Een triest vrouwenleven
Zeeuwse wan-delingen
Inderdaad, het leven van Jacoba van Beleren is triest en treurig geweest. Behalve dan haar jeugd en haar laatste levensjaren. Een onbezorgde jeugd bracht ze door in Henegouwen aan ho hof van haar vader, graaf Willem VI. Met haar verloofde, de Franse prins Jan van Touraine. Ze was nog maar 5 jaar, toen ze met hem verloofd was, een jongetje van bijna tien. Ook hij bracht zijn jeugd door in het paleis van haar vader. Als kinderen speelden ze daar sanven. ^"''' vrije, bUje leven heeft met lang
^"''' vrije, bUje leven heeft met lang ird. Ik noem u het jaartal 1417, i50 jaar geleden. Toen stierf haar en zij moest hem als gravin op- 1, een meisje van 16 jaar, een tiejjuden we tegenwoordig zeggen. twe reeds. Ze was inderdaad met iuu». prins, kroonprins van Frankrijk gevrorden, getrouwd. Hij was gestorven En juist nu had ze mannelijke steuïi zo hard nodig.
Vrouw Jacob. leefde in een veranderende tijd.
_ , 51 leefde in een veranderende tijd. de uitvinding van het buskruit bee macht van de adel te vermin- Achter de muren van hun kasen in hun zware harnassen werd het minder veilig. Een nieuwe macht kwam op, die van de derde stand, de vrije burgers. Ze wilden niet langer onderdrukt en vernederd worden. Ze begonnen zelfbewust te worden, wilden meetellen en meedoen in de wereld. Dat leidde tot burgeroorlog, de bekende strijd tussen de Hoeksen en Kabeljauwsen.
Nu er een „zwakke" vrouw aan de regering kwam, laaiden de twisten weer op. En Jacoba moest alles alleen beredderen. De „tedere lenteroos" heeft het flink gedaan ook. Vandaar haar bijnaam vrouwe Jacob. Dat klinkt mannelijker dan vrouwe Jacoba.
3 E Strijd teglen haar oom, Jan van Beieren, het hoofd der Kabeljauwen. Hi] regeerde over het bisdom Luik, maar heeft zich nooit tot bisschop laten wijden. Dat kon in die verwarde tijd, toen er soms 2 of 3 pausen tegelijk zich de opvolger van Petrus noemden. Strijd tegen haar neef Filips van Bourgondië, aan vne ze tenslotte haar landen moest afstaan. Van je familie moet je 't maar hebben! Dat ondervond ze bovendien toen ze als tweede man een andere neef koos, een losbol, die haar zaak meer afbreuk deed dan steun gaf. Hij keek ook teveel naar andere meisjes en ze is van hem weglen.
E In Goes.
i s Als we de naam Jacoba van Beieren noemen, denken we aan Goes. Ze kon goed met de Goesenaars opschieten, wanneer het eens een poosje rustig was in de wereld van toen, woonde ze er op haar kasteel Oostende. De naam bestaat nog, nu is het een bioscoop met herberg. Misschien zijn de keldergewelven nog wel een overblijfsel van he oude slot.
„Daar staat in deze tijden tfrcGoes een ex-kasteel, Wlanst men en daar drinkt men, rt men graag en vgel. teel is zeer veranderd al door der tijden loop, 't is deels café en dancing en deels een bioscoop. Geen ridders met kurassen gaan meer de poorten in, en voor de spiegelruiten wuift nimmer een gravin".
Een andere herinnering aan haar is in de strenge winter van 1929 verdwenen: de moerbeiboom waarvan men zegt dat zij die geplant heeft. In het Goese museum is de afgehouwen stam nog te zien.
ia hetzelfde jaar 1417 gaf ze aan Goes enkele zeer gewaardeerde privilegiën. Het kleme stadje kreeg het recht zich met muren en poorten te verdedigen. D^,poorten zijn verdwenen (Ganze- 'straat herinnert er nog aan) en de ibolwerken zijn nu in plantsoen „Rderd. Ook kreeg Goes het recht een jaarmarkt te houden. Daarmee waren de inwoners erg in hun sas, dat bood perspectieven voor een opbloeiend handelscentrum. Natuurlijk speelde bij Jacoba de politiek ook een rol, maar de Goesenaars hadden het dan toch maar!
* * In de omgeving van Goes beoefende ze de valkenjacht. Dat zal wel ten zuiden van de stad geweest zijn, in de Poel, waar het wemelde van watervo-
Als het met haar tijd goed uitkwam, deed ze ook wel eens mee met de boogschuttersfeesten. Op een van die jaarlijkse wedstrijden schoot ze de hoofdvogel af en werd daardoor de koningin van het schuttersfeest. Echt weer vrouw Jacob! De handboogschutterij in Goes draagt haar naam. Hier en op andere plaatsen in Zuid-Beveland oefent men igeregeld in het boogschieten. Idens haar regering werd de mooie ^sche kathedraal, de Maria Magda- -.erk, plechtig ingewijd (1423). Jacoba - kannetjes.
Jacoba - kannetjes.
._ ihalve haar jeugd, waren pok haar laatste levensjaren gelukkig. "Voor de yerde keer was ze getrouwd met de Zeeuwse edelman Frank van Borselen. Een huwelijk uit liefde, dat helaas maar sort geduurd heeft. Ze had afstand geöaan van haar land en haar titel en woonde meestal op het kasteel Teyungen bij Leiden. Er wordt verteld dat ze zich daar bezig hield met het bakken van lichtgrijze karmetjes, die naar haar genoemd zijn. In de gracht "rond het Kasteel zijn er nogal wat gevonden Maar ook in andere kasteelgrachten bovendien zijn- er opgedolven op verschillende andere plaatsen, ook bmten ons land, waar Jacoba nooit geweest is
Op een van de kannetjes stond:
t „Dat 's vrouw Jakobaas kannetje gelooft Die hier maar eens uyt dronk: Smeet het dan over 't hooft In den vijver dat het sonck".
Volgens het verhaal vervaardigde ze hier deze kannetjes om haar eenzaamheid te verdrijven, dronk er uit en gooide ze het dan over haar hoofd in de gracht (hier zal wel een soort bijgeloof aan verbonden zijn). Misshien heeft ze er wel eens een paar gemaakt, maar de waarheid schijnt toch anders te zijn.
Jacoba had het helemaal niet eenzaam op Teylingen, ze leefde er vorstelijk, hield er feesten, jaagde in de omgeving, bezocht kastelen in de buurt en de abdij van Rijnsburg. Een enkele keer wipte ze over naar Goes of naar het kasteel van haar man in St. Maartensdijk. Zouden het misschien de water- en bierkruiken van de bedienden zijn, die daar in de gracht zijn gevonden? Jacoba zal wel fijner drinkgerei gehad hebben, misschien wel van zilver. De vijf gelukkige jaren waren al te
De vijf gelukkige jaren waren al te vlug voorbij. In 1433 stierf Jacoba aan de tering, kinderloos, nog maar 32 jaar oud. Een ziekte waaraan in die tijd niets te doen was.
Ieder jaar duikt er een moderne Jacoba van Beieren op als vrouwe van de Keukenhof, het bloembollenfestijn in de omgeving van het oude kasteel Teylingen.
Middelburg. L. van Wallenburg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1967
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's