Het beleg van Middelburg (2)
Zeeuwse wandelingen
Honger en pest in de stad
Uit de verhalen die we wel eens gelezen hebben over het leven in een belegerde stad, weten we ongeveer hoe daar de toestand was. De belegeringen van Haarlem, Alkmaar en Leiden, die in dezelfde tijd vielen als die van Middelburg, spreken van honger, ziekte en dood. Deze lugubere woorden stonden ook met dikke letters in het woordenboek van de Middelburgse burgers en van de Spaanse soldaten. Natuurlijk nam de overheid maatregelen om de ellende wat te temperen. Helpen deed het maar een klein beetje en de ordonnantiën moesten telkens opnieuw uitgevaardigd worden. Hoe langer het beleg duurde, des te
Hoe langer het beleg duurde, des te moeilijker w^erd het om eten binnen de stad te brengen. De geuzenvloot beschikte tenslotte over meer dan 100 schepen, die de vijand bestookten. Vanuit Antwerpen zijn verscheidene pogingen gedaan om de stad te ontzetten en tegelijk het nodige voedsel binnen te brengen. Ze zijn niet gelukt. Toen in augustus 1573 Mondragon bij
Toen in augustus 1573 Mondragon bij Vrouwenpolder landde om het bevel over de stad op zich te nemen, bracht hij ook voor een paar maanden leeftocht mee. Juist was toen Rammekens veroverd (zie vorig artikel), zodat de aanvoer door de haven van Middelburg uitgesloten was. Toch was het een maand vóór de overgave nog gelukt aan een zekere Hans Kok met een klein scheepje tot Middelburg door te dringen. De volgende dag slaagde hij er warempel nog in terug te varen ook. Het was een dapper stukje, maar wat de voedselvoorziening betreft naturlijk een druppel op een gloeiende plaat. Evenals de 436 zakken tarwe die een maand eerder vanuit Goes naar hier werden gebracht, de waakzaamheid van de wachtschepen der Geuzen ten spijt. Voor 1 a 2 weken eten, wat betekende dat nu? Distributie
Distributie Door allerlei bepalingen trachtte men
Door allerlei bepalingen trachtte men zich zo goed mogelijk te helpen. Uitvoer van levensmiddelen was vanzelf verboden. Evenals het hamsteren: niemand mocht groter voorraad in huis hebben dan voor een paar dagen voor eigen gebruik noodzakelijk was. Bij verdachte personen werden huiszoekingen gedaan om te zien of men zich aan de voorschriften hield. De slagers, bakkers en brouwers moesten hun waren tegen vastgestelde prijzen verkopen. Op 12 mei 1573 werd een vrouw ge
Op 12 mei 1573 werd een vrouw gegeseld en voor een jaar uit de stad verbannen, omdat ze een pond boter voor 12 stuivers had verkocht, terwijl de vastgestelde prijs 7 stuivers per pond was. Toen het nog meer ging nijpen, moch
Toen het nog meer ging nijpen, mochten de bakkers geen witbrood meer bakken. Nog later moest het meel vermengd worden met lijnzaadmeel. De slagers gingen bij gebrek aan rundvlees paardenvlees verkopen.
Het zou nog erger worden. Tenslotte was er geen tarwe- of roggemeel meer en at men niet anders dan lijnzaadkoeken. De enkele magere paarden waren al spoedig op.
Wie beslist vlees wilde eten, nam zijn toevlucht tot honden, katten, ratten en muizen. Zoals het opschrift op een vierkante noodmunt luidde: „Toen ik was geslegen
„Toen ik was geslegen was Middelburg belegen, zodat het volk at van hongerswegen paarden, honden, huiden door nood, katten, ratten en lijnzaadwafels voor brood."
Een schrijver beweert zelfs, dat de ratten de stad uitzwommen, omdat ze er ook geen voedsel konden vinden. Op de geuzenschepen probeerden ze hun honger te stillen!
Twee Spaanse soldaten ontdekten er nog een in de „Rode Toren", een logement op de Markt, hoek Vlasmarkt. In hun begeerte naar een stukje vlees kregen ze ruzie met elkaar over het beestje — dat ze nog niet eens gevangen hadden — en staken elkaar dood. Het ratje wist te ontsnappen!
De pest
Een ziekte die haast altijd uitbrak in een belegerde stad was de pest. De hygiënische toestanden waren 4 eeuwen geleden allesbehalve goed. Het huisvuil, dat in onze tijd een paar keer per week wordt opgehaald, gooide men toen eenvoudig op de straat. De loslopende varkens en honden ruimden het wel op.
Maar in het belegerde Middelburg waren de varkens al lang geslacht en ook de honden opgepeuzeld. Zo lag daar vuil en mest te verrotten en te stinken voor de deuren der huizen. Prompt kwam er een bevel de straten schoon te maken en de verstopte goten en waterlopen vrij te maken.
Verder at men alles wat eetbaar — en soms ook niet eetbaar — was. Is het dan wonder dat er ziekten uitbraken, waardoor tientallen gestorven zijn? Ook de bisschop van Middelburg, Nicolaas de Castro, op 16 of 17 mei 1573. De handel lag stil, de bijzondere om
De handel lag stil, de bijzondere omstandigheden brachten extra-kosten mee, het stadsbestuur kreeg gebrek aan geld. De soldij van de Spaanse soldaten moest toch ook betaald worden? Hoe langer ze er op moesten wachten, des te brutaler traden ze op en beroofden de huizen der burgers.
Vandaar een verzoek aan de gegoede burgers om geld aan de stad te lenen. Ze kregen er een bewijs van en later zou alles weer in orde gemaakt worden.
Tevens kwam er een bevel aan de schuttersgilden om hun zilveren bekers, siervogels en kettingen in te leve ren om er noodgeld van te slaan. Het gewicht van een gildebeker varieerde van 4 tot 13 pond, daar waren heel wat munstukken van te maken.
Verdac?i.te personen
De meerderheid van Middelburgs bevolking en stadsbestuur was Spaansgezind. Dat was eigenlijk geen wonder. Door de regering te Brussel was de stad begunstigd, vooral op economisch gebied had het vele voorrechten ontvangen. Bovendien was het de zetel van de bisschop. Ook de rentmeester Bewester Schelde hoogbaljuw Philibert van Serooskerke, een machtig heer, die op zijn buitenplaats Popkensburg een paar km buiten de stad woonde, was vurig Rooms- en Spaansgezind.
Toch woonden er ook heel wat Prinsgezinden. Het verraad van Aart de Mesmaker (zie vorig artikel), die wel een paar honderd burgers aan zijn zijde had zoals hij beweerde, bewijst zulks. Om revolutie binnen de stad te voor
Om revolutie binnen de stad te voorkomen, werden weer allerlei maatregelen genomen. Na 9 uur mochten de herbergiers niet meer tappen. Voor de Spaanse soldaten stonden een paar bierkelders op de Markt en de Dam beschikbaar. Bij alarm moesten de burgers in huis blijven. Voor de woning moest een tobbe water gereed staan in geval van brand. Na 9 uur mocht niemand zonder licht op straat lopen. Omdat er nogal eens personen uit
Omdat er nogal eens personen uit Vlissingen en Veere binnen de stad kwamen (die men niet vertrouwde), werden de poorten eerst laat geopen en weer vroeg gesloten. Later werd niemand binnengelaten die zich niet voldoende legitimeren kon. Alle contact van de burgers met de vijanden buiten de stad door brieven, gesprekken of tekenen was verboden, evenals het verspreiden van valse geruchten.
Al deze maatregelen hebben niet geholpen, Middelburg heeft zich tenslotte moeten overgeven. Daarover in het laatste artikel.
Middelburg. L. van Wallenburg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's