Havenontwikkeling

Dhr. Huijbregt uit Temeuzen vuurde een aantal vragen op de heer Thomassen af, die zeer concreet werden gesteld, namelijk waarom werkt Rotterdam niet mee aan het tot ontwikkeling brengen van het Wester Schelde bekken. En waarom wordt er geen nationaal havenschap ingesteld? Waarom wordt het containervervoer, waarvoor Vlissingen en Terneuzen toch uitermate geschikt zouden zijn niet naar deze havens verwezen?

Maai' burgemeester Thomassen pareerde deze aanval door duidelijk te stellen dat het niet het Gemeentebestuur van Rotterdam is, dat dat heeft aan te wijzen, waar industriële ondernemingen zich willen vestigen, maar dat het de leiding van deze ondernemirigen zelf was die bepaalde waar men wüdè gaan zitten.

En dat zal in de meeste gevallen daar zijn, waar men het meest gunstig zat. In stelling twee voor deze dag had de N.V. V.-leiding terecht gesteld dat de gunstige ligging in Europa van het gebied rond de Nieuwe Waterweg, het daar aanwezige goed geschoolde arbeidspotentieel, het tijdig kunnen beschikken over voldoende terrein-oppervlakte, er

toe geleid had, dat dit gebied zich in snel tempo had kunnen ontwikkelen tot een industrieel centrum van waaruit sterke stimulanzen op de totale economische groei van Nederland werden gegeven, w^aardoor zowel de basis van de haven als de werkgelegenheid werd verstevigd. Hij voorspelde ook het Wester-Scheldebekken een zeer gunstige ontwikkeling in de nabije toekomst, Rotterdam wilde daaraan heus wel medewerken en echt boos was spreker op de kantlijnschrijver van de Prov. Zeeuwse Courant, die eigenlijk niets anders deed, dan Zeeland tegen Rotterdam opjutten. Ook de vragen van dhr. Huijbregts tendeerden in die richting, maar Rotterdam had nu eenmaal gezorgd voor een goede haven, de beste haven van Europa en ook het containervervoer profiteerde daarvan naast de mammoettankers.

Het gehele betoog van dhr. Thomassen was een lofzang op Rotterdam, waarop de eerste burger van deze stad terecht trots mocht zijn, want de cijfers waarmee hij zijn causerie lardeerde logen er niet om.

Dat Rotterdam eigenlijk slordig met zijn grond omging, zoals in de discussie was gesteld, weerlegde spreker met er op te wijzen, dat Rotterdam geen grond verkocht en alleen grond verhuurde, tervirijl wanneer een onderneming 200 ha. huurde om daar vooreerst maar 50 ha. van te gebruiken, dit alleen maar getuigde van een vooruitziende blik van deze onderneming i.v.m. de stormachtige ontwikkeling van de laatste tien jaar. In 1947 had men een begin gemaakt met de uitgifte van het Botlek

gebied (1300 ha.), daarmee had men zes jaar moeten leuren om deze 1300 ha. aan de man te brengen

op het Waterweggebied had laten vallen en men de passende naam Europoort had gelanceerd, ging de ontwikkeling in een richting en met een vaart, zoals zelfs de meest optimistische futuroloog nooit had durven voorspellen. De goederen-omslag in Rotterdam zal in 1968 160 miljoen ton bedragen, de Europoort was vlugger volgebouwd dan waar ook.

En Rotterdam was op tijd klaar om het containervervoer op te vangen. Maar waarop de gehele vergadering en zeker de aanwezige journalisten op zaten te wachten, het definitieve bericht van de al of niet vestiging van Shell chemie aan de Moerdijk, dat kwam er nu net niet uit. Wel de gunstige ligging van het Moerdijkgebied ten opzichte van Rotterdam moest wel expansie zoeken in de richting van de Moerdijk toen het daarvoor gelegenheid kreeg. Want men kan wel een tweede Maasvlakte aanleggen, maar dat geeft toch zijn bezwaren en spreker stelde het aan het einde van zijn betoog uitdrukkelijk. Wie iets goeds doet (vestiging van industriegebied en het werk en welvaart verschaffen aan duizenden) doet ook altijd iets verkeerds, (het vernielen van de natuur). Dat deed Rotterdam op Rozenburg en de Beer, dat deden de Hoogovens in het natuurgebied Breesaap. Maar de Nederlandse economie kan beide niet missen. En dhr. Thomassen hield een boekje omhoog, waarin geprotesteerd wordt tegen de komende vernieling van de flora en fauna langs de Wester Schelde-oevers. Maar wie een industriestraat langs de Wester Schelde gaat aanleggen, en duizenden schijnen er om te verlangen, vernielt de natuur en jaagt de natuurbeschermers (terecht) tegen zich in het geweer. De vergadering die door dhr. C. Hoek Zeeuws districtsbestuurder van het N.V.V. was geopend, werd door dhr. Witteveen districtsbestuurder uit Zuid- Holland gesloten. De kaderdag was belegd dooi^ leden uit Schouwen-Duiveland en Goeree Overflakkee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen