LEVENSHOUDING EN TOEKOMSTZORGEN
Keihard worden we vandaag voor de gevolgen geplaatst van onze levenswijze, die we ons de laatste jaren hebben aangemeten. In een roes van optimisme hebben we geleefd. Een optimisme over de toekomst dat gevoed werd door de gedachte dat het morgen nog beter zou zijn dan vandaag.
zijn dan vandaag. Waarschuwen tegen dat optimisme hielp niet. Want het dagelijks gebeuren stelde al die „zwartkijkers" in het ongelijk. Het ging toch immers elke dag beter? Onze bedrijvigheid groeide flink, het aardgas bracht voortdurend miljarden binnen en de problemen die oo in die voorspoedige jaren zich voordeden, deden we af met de opmerking: „dat het eigenlijk maar wat hobbels zijn op de weg naar een betere toekomst".
We werden geconfronteerd met de nadelen van een ongebreidelde economische groei. Het milieu raakte vervuild, terwijl de toenemende verkeersdrukte ons als een molensteen om onze hals ging hangen. We kwamen tot de slotsom dat het zo ook niet kon. We voerden een uitgebreide milieuwetgeving in en riepen een halt toe aa het ongebreideld doorgroeien van stad en land.
Daarbij werden we zo in beslag genomen door" ons horizontale optimisme, dat we eigenlijk onze levenshouding verloren. We werden voor zoveel nieuwe ontwikkelingen geplaatst die ons aanspraken en waar we onze weg tussendoor moesten vinden dat we eigenlijk niet zo goed raad meer wisten met oude normen en waarden. We kregen ook niet meer de gelegenheid ons erop te bezinnen. Wie sprak er nu no'g in de laatste jaren over het nut van sparen? Toch immers niemand meer. Het fiscale regiem en de inflatie stelde een ieder die nog waarde hechtte aan sparen in het ongelijk.
Zo zouden we door kunnen gaan. Maar wat veel erger is, we verloren ook elk zicht op God, in wiens hand ons leven is. Dat we slechts door Zijn hand leven kunnen, was nog wel iets wat we misschien zondag's in de kerk nog wel toestemden, maar leefde het ook bij ons in de werkweek die daarop volgde? Als we daaraan nog weleens dachten,
Als we daaraan nog weleens dachten, werd het wel snel ondergesneeuwd door de bijna onbegrensde mogelijkheden, die de techniek ons bood. We gingen aan het onverbiddelijke van de dood knabbelen en ontwierpen een uitgebreide redenering om over beginnend leven te beschikken. Het gevolg van het een en ander was, dat we daarbij steeds meer op onszelf gewoipen werden. We gevoelden dat echter niet zo erg omdat we er steeds weer in slaagden oplossingen voor de ontstane pijn te vinden. Vandaag zet de pijn door. Plotseling
Vandaag zet de pijn door. Plotseling blijkt de bron die onze welvaart voedde niet zo gewillig meer te vloeien. Er komen allerlei haperingen voor. De inflatie en de rente stijgen snel, terwijl de herstructureringen van onze industrie maar moeizaam verloopt. De vrees dat we morgen misschien wel met minder toemoeten dan vandaag, uit zich in stakingen en arbeidsonrust.
Vooral de situatie in de bouwnijverheid toont uiterst verontrustende signalen. Zo berichtte deze week de Volks-krant dat van de 49.000 voor dit jaar geplande vergunningen voor premiekoopwoningen er in het eerste kwartaal slechts 3.160 zijn uitgegeven. Ook he aantal te bouwen premiehuurwoningen blijft ver onder de raming, om maar te zwijgen over de problemen rond de woningwetbouw.
Met deze terugloop in de bedrijvigheid wordt een flink deel van onze bevolking geconfronteerd, want in de bouw en de met de bouw samenhangende toeleveringsbedrijven werken een 700.000 mensen. Dat is ongeveer zestien procent van onze beroepsbevolking. Het is duidelijk, dat daarmede onze gehele economie een ernstige slag wordt toegebracht. Zullen we die plotseling ontstane
Zullen we die plotseling ontstane moeilijkheden kunnen opvangen? Die vraag houdt vandaag velen bezig. IJverig wordt reeds naar oplossingen gezocht. Het vinden van die oplossingen wordt nogeens extra bemoeilijkt door het feit, dat wij het afgeleerd hebben om op God te zien. Dat is het trieste van de problemen waarin we vandaag terechtgekomen zijn. We weten de weg niet meer, hoe geholpen te worden. Christenen, zo lazen we ergens, zijn
eigenlijk hulpbehoevende mensen, ze moeten steeds weer door een Aijder worden geholpen. Het is een recept dat ons vandaag niet zo erg meer smaakt, wij willen liever zelf de problemen oplossen. Misschien worden ze echter wel zo groot, d.it ze boven onze macht gaan. Misschien worden we dan we gedwongen om ons te laten helpen of zullen we dat blijven weigeren. Dan zullen we dat ook weten. Maar dan wordt het leven onleefbaar!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
