Taalpraatje: Geit
Ook de geit heeft enkele onbekende spreekwoorden en zegswijzen opgeleverd. Heel oud al is het spreekwoord: Nood
Heel oud al is het spreekwoord: Nood geen gasten op hei geitje, eer de geit geworpen heeft. Te vergelijken met: Men moet de huid niet verkopen, eer de beer gevangen (geschoten) is.
Meestal wordt de geit voorgesteld als zinnebeeld van dartelheid of snoeplust. „HIJ slacht de geit, heeft hij 's morgens iets goed bedacht, 's avonds stort hij het al omver". Betekenis: hij is een lichtzinnige dwaas, die telkens het goede weer bederft, dat hij pas heeft verricht. „De geit schrafelt (scharrelt) zo lang,
„De geit schrafelt (scharrelt) zo lang, dat zij kwalijk ligt". Door te veel scharrelen bezorgt de geit zich een slecht leger. Ook: „Zo kwalijk ligt de man, als de geit die te veel schrabben kan". De spreekwoordenkenner Harebomee meldt al: „Geen oude geit zonder baard, of non zonder gemompel". „Hij heeft het huppelen van drie gei
„Hij heeft het huppelen van drie geiten". Gezegd van iemand die zeer dartel en woelig is, maar niets bereikt. Vergelijk: veel geschreeuw maar weinig wol.
„Hij laat de geit in de wijngaard lopen". Betekenis: hij vertrouwt de kat bij de vis. Hij vertrouwt op iemand, die niet te vertrouwen is. „Het geitje huppelt in het groen en zo zal ook haar jongen doen". Zo moeder zo kind (dartelheid). Tenslotte: „Het geitje loopt zo dikwijls in de kool, dat het er haar vacht laat". Snoepers komen er ten laatste bedrogen af.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's