Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrouw van Bertus Laanveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrouw van Bertus Laanveld

7 minuten leestijd

24

Regelmatig volgt dat geluid in de lucht. De artillerie doet geen half werk. Het schootsveld moet schoon zijn, nu er zal voor gezorgd worden. Reken maar, dat er geen huis zal blijven staan

Bij de rivier een opeenhoping. Het wachten is op schepen. Er wordt gemord waarom zijn die er nu nog niet?

't Is me een organisatie

Van Koetsveld maant tot kalmte: alles heeft hen overvallen; de inval is zo snel gekomen, dat zij er nu nog beduusd van zijn, nauwelijks goed beseffend, wat er aan de hand is. Nu kunnen zij toch wel begrijpen, dat de schepen niet één, twee, drie gereed liggen. Maar ze zijn onderweg en kunnen elk ogenblik arriveren.

Dan luwt de storm wat. Men ziet in: Van Koetsveld heef­ gelijk, je kunt niet alles tegelijk doen; dit verschrikkelijke komt ook zo onverwachts

Tegen de bemri van de weg, op het gras zitten ze. Sjouk heeft moeder opgezocht In dat gezelschap voelt ze zich het veiligst. Bertus staat te praten met de dokter die even komt kijken. Die zegt dat hij voorlopig blijft om hulp te bieden aan de militairen. Zijn zieken zijn reeds per auto vervoerd. „Ja man, ons werk is hier voorlopig afgelopen". Bertus knikt: „Mijn zaak is te gronde. Er komt nooit weer iets van terecht".

„Kom, kom, niet zo pessimistisch. We gaan een beroerde tijd tegemoet, dat is zeker. Je kunt niet zeggen, hoe lang die duurt. Maar eenmaal komt alles op zijn pootjes terecht. Kop op man, je bent bovendien nog jong".

Sjouk zit rustig met moeder te praten. Zij spreken over Piet. Haar woning en de zaak, die beroeren haar niet. Piet en de andere jongens, die in het vuur zitten.

Moeder Laanveld is kalm; je moet alles overgeven in de handen van God de Vader. Dat is de enige, veilige weg. Al dat gepraat, je komt er niet verder mee; alles is in Gods Raad vastgelegd: je moet de handen vouwen en smeken om genade en uitredding. Intens luistert Sjouk. Ze voelt, aan

Intens luistert Sjouk. Ze voelt, aan zulke mensen heb je houvast. Daar is nu Bertus met al z'n verzekeringen van vroeger. Nu die niet uitkomen, is hij wég. Zij begrijpt het wel. Verklaarbaar is het ook. Maar nu heeft hij geen grond meer onder de voeten. En zo zijn er zovelen. Hoe zit dat?

Op de fiets verschijnt dominee Meulemans. Dat is de predikant van de Laanvelds en zo. Zijn gelaat staat ernstig. Hij overziet de schare dorpelingen die hij goeddeels kent. Er zijn er onder van zijn kerlï, van de andere kerk, ook onkerkelijken. Hij gaat staan op een paaltje en zegt, roept eigenlijk, want er is een geroezemoes van stemmen, dat hij iets wil zeggen. Dan pas wordt het stil.

Hij zegt, dat hij niet veel woorden nodig heeft. Mensenwoorden betekenen nu zo weinig. Het zware leed heeft God over hen gebracht. Als een roepstem. Want God is en blijft een God van liefde ook in Zijn slagen. Maar men moet niet vergeten, dat Hij rechtvaardig is. Hij straft de zonden, ook de zonden van het volk. Hij opent een bijbeltje en leest: „Uit diepten roep ik tot U, o God, hoor mijn stem" Hij bladert en leest weer: „Ik ben de goede Herder, de goede Herder stelt zijn leven voor de schapen". „Vertrouw op God en laat U niet ontmoedigen door tegenslagen. Velen uwer vinden straks have en goed vernietigd. Dat is hard, ik weet het. Maar hecht niet aan het bezit, dat tijdelijk is. Wat waarde heeft, is de eeuwigheid. Kunnen wij in het aangezicht van de dood stamelen, dat wij op God vertrouwen?"

Ze luisteren allen, zonder uitzondering. Nog nooit heeft dominee Meulemans zo'n aandacht gehad. Sjouk hangt aan zijn lippen. Dat is de taal, die moeder ook altijd uit en waarvan Bertus weet. Maar die handelt er niet naar. Met mensen, als dominee en moeder, kun je iets beginnen. Je hebt er houvast aan. Maar zij, durft zij niet te bidden ?

Dat doet dominee Meulemans. Daar, aan de rivierkant, terwijl projektielen van de eigen artillerie over de hoofden suizen, om woningen en gebouwen te vernielen, spreekt hij een smeekgebed uit, in eenvoudige bewoordingen, zodat iedereen het volgen kan. En na dit gebed is het stil, heel stil. Het duurt geruime tijd eer iemand weer een woord uit. Maar dan gaan alle monden weer tot de roep wordt vernomen: daar zijn de schepen.

Het is waar. Getrokken door sleepboten draaien verschillende Rijnaken de bocht van de rivier om. En weldra zijn die gemeerd aan de oever. Om de te evacueren mensen op te nemen.

De groepen 5, 6 en 7 komen in een schip. Dus Sjouk is bij moeder, waar ze zielsblij om is. Met het innemen en schikken in de ruimen gaat geruime tijd verloren. Het is al twaalf uur, als de eerste boot vertrekt. Maar dan volgen ook de anderen. „Het wordt een lange tocht", zegt Van

„Het wordt een lange tocht", zegt Van Koetsveld. „De nacht is er ook mee gemoeid". De mensen moeten het zich dus maar zo geriefelijk mogelijk maken. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Maar ze redden zich toch, zo goed en zo kwaad als het gaat. Bertus zit geslagen in de buurt van Sjouk. Ze wisselen zo nu en dan een woord met elkaar, maar het gaat niet van harte.

,,Bent u niet ongerust om vader", vraagt Sjouk aan moeder Laanveld.

Dat blijkt niet het geval te zijn. Vader komt wel opdagen als de koeien in veiligheid zijn. Hij is in 's Heren hand.

Een oorverdovend geronk in de lucht. Dan een gedonder van afweergeschut uit een van de stellingen, daar ginder aan de einder. Alle praten verstomt. Wie kan zien, tuurt omhoog, waar de vliegtuigen blikkeren in het zonlicht. Opeens: één van de vliegtuigen maakt een buiteling; die is geraakt en goed ook. Een vreemd gierend geluid vult de lucht; bijna rechtstandig duizelt do machine omlaag, grote vlammen werpt zij uit en eer zij de grond bereikt heeft, staat zij m lichterlaaie. Poppen als het ware zien zij er uit springen. Met een smak valt het toestel neer. Dat is oorlog. Aan mensen wordt niet gedacht. Vier, vijf, misschien nog wel meer, want het was een zware Duitse bommenwerper, zijn in een punt des tijds de eeuwigheid ingegaan, jonge mensen misschien, die thuis een vader en een moeder, een vrouw en kinderen hebben. Het is afgelopen

Gestaag trekken de sleepboten verder, de rivier af. Ze moeten in Holland zien te komen. Er wordt beweerd van het eiland Rozenburg in de buurt van Rotterdam. Nu, daar zijn ze nog niet Onderweg, het is dan vier en twintig uur later, duikt er een gerucht op. Bertus wil er wel meer van weten, maar Van Koetsveld is even wijs als hij. Die weet alleen te vertellen, dat zij niet kunnen komen op de plaats waar zij heen moeten. In de buurt van Rotterdam wordt stevig gevochten. Hoe kan dat nu? De vijand komt toch uit het oosten? „En uit de lucht", zegt Van Koetsveld veelbetekenend. Er wordt gemompeld, dat honderden, ja duizenden valschermtroepen zijn gedaald, dat grote transportvliegtuigen, manschappen aanvoeren en uitwerpen. Vliegvelden moeten veroverd zijn. Het is een chaos. Het land gaat er aan, er is geen twijfel aan, meent Van Koetsveld. Misschien vlugger dan men denkt. Het zijn Jobstijdingen, die de stemming aan boord, die toch al in mineur is, nog erger maken. Tegen de avond wordt er geankerd.

Tegen de avond wordt er geankerd.

In de buurt van een grote plaats wier toren tegen de azuren hemel afsteekt. De hoofdleider maant tot kalmte. Ze moeten rustig blijven. Hij zal naar de stad gaan en met de burgemeester spreken. Geprobeerd moet worden, warm eten te krijgen. Je wordt zo flauw op de duur. En dan zal hij verbinding zien te krijgen met het Hoofdevacuatiebureau, om te informeren waar ze heen moeten. Tenminste, als zij Den Haag kunnen krijgen. Er wordt overal gevochten, wordt er beweerd. Overigens moeten zij zich niet van de wijs laten brengen. Op geruchten kun je niet aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1974

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

De vrouw van Bertus Laanveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1974

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's