Ds. Herman Faukelius
In de vorige artikelen over de Wederdopers en Doopsgezinden heb ik een paar keer genoemd de naam van ds. Faukelius, een grote vijand van hun leer. Hier volgt zijn levensgeschiedenis. In 1560 werd hij uit protestantse ouders in Brugge geboren. Hij heette toen Herman Fauckel (Fackel). Later veranderde hij die naam in de Latijnse vorm Faukelius, zoals zoveel geleerden in die tijd deden. Tot zijn twintigste jaar woonde hij in Brugge, daarna studeerde hij theologie aan de hogescholen van Gent en Leiden. In 1585 was hij klaar met de studie. Naar Keulen.
In dat jaar werd hij beroepen bij „de heimelijke gemeente" te Keulen, een gemeente onder het kruis. Die vreemde naam zegt wel iets van de toestand aldaar. De protestantse gemeente had veel vervolgingen te lijden en daarom moest alles „heimelijk", dat is in 't geheim gebeuren. Er was veel moed nodig om aan 't hoofd van zo'n gemeente te staan, het was gevaarlijk om daar predikant te zijn. Ds. Faukelius moest zo weinig mogelijk op de voorgrond treden en in 't openbaar verschijnen. Daarom gaf hij ook geen catechisatie aan de kinderen, „opdat onze dienaar Hermanus niet van de kinderen bekend zou worden". Misschien zaten er tussen de kinderen wel kleine spionnen en verraders, en men wilde zijn predikant zo goed mogelijk beveiligen. Daarom is hij hier in alle stilte getrouwd met Elisabeth Dehjnck, geboren te Ronse. We horen later nooit meer van zijn vrouw, ook niet als hij predikant in Middelburg is. Misschien jong gestorven? Evenmin weten we of er kinderen geboren zijn. Na zijn dood kwam zijn bibliotheek volgens testament aan de Gereformeerde (Hervormde) gemeente van Middelburg. Waarschijnlijk was er geen familie, zegt de historieschrijver.
In 1594 bezocht ds. Faukelius Middelburg. De kerkeraad verzocht hem als predikant over te komen. Hij schijnt wel zin gehad te hebben en beloofde een beroep te zullen aannemen. Het ging echter niet door, de kerkeraad van Keulen weigerde hem af te staan, „die haar tot zoveel steun en troost verstrekte, ja haar eer en krone was". In 1598 werd hij beroepen te Amsterdam. Hij wilde dit beroep aannemen op voorwaarde, dat de kerkeraad van Middelburg hem ontsloeg van zijn belofte die hij een paar jaar tevoren gegeven had. De Amsterdamse kerkeraad stuurde twee ouderlingen naar Middelburg om hierover te praten, maar tevergeefs. Het volgend jaar (1599) werd hij nu te Middelburg beroepen, in Keulen had men nu geen bezwaar. Op 27 juni werd ds. Faukelius in de Zeeuwse hoofdstad bevestigd en tot zijn dood in 1625 is hij er gebleven. Voor verhuiskosten kreeg hij ruim 33 pond Vlaams (ƒ 200,—). Middelburg had nu 9 predikanten. In Middelburg.
Daar heeft de ongeveer 40-jarige predikant zijn volle krachten kunnen ontplooien. Een stevig persoon met een sterk gestel, die zelden ziek was. „Voorzien van een mannelijke stem en een deftige uitspraak". Op oudere leeftijd was hij door het verlies van enkele tanden wat moeihjker te volgen. Herhaaldelijk was hij lid van het moderamen van classicale en provinciale vergaderingen. Door de provinciale synode van Zeeland werd hij afgevaardigd naar de bekende Synode van Dordrecht (1618 - 1619), die over de toen heersende leergeschillen moest beslissen. Hij werd er zelfs aangesteld als assessor (= bijzitter, helper van de voorzitter), waaraan een vergoeding van ƒ 300,— verbonden was. Voor de zittingen van de Synode kreeg hij ƒ 4,— per dag, dat werd voor de ongeveer 6 maanden ƒ 792,—.
Op deze Synode werd besloten tot een nieuwe bijbelvertaling (Statenbijbel). Faukelius werd benoemd tot vertaler van het Nieuwe Testament.
Dat was geen wonder. Een paar jaar tevoren had hij op eigen gelegenheid reeds het Nieuwe Testament uit het Grieks vertaald. Hij was dus goed thuis in deze materie. Evenals trouwens in die van het Oude Testament, dat hij gedeeltelijk uit het Hebreeuws heeft vertaald. Wegens zijn plotselinge dood heeft hij het niet af kunnen maken. Het bekendste werk van ds. Faukelius is misschien wel zijn „Kort begrip der Christelijke religie, tot onderwijzing dergenen die zich eerst begeven tot het gebruik van des Heeren Avondmaal". We zouden het kunnen noemen een verkorte Catechismus in eenvoudiger vorm. In 1608 werd het in Middelburg als leerboekje op de catechisatie in gebruik genomen. Opdrachten.
Het is te begrijpen dat een zo geleerd man als Herman Faukelius veel opdrachten kreeg. Op de Synode van Dordrecht behoorde hij tot de rechtzinnige meerderheidsgroep der Contra- Remonstranten. Hij was een gematigd man en daarom werd hij dikwijls aangezocht om kerkelijke geschillen tot een oplossing te brengen.
In 1613 werd hij twee maanden uitgeleend aan Goes. Daar heeft hij de rust hersteld, die verbroken was door het ontslag van de beide predikanten Lansbergen. Zowel de vader Philippus als de zoon Pieter waren hier predikant. Tegelijk speelden ze een beetje voor dokter. Hun ergste „zonde" was dat ze geloofden dat de aarde om de zon draait. Dat was tegen de toen heersende mening in, dat de aarde stilstond en de zon draaide. Precies het tegenovergestelde dus. Tegenwoordig is dat geen twistpunt meer, verdere onderzoekingen hebben bewezen dat de Lansbergen geUjk hadden. In Vlissingen trad hij als bemiddelaar op in de kwestie met ds. Daniël van Laren, die leerde dat de martelaren 1000 jaar vóór de andere doden zouden worden opgewekt. Uit het laatste bijbelboek Openbaringen van Johannes meende hij zulks te kunnen afleiden. Deze Chiliasten, aanhangers van het Duizendjarige rijk, bestaan er nog heel wat.
Ook voor een kwestie met een Franse dominee in Groede werd zijn bemiddeling ingeroepen. Hier in Zeeuws-Vlaanderen is hij een paar keer (telkens voor 2 maanden) veldprediker geweest, toen prins Maurits daar opereerde tegen de Spanjaarden.
Op 7 mei 1625 had Faukelius als scriba nog de vergadering van de classis Walcheren bijgewoond, op 9 mei stierf hij plotseUng. Drie dagen later werd hij in de Oude Kerk begraven, dat is de kerk op het Hofplein die in 1833 is afgebroken en waar nu een andere Gereformeerde kerk staat.
Had hij misschien te veel van zijn krachten gevergd? Zijn zinspreuk wijst wel op de moeilijkheden als iemand hoge bedieningen bekleedt en overal in zit. Deze luidt namelijk: Honos onus, fasces fasces = eer is last, ereambten zijn lastig. De Zeeuwse dichter Adriaan Hofer zegt van hem:
„De heugnis van zijn wijze en hooggeleerde zin In ons verwekken zal der wijsheid, liefde en min. De heugnis van zijn vroom en zo godzalig leven Zal ons in al ons doen een levend voorschrift geven. Zijn lichaam dat is dood, zijn ziele leeft omhoog. Zijn deugd leeft onder ons en staat ons steeds vooroog."
Middelburg. L. van WaUenburg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1975
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1975
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's