Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

BARNABAS' BLIJDSCHAP Dewelke, daar gekomen zijnde en de genade Gods ziende, werd verblijd . . . (Hand. 11 : 23a)

In Antiochië is een gemeente van Jezus Christus ontstaan. De enige Naam tot zaligheid is er verkondigd en een groot aantal mensen zijn tot het geloof en bekering gekomen. Dat is geen kleinigheid. Want Antiochië ligt niet ergens achteraf, in een uithoek van de wereld. Het is het middelpunt van het Griekse cultuurleven. Maar ook het brandpunt van de ongerechtigheid.

En in deze stad, waar de troon van de satan staat, richt de Heere Zijn troon op. Als HIJ werkt, wie zal het keren? In Jeruzalem hebben de berichten

In Jeruzalem hebben de berichten uit Antiochië grote indruk gemaakt. En dan besluit de gemeente in Jeruzalem dat één van hen maar eens een kijkje moet gaan nemen in die stad, waar de Heere zulke grote dingen heeft gedaan. Zo gaat-Barnabas op reis naar Antiochië. Barnabas, een Griek, geboortig uit Cyprus. Een man, vol van het geloof en van de Heilige Geest.

Hij moet een reis maken van ongeveer 500 kilometer. Zonder vervoermiddel. Helemaal te voet. Maar over die reis horen we geen woord. Lukas vertelt ons alleen maar over zijn aankomst: „Dewelke, daar gekomen zijnde, en de genade Gods ziende..."

In Antiodhië zeggen ze niet tegen Barnabas: „We hebben hier zulke beste dominees en zulke voUe kerken en zulke hoge koliekten." Dat is op zichzelf een verblijdende zaak. Als het Woord verkondigd en récht verkondigd wordt. Als de mensen komen om het Woord te horen. En als ze veel over hebben voor de dienst van God. Dat is ook genade. Maar Barnabas ziet in Antiochië veel

Maar Barnabas ziet in Antiochië veel méér. Hij ziet er DE genade Gods. En dat is in de Handelingen der Apostelen altijd: de kracht die van de Vader en van de verhoogde Christus uitgaat. De kracht van de Heilige Geest Die met het Woord door de wereld gaat. Die de apostelen in staat stelt om het Evangelie te verkondigen. Die mensenharten overwint en inwint voor de Heere en Zijn dienst. De genade Gods — het teken van

De genade Gods — het teken van Zijn aanwezigheid. De openbaring van Zijn majesteit en heerlijkheid in de gemeente en in de harten van mensen. Ze zullen in Antiochië Barnabas hebben meegenomen naar de samenkomst van de gemeente. En daar was de bediening van het Woord in betoning van Geest en kracht. Ze zullen hem meegenomen hebben naar de huizen en daar waren mannen en vrouwen die spraken en zongen tot eer van de Heere. En daar was nu niets' van-de mensen bij. Dat was Gods werk. Dat was de genade Gods. En genade — het woord zegt het — is iets dat je krijgt. Waar je alleen maar „dank-U-wel" voor kunt zeggen.

Is die genade Gods ook onder ons te zien?

Want het is genade dat Zijn Woord tot ons gekomen is. Genade dat dat Woord onder ons mag worden verkon digd. Dat dat Woord Zijn werk doet, door de kracht van de Heilige Geest. Genade wanneer de Geest wederbaart, overtuigt, vernieuwt, onderwijst, vermaant, vertroost. Genade dat de Geest onvruchtbare mensen vervult met vruchten der gerechtigheid. Genade dat Hij ons leeg maakt van onszelf en ons vervult tot alle volheid Gods.

Zijn er onder ons zulke tastbare blijken van Gods genade? ,Bent u zelf zo'n leesbare brief van Christus?

Barnabas vindt ze in Antiochië en hij is er blij mee. De genade Gods ziende werd hij verblijd. Het staat er zo mooi in het Grieks, het is haast een woordspeling, die in onze taal niet weer te geven is. We zouden het moeten vertalen: „Toen hij de genade zag was hij blij in de genade." Dat is het nu. Van vreugde opspringen in de God van alle genade.

Dat heeft Barnabas, dat hebben al Gods dienstknechten, van de Heere Jezus Zelf. Toen de zeventig gezondenen terugkeerden van hun tocht door Palestina, toen verheugde Jezus Zich in de Geest en dankte Zijn Vader.

En welke dienaar van het Woord zou niet blij zijn als hij die genade ziet? Ze hebben allemaal weleens een inzinking. Zó, dat ze zeggen: „Heere, wie heeft onze prediking geloofd?"

Maar als ze de blijken van Gods genade zien, dan zijn ze verheugd in God. Dan vragen ze: „Heere, wilt U nog méér Uw genade verheerlijken?" En dat wordt een pleitgrond: „Uw werk, Heere, houd dat in het leven in het midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren."

Dan zingen zij, in God verblijd, aan Hem gewijd van 's Heeren wegen!

W. V. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's