Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

5 — Hiermee bereiken zij echter niets. De hopman begrijpt dit ook. Hij is woedend en stampvoet van ergernis.

„Hen achterna mannen!" schreeuwt hij hees van woede. Zelf begeeft hij zich reeds in het water, gevolgd door nog enkele van zijn mannen.

„Grijpt die kerels levend!" brult de hopman terwijl hij achterom kijkt om te zien waar de anderen blijven. „Doe het niet hopman!" waarschuwen

„Doe het niet hopman!" waarschuwen enkele soldaten. „De plas is modderig, u zult nog verdrinken!"

De hopman is echter e eneigenwijze kerel en meent het wel te kunnen. Woedend kijkt hij naar de achterblijvende soldaten.

„Lafaards zijn jullie!" schreeuwt hij en zijn stem slaat over van kwaadheid. „Onze hopman wil de gouden dukaten verdienen die er op het hoofd van de ketter staan", spotten sommigen. „Nu, hij kan z'n gang wel gaan, maar ons niet gezien". Geert heeft inmiddels de overzijde bereikt. Hij legt de uitgeputte drenkeling achter de struiken en zorgt er voor dat deze goed beschut is tegen het vuur van de vijand. Zelf is hij ook doodmoe, maar hij weet dat er nu geen tijd is om uit te rusten. Voorzichtig sluipt hij naar de plaats waar hij zoeven nog gelegen heeft en grijpt z'n musket. De Spanjaarden kunnen hem niet zien, want hij ligt geheel verborgen achter het kreupelhout.

De jager klemt de tanden op elkaar en zijn gelaat vertoont een vastberaden trek. In het uur van gevaar staat hij z'n mannetje en een blinde woede maakt zich van Geert Lammers meester nu de vijand hem op de hielen zit. Woede en wraak vervult het hart van de jonge jager. Thans ziet hij z'n vader weer voor zich en hij denkt aan het moment dat hij bloedige wraak gezworen heeft aan alles wat Spaans of paaps is. Het staat Geert wel vast dat de vluchteling ook een man is die de roomse kerk „ketter" noemt en hij is vast besloten zijn leven, en dat van dev luchteling, tot het uiterste te verdedigen. Behoedzaam, maar met vaste hand

Behoedzaam, maar met vaste hand legt de jager aan op de Spaanse hopman. Een doffe knal weerklinkt en... zijn

Een doffe knal weerklinkt en... zijn bijna nooit missend schot treft de vijand midden in het gelaat. De Spanjaard zwaait enkele malen met z'n wapen en stort dan ruggelings in het water. Hij is dood! „Die doet voorlopig geen kwaad meer",

„Die doet voorlopig geen kwaad meer", gromt Geert tevreden. „Nu de anderen nog". Voor de tweede maal legt hij aan om opnieuw een vijand te treffen. „Niet schieten jongeling", klinkt plotseling de stem van de drenkeling die inmiddels uit z'n bewusteloosheid ontwaakt is, waarschijnlijk door het schot van Geert. „Bezoedelt uw handen niet aan het bloed van hen die de Gemeente Gods vervolgen. Bedenk dat ook zij een ziel te verliezen hebben voor de eeuwigheid". Verbaasd laat de jager z'n wapen zakken, de Spanjaarden aan de overzijde echter goed in het oog houdend. Dezen vluchten echter verschrikt het griendhout in.

Ze zien dat hun hopman dood is en, bang dat het moordend schot van de jager ook hen zal treffen, zoeken ze hun heil in een overhaaste vlucht.

Hun makkers, die de hopman gevolgd zijn in het water, zijn dapperder en leggen hun musketten aan. Ze vuren in de richting van de struiken waar Geert verborgen ligt .Hun schoten treffen hem echter niet, maar wel hoort Geert plotseling een erbarmelijk gehuil. Zijn hond, die vlak naast hem ligt, is getroffen en kijkt zijn meester klagend aan.

De jager werpt een snelle blik op z'n trouwe metgezel maar ziet tot zijn grote spijt dat Pluto nog enkele stuiptrekkingen doet om dan dood te blijven liggen. Nu kent de woede van Geert geen grenzen meer. Hij was gehecht aan z'n hond en de gedachte dat hij het trouwe dier moet missen maakt hem razend. De Spanjaarden vuren nog steeds in zijn richting, wat hen echter duur zal komen te staan. Nauwkeurig richt de jager z'n musket en treft een van z'n vijanden in de borst. Het slachtoffer valt dodelijk getroffen in het water. De overigen maken zich zo snel mogelijk uit de voeten en hollen hun makkers na.

„Het is of Beëlzebul de ketters bijstaat", hijgt een van hen. „Die kerel schiet als een razende", meens een ander. Ze hebben hun makkers spoedig ingehaald. De een voor de ander durft niet terug te keren naar de plaats des onheils. Vloekend en scheldend begeven ze zich naar Bergen om hun kapitein melding te maken van het gebeurde. Geert kijkt de troep na. Een spottend lachje kmlt om z'n lippen. „Daar gaan de helden", spot hij. „Het is belachelijk! Voor twee man vluchten er wel tien". Hij kijkt naar z'n hond. „Arm dier", mompelt hij, „nu zal ik het voortaan zonder jou moeten doen".

Er klinks iets weemoedigs in de stem van de stoere jager. Hij hield van z'n trouwe makker. Hij neemt het dode dier in z'n armen en legt het achter een oude knotwüg. „Morgen krijg je een eeirlijke begrafenis", mompelt Wj.

Nu wendt hij zich tot de vreemdeling die inmiddels zwijgend heeft toegezien. „Zeg eens vriend, wie zijt ge en waar komt ge eigenlijk vandaan? Mij dunkt, de Spanjolen hebben het nogal op u voorzien". „Als Ut van voren af aan mag beginnen om uw vragen te beantwoorden", antwoordt de man... „Ik ben afkomstig uit de Noordelijke Nederlanden en mijnn aam is Jacob Foppesz. En wat betreft de achtervolging door de Spanjaarden, daarover zou ik u nogal het een en ander kunnen vertellen, 't Is hier echter nu niet bepaald de geschikte plaats om dit te doen en bovendien ben ik doornat en doodmoe. Ik zal u maar niet langer lastig vallen en het lijkt me beter om nu afscheid te nemen. Maar laat ik u dan eerst hartelijk danken voor uw redding. Zonder uw hulp was ik verloren geweest en was ik zeker in de handen van de Spanjaarden gevallen. Daarom ben ik u naast God, bijzonder dankbaar voor uw moedig optreden". Met uitgestoken hand stapt de vreem

Met uitgestoken hand stapt de vreemdeling op Geert toe en wil deze bedanken. „Geen dank Foppesz.", weert de jager echter af. „Ik deed slechts mijn plicht tegenover een medemens. Maar u wilt afscheid van me nemen? Ze gemakkelijk komt ge er echter niet af hoor. Ge maakt me nieuwsgierig door te zeggen dat er aan uw achtervolging door de spekken nogal het een en ander verbonden zit. Deze geschiedenis zou ik graag van u vernemen. Maar kom, het is hier niet de juiste plaats om dit te vertellen. Laten we naar mijn woning gaan en zien of daar droge kleren zijn. Foppesz. maakt hiertegen geen bezwaar en samen begeven de mannen zich op pad. Zwijgend lopen ze een eindweegs voort. Foppesz. is de eerste die het stilzwijgen verbreekt. „Ge schijnt nogal een haat te hebben tegen de Spanjaarden", begint hij terwijl hij Geert van terzijde aankijkt. „Ik heb tenminste gezien hoe verbitterd ge uw musket aanlegde op de vijanden en u zult het me vast niet kwalijk nemen dat ik daar mijn gevolgtrekkingen uit neem." Geert haalt met ene onverschillig gebaar de schouders op. „Dat zou een ieder in mijn plaats gedaan hebben", meent hij. ,De spekken zijn toch onze vijanden?"

„Dat zijn ze inderdaad", antwoordt Foppesz., „maar we mogen hen nooit uit bittere haat of nijd bestrijden. De Heere zegt in Zijn Woord: Mij komt de wrake toe, en daaraan hebben wij ons te houden".

„Ge praat precies eender als m'n vader", antwoordt Geert. „Ik moet eerlijk toegeven dat uw mening juist is, maar toch denk ik er niet zo gemakkelijk over als u. Ik zal u in het kort vertellen waarom dit zo is. Mijn vader vond de dood in de vlammen, wordt varvolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1980

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1980

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's