Raad Middelharnis �zat" van

Of er, bij aanwezigheid van een aula, dan nog een redelijke aanleiding zou zijn een gemeentelijke bijdrage aan de bouw van een andere aula te verstrekken, vroegen GS zich af en daar wilden ze van de raad graag antwoord op. Burg. van Welsenis bleek door die vraagstelling weinig aangesproken, „want", zei hij, „het moet toch duidelijk zijn dat een aula op een begraafplaats een heel ander karakter heeft dan een aula bij een mortuarium? Er zat de nieuwe burgemeester trouwens méér niet leker in de handelswijze van Gedeputeerde Staten en daar gaf hij onverholen blijk van.

Middelharnis' raad besprak de door GS gestelde voorwaarden in zijn vergadering van 7 februari, terwijl later moest blijken dat GS al op 5 februari hun goedkeuring hadden onthouden. Dhr. van Welsenis had er wel begrip voor dat GS op die datum formeel een beslissing moesten nemen, maar er was dan duidelijk iets anders fout gegaan, en wel met de brief die aan het gemeentebestuur van Middelharnis was verstuurd;

„...het heeft twee maanden geduurd voor die brief van een postzegel werd voorzien en verzonden werd", constateerde dhr. van Welsenis; de gemeenteraad was er door in tijdnood gekomen en dhr. van Welsenis demonstreerde duidelijk weinig waardering voor die handelswijze te hebben.

Thans stond de raad voor de consequentie van de weigering van GS en wat nu te doen? Een beroep op de Kroon leek weinig interessant, temeer omdat dat een langdurige zaak zou worden. De raad gaf er al discussierend antwoord op wat haar dan het beste lijkt Van de zijde van de SGP fractie werd voorgesteld, bij monde van dhr. KI. v. d. Ketterij dat het College in overleg zou treden met de Beheerscommissie te Nieuwe Tonge en dat daar een voorstel uit voort zou komen conform het eerder, met meerderheid van stemmen genomen raadsbesluit, uiteraard met inachtneming van de door GS gestelde voorwaarden waaraan, zo moet duidelijk zijn niet te ontkomen is. Die houden in een gemeentelijke medezeggenschap in het gebruik en de vergoeding voor het gebruik.

Dat leek ook dhr. Hoogzand het beste. Spr. stelde volmondig vast dat GS het al te bont hebben gemaakt door achteloos de termijn te laten verstrijken, maar anderzijds meende hij dat het Middelhamisse College door snel te reageren de situatie ook nog wel had kunnen redden.

Tegenstroom en dientengevolge instemming met de beslissing van GS kwam er van de zijde van de heren Jacobs (VVD) en van Alphen (PvdA) die daarin een bevestiging zagen dat een 100% subsidieverlening, zoals was gepleegd, er van meet af aan al niet had ingezeten.

De VVD had een 10»/o subsidie bij wijze van „aanmoedigingspremie" voorgesteld, „maar de meerderheid wilde meer en kreeg niets", stelde dhr. Jacobs nu schamper vast.

Nadat de voorz., als boven weergegeven, geantwoord had bleek de raad behoefte te hebben aan onderling overleg teneinde tot een afgeronde mening te komen. De vergadering werd daartoe voor enige tijd geschorst. Na heropening bleek al snel dat de raad het niet op een beroep bij de Kroon aan wilde sturen, temeer omdat dat een langdurige procedure zou worden.

De raad werd het er tenslotte over eens dat het College gaat praten met de Beheerscommissie om te zien in hoeverre door deze Commissie met de verlangens van GS kan worden ingestemd. Bij de raadsmeerderheid blijft de bereidheid tot verlening van de subsidie a ƒ 92.000,— onverlet aanwezig. B en W hopen al de volgende vergadering een voorstel gereed te hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen