht de Latijnse school in Goes en daarna de Universiteit van Utrecht. Met name de colleges van de hoogleraren Leydekker en Witsius heeft hij ingedronken als water. Vooral voor Witsius had hij grote waardering, hij zei later nog dikwijls: „Die man kan niet recht beschreven of geacht worden dan door hen, die hem van nabij gekend hebben." Omgekeerd had Witsius waardering voor de student Smytegelt. Er wordt nog verteld dat Bernard op kamers woonde samen met een student, die nogal een vrolijk leventje leidde. Toen hij zich daarover bij professor Witsius • beklaagde, verklaarde deze te hopen dat van hem (Bernard) een gunstige invloed op zijn kamergenoot zou uitgaan!

Predikant te Borssele

In 1687 verliet Smytegelt de Domstad om voor de Classis Zuid-Beveland praeparatoir examen te doen. Daarna stelde hij zich beroepbaar. Helaas.. er was zulk een overvloed van candidaten, dat geen enkele gemeente zijn dienst begeerde. Twee jaar Jang stond hij, naar zijn eigen woorden „ledig aan de markt". Reeds was hij besloten, in een vlaag van moedeloosheid, naar Engeland te gaan om daar predikant te worden, toen de schoolmeester van Borssele op 12 april 1689 hem het beroep van deze gemeente kwam overhandigen. Smytegelt nam het terstond aan en deed op 20 mei d.a.v. intrede met 2 Cor. 4:7: „Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht Godes zij en niet uit ons". Smytegelt heeft in Borssele een paar rustige en niet ongezegende jaren doorgebracht. Hij heeft er als predikant van nauwelijks 25 jaar veel geleerd van een oude geoefende Christin. Een moeilijk» 'gemeente was Borssele «iet. De acta van de kerkeraad vermelden de „gewone" censuurgevallen: dronkenschap, burenruzies, familietwisten, enz. Later sprak hij steeds met liefde over Borssele.

Nogslechtstwee-en-een-halfjaar was Smytegelt in Borssele, toen hij een beroep ontving naar Voorburg. De ijsgang stagneerde de zaak en in die tussentijd werd hij ook beroepen in zijn geboorteplaats Goes. Hij nam dit aan en bedankte voor Voorburg. Op 26 mei 1692 preekte hij afscheid van Borssele.

— Predikant te Goes

Dat een profeet geen eer heeft in zijn vaderland heeft Smytegelt in Goes niet ondervonden. Hij werd er op de handen gedragen en zijn prediking trok scharen mensen, ook uit de omliggende plaatsen. Men zei met het oog op zijn prediking en die van Carolus Tuinman: „Het is alsof de dagen van Witsius en van Barensonius zijn teruggekeerd". Hij was nog slechts kort in Goes, toen er een politiek conflict losbarstte tussen de stadhoudersgezinde partij en die van de regenten. De leiders van deze laatste groep kwamen na een oproer dat op revolutie geleek in de gevangenis terecht.

Smytegelt heeft in dit conflict een uitnemende rol gespeeld. Hoewel zelf oranjegezind en dus aan de kant van de stadhouder staande, ging hij persoonlijk bij Willem III voor de burgemeester Westerwij k pleiten, en na diens arrestatie bezocht hij hem vele malen in de gevangenis! Een staaltje van tact en tegelijk van zielszorg!

Predikant te Middelburg

Ns een tweejarige ambtsperiode in Goes werd Smytegelt op 15 augustus beroepen naar Middelburg. Als jong predikant, nog geen 30 jaar oud, ging hij erheen, op 70-jarige leeftijd zou hij er met emeritaat gaan. Hij werd er op 16 januari 1695 bevestigd door zijn oom Pieter Smytegelt, tegelijk met Ds. Jacob van Strijen. De bevestigingstekst was Jes. 30 : 20: „Uwe, ogen zullen uwe leraars zien,". Smytegelt deed' intrede met Hand. 10 : 33. Een groot aantal predikanten heeft Smytegelt in die 40 Middelburgse jaren zien komen en gaan. De gemeente beschikte over 5 kerkgebouwen met 12 predikanten. Van zijn collega's noemen we: Jacob van Strijen (1694-1698); Jaco

Jacob van Strijen (1694-1698); Jacobus Fruytier (1695-1700); Jacobus Leydekker (1698-1729); Petrus Immens (1698-1720); Carolus Tuinman (1699- 1728); Johannes van Aalst (1705-1712); Jacobus Willemsen (1728-1774) Gedurende de ambtsperiode van Smyte

Gedurende de ambtsperiode van Smytegelt in Middelburg zijn er heeLwat stormen over de gemeente gegaan. De Classis Walcheren moest vaak waakzaam zijn tegen allerlei dwaalleer. In die strijd zien we Smytegelt zelden op de voorgrond treden, zijn kracht lag in de prediking en het pastoraat. De band aan Middelburg werd zo hecht dat hij voor beroepen, naar Rotterdam en Utrecht bedankte. Naast veel waardering ondervond Smytegelt ook vijandschap. Na zijn dood merkte De Beveren, zijn opvolger op: „Hebt gij er lust in, kwaad van hem te spreken? Gij zijt de eerste niet". Smytegelt zelf wist de vijandschap ook met een Christelijk geduld te dragen, hij zei weleens: „Wilt ge ons niet horen? Hoort dan onze medebroeders. Wij wensen u daar veel zegen onder."

Emeritaat en dood.

De laatste jaren van zijn ambtsperiode werd Smytegelt door vreselijke pijnen bezocht, waardoor hij zich genoodzaakt zag, emeritaat aan te vragen. Het werd hem eervol verleend op 9 mei 1735. In zijn plaats werd beroepen Ds. A. W. de Beveren uit Naarden, met wie de oude dienaar nog intiem bevriend werd. In de zomer nam hij voor hem nog weleens een beurt waar, bij voorkeur een doopdienst.

Het was ook De Beveren^ die hem in zijn laatste uren bijstond. Zijn, laatste woorden waren: „De tijd mijner ontbinding is aanstaande. Ik sterf in den gelove". Op 6 mei 1739 ontsliep hij, op 12 mei werd hij in de Oude Kerk begraven. De Beveren hield de rouwpreek over 2 Kon. 2 : 11-12 „Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren".

ir -k -k In een slotartikel willen we nog stilstaan bij Smytegelt's werken, betekenis en invloed. W.'^.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 augustus 1965

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Bij de 300ste geboortedag van Bernardus Smytegelt

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 augustus 1965

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's