Meditatie
DE VLUCHT NAAR EGYPTE. Hö dan opgestaan zijt *•»• "lanri het Kindeke en Zijne moeder t«t zich in de nacht, en vertiok naar Egypte, en was aldaar tot de dood van Herodes; opdat vervuld zou worden hetgeen van de Heere gesproken is door de profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. Matt. 2 : 14, 15. II
Elke weg, die Christus gegaan is, is Hij als Borg voor de Zijnen gegaan. Elke stap op de aarde is een Borgtochtelijke stap. Daarom is ook Zijn gaan naar Egypte voor de kerk zo troostvol, want als de tijd daar is, dat de Heere de Zijnen naar Egypte zendt, dan zal Hij hen ook daarin onderwijzen, dat zij daarin de voetstappen van Christus mogen drukken. Christus is er geweest en Hij is er met Zijn kerk. In al de benauwdheden der Zijnen is Hij mede benauwd. In Egypte wordt de Kerk verdrukt, vervolgd, benauwd, beangst, maar ook vertroost, omdat Christus er eerst was. Daaraan zullen zij ook daar bewaard blijven. Niet altijd zullen zij in Egypte zijn. De Heere heeft tot Jozef gezegd: Wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal. De Heere maakt niet vooraf bekend, hoelang het duren zal, maar wel laat Hij weten, dat er ook weer een eind aan dit lijden en aan deze verdrukking komen zal. Geen ogenblik langer kan het zelfs duren, dan God in Zijn wijze Raad bepaald heeft. Hoe is nu voor ons het licht der openbaring het vertoeven in Egypte een wijs bestel des Heeren. Zo is het voor allen, die nu nog in Egypte vertoeven moeten. In de leerschool van het lijden zal de Heere Zijn kerk oefenen. Hij bereidt hen tot het lijden. Zie hoe groot de zorg des Heeren is. Aleer Christus naar Egypte gaat zijn de Wijzen uit het Oosten er geweest. Zij hebben goud en wierook en mirre aan de voeten van Christus neergelegd en dat goud en al die gaven moesten Hem in Egypte dienen en op de weg daarheen. God bereidt een plaats in Egypte en het schijnt een raadselachtige weg, maar het is de trouwe zorg des Heeren over Zijn werk, die daarin openbaar wordt. Hoe zijn wij dikwijls gereed om te klagen over het Godsbestuur; om te twisten met de Heere over Zijn han delingen; om Zijn wijsheid en liefde te verdenken, maar hoe leert dan dit gebeuren ons niet dat God zelfs in het lijden de Zijnen een burcht beschikt om hen te bewaren tegen zovele gevaren, die hen kunnen bedreigen.
De tijd van het lijden is echter door de Heere bepaald. De uren zijn door' Hem geteld en weldra zal het ogenblik er zijn, dat Hij weer uit Egypte roepen zal. Eenmaal deed Hij Israël uit Egypte weerkeren. Zijn eigen Zoon keerde uit de versmaadheid in Egypte weder, maar ook al de Zijnen zullen door Hem wedergehaald worden, wanneer Hij het nodig en nuttig acht. Maar zolang als het Hem goeddunkt zullen zij er moeten vertoeven. Israël heeft er jaren gewoond, toen het bij de tichelovens de smaad der drijvers ervaren moest. Het was geen toom en geen bitterheid des Heeren, die er hen deed verblijven, maar wijs bestel. Ook bij de tichelovens heeft Hij het hen aan niets doen ontbreken, want Christus was ook bij de tichelovens der verdrukking. Hij was tot het nut van Zijn gemeente, opdat door Zijn kracht ook daar Zijn gemeente zou kunnen leven en daar ondervinden dat zelfs in de grootste smarten de Heere hun een vertroosting beschikt.
Wees er op voorbereid, dat ge ook in Egypte komen moet, want alzo doet het de Heere. Misschien moogt ge nu nog smaken de kracht van Gods gunstrijke genade in blijdschap en vreugde, maar misschien ook zal de komende nacht u naar Egypte voeren. Soms plotseling, omkerende de beleving des harten, gaat de kerk de verdrukking in, maar weet dan dat ook uw Egypte een zoete plaats kan zijn, omdat Jezus er om uwentwille ook vertoefd heeft. Hij was er, opdat gij in Egypte zoudt proeven en smaken, dat de Heere getrouw is en opdat Hij de medelijdende Hogepriester zijn ka^n, die in alles kan te hulpe komen. Dat ge dan ook in het Egypte der beproeving ondervinden moogt:
Gods rechterhand is hoog verheven, Des Heeren sterke rechterhand Doet door haar daan de wereld beven, Houdt door haar kracht Gods volk in stand. Uk zal door 's vijands zwaard niet
Uk zal door 's vijands zwaard niet sterven, Maar leven en des Heeren daan. Waardoor wij zoveel heil verwerven, Elk, tot Zijn eer, doen gadeslaan.
Rotterdam (C.) Ds. A. Vergunst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's