De vrouw van Bertus Laaaveld
V E R V O L G V E B H A A L
Bertus kan die avond zijn schoonmoeder niet alleen krijgen, zonder dat het opvalt. En dit laatste moet juist. Sjouk moet niet denken, dat hij er over gesproken heeft. Hij zal nog wat wachten. Misschien valt het mee. Die dokters zijn ook duur, als het geval lang duurt. Wie weet, wat ze voorschrijven,..
Maar, het valt niet mee. Het gaat mis met Sjouk, de eerstvolgende weken, zijn schoonouders beginnen er zelf over, als hij op een keer komt binnenvallen, als Sjouk afwezig is.
Haar zenuwen zijn van streek, zegt Bertus, Dat is de enige verklaring. Ik hoopte, dat het gaan zou op de duur, maar het wordt niks. Kunt u haar niet bewegen naar een zenuwarts te gaan? Misschien kan die haar opkalefateren. En anders moet ik een huis zien te krijgen in het dorp. Misschien dat het gewone leven Voorlopig heb ik toch mijn eigen huis niet klaar.
Moeder Lemaire zal met Sjouk praten. Zó gaat het niet langer. Naar een dokter? vraagt Sjouk, als
Naar een dokter? vraagt Sjouk, als moeder er met haar over spreekt. Maar ik mankeer niets.
Ik bedoel niet een gewone dokter. Maar bijvoorbeeld een zenuwarts kind. Je moet zo niet blijven lopen. Dat gaat mis. Bertus zegt ook Wat zegt Bertus? vraagt Sjouk heftig.
Wat zegt Bertus? vraagt Sjouk heftig. Nu ja, dat 't misschien wel eens goed zou zijn, als jen aar een zenuwarts ging. Dat heeft hij tegen mij nog nooit ge
Dat heeft hij tegen mij nog nooit gezegd. Nu ja, we spraken er eens over, ontwijkt juffrouw Lemaire een rechtstreeks antwoord. Je moet dat nu niet verkeerd opvatten. Zo'n dokter kan mij ook niets doen,
Zo'n dokter kan mij ook niets doen, meent Sjouk, Het is weggegooid geld.
Daar blijft ze bij, ook als Bertus, op de hoogte gebracht, er ernstig met haar over spreekt. Dan verstrijken er weer enkele we
Dan verstrijken er weer enkele weken. Bij vader en moeder Laanveld wordt er verwondering over uitgesproken, dat zij Sjouk niet meer zien. Bertus moet zeggen, dat hij het ook niet weet. 't Is of het hele dorp Sjouk niet interesseert. Hij kan niet verklaren, wat er aan schort, 't Is ellendig genoeg, dat dit er nu ook bij moet komen. Wat heeft hij nu aan zijn vrouw?
Moeder Laanveld spreekt die avond met Jelle er over. Zij menen, dat Sjouk zoekende is. Maar zij heeft geen gids en vindt de rechte weg niet.
„Zal ik eens naar Arnhem gaan en praten met haar en met Lemaire?"
„Met Sjouk is wat anders, maar met Lemaire en zijn vrouw? Die weten van toeten noch blazen. Ze zijn in staat, je in je gezicht uit te lachen", meent Jelle. Wat Sjouk betreft, kon je wel eens gelijk hebben. Dat Bertus het niet snapt, We moeten haar hier zien te krijgen voor een tijd. Misschien werd dan veel ons duidelijk".
Daarvoor is Bertus weer niet te vinden, als hem het plan wordt voorgelegd. Zij is het beste in Arnhem, meent die. Anders was Sjouk uit zichzelf toch wel eens gekomen? In weken laat zij zich niet zien.
Wanneer er geen verbetering te bespeuren is, neemt Bertus een kloek besluit: „Ik kom morgenmiddag vroeg hier en dan gaan we naar een zenuwarts", zegt hij kortweg, „'t Is nu afgelopen, 't Is niet verantwoord, zo te blijven leven".
Hij verwacht een heftig tegenstribbelen. Maar tot zijn verbazing luidt het antwoord, dat het goed is. Zij zal zich gereed maken, opdat zij klaar is, als hij komt.
Die zelfde avond zoekt Bertus een arts op en deelt hem mee, met zijn vrouw te zullen komen. Hij wil de medicus vast op de hoogte brengen van het geval, opdat die er niet wildvreemd tegenover staat. De arts stelt hem honderd en één vragen. Op alle kan Bertus niet eens antwoord geven. Van de familierelaties van de Lemaires weet hij niet genoeg. Nu, dat zal de dokter wel te weten komen van zijn vrouw of haar ouders. Het beste is, dat zijn vrouw niet met hem, maar met haar vader of moeder komt. Aan de antwoorden op zijn vragen kan veel gelegen liggen, 't Is immers wel mogelijk, dat in de familie zenuwzwakte voorkomt of nog erger?
Dus verzint Bertus een uitvlucht: het zou wel kunnen zijn, dat hij morgen niet op tijd is, wil moeder dan met Sjouk meegaan? Welja, dat wordt afgesproken hoewel Sjouk meent, dat zij ook wel alleen kan. Ze is nieuwsgierig naar die dokter, want zelf weet ze niet, wat hem te vertellen. Hoe moet zo'n man nu een diagnose stellen? Haar mankeert niets.
„Daar is hij zenuwarts voor", zegt Bertus. „Die lui kijken dwars door je ziel en lichaam heen". Hij lacht er vrolijk om. Hij is er zeker van, dat zo'n dokter Sjouk wel zal opknappen.
Maar als hij het resultaat verneemt, het voorlopig resultaat althans, is hij erg teleurgesteld. Die dokter heeft niets dan vragen gesteld, de gekste vragen die je bedenken kunt en dat is feitelijk alles. Neen, geen medicijnen. Lichamelijk mankeert zij nietg, dat weet Sjouk ook wel. Zij mankeert helemaal niets. Zij is alleen niet bevredigd met het leven.
„Ach wat, dat is immers gekheid". korzelt Bertus.
Sjouk doet er het zvidjgen toe. Bertus begrijpt haar niet en haar ouders evenmin. Bij de Laanvelds, ja, daar zouden ze haar begrijpen. Maar Bertus ziet haar daar liever niet. Ze heeft het wel gemerkt.
„Moet je nog eens terugkomen bij de dokter?" vraagt Bertus.
„Ja, over een paar weken". Hij heeft haar een leefregel voorgeschreven, die zij nauwkeurig moet volgen: vroeg naar bed en niet te vroeg op: veel wandelen en afleiding zoeken en zo, och de man meent het goed, maar hij weet er niets van, meent Sjouk. Hij zoekt het helemaal verkeerd.
Met die opvatting neemt Bertus natuurlijk geen genoegen. De Lemaires evenmin.
„Je moet doen, wat de dokter zegt", merkt Lemaire scherp op. „Daarvoor ga je naar een dokter. Natuurlijk moet de man je eerst goed kennen".
„Ik zal de voorschriften nauwkeurig opvolgen", antwoordt Sjouk. „Daar kunt u wel op rekenen".
„Ja, maar dat is niet voldoende, kind", zegt moeder. „Je moet ook vertrouwen in de dokter hebben. Jij geeft de indruk, dat hij je toch niet genezen kan. En dan schiet je niet op".
„Hij kan me niet genezen, moeder, geloof me. Dat kan geen enkele dokter. Ik mankeer niets. Ik heb alleen geen vrede met mijn bestaan".
Dan halen zij de schouders op. Sjouk bewijst met die onzin, dat zij inderdaad iets mankeert, als is dat niet lichamelijk. Haar geest is in de war, afgelopen. Als zij enkele weken later weer bij
Als zij enkele weken later weer bij de dokter is, die haar nauwkeurig onderzoekt en alweer tal van vragen stelt, zegt hij, dat Sjouk het beste doet, enige tijd weg te gaan. Zij moet afleiding hebben. Hij ziet geen ander medicijn.
Het is een grote moeilijkheid die vooral Bertus niet onder stoelen of banken steekt. De vraag is, waar zij dan heen moet. En bovendien: welke kosten zijn er niet aan verbonden? In deze tijd van het jaar, het is lang koud, het zijn avonden en nachten, waaraan geen eind komt, kun je toch moeilijk ergens in pensioen gaan. Weten de Lemaires raad? Neen, die piekeren er opk over. Het beste zal zijn, dat zij met Sjouk meegaan, ergens heen. Wat ter wereld moet die het alleen ergens gaan zoeken? Al die overwegingen hebben geen
Al die overwegingen hebben geen betekenis, want Sjouk zegt pertinent, dat zij er niet aan denkt, ergens in pension te gaan. Die dokter kan praten, wat hij wil, hij begrijpt haar al evenmin als Bertus en haar ouders.
Al zou zij maanden naar Zwitserland gaan, gesteld dat het kon of naar een ander land, of ver weg in eigen land, dat zou niet in het minst baat geven. Ze behoeven er niet over te spreken, want ze denkt er eenvoudig niet aan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1974
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's