Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

V E R V O L G V E R H A A L

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historisch verhaal uit het jaar 1572

Den Hertog's Uitgeverg — Utrecht

„De monniken zullen zich wel niet zo hevig hebben verweerd om een van hun makkers de kans te geven de spekken te waarschuwen", meent Klaas. „Waarlangs zou die dan ontsnapt moeten zijn? De poort wordt toch bewaakt door onze makkers. Maar je moet niet vergeten dat de monniken hun schatten als heilig beschouwen. Daarom zullen ze zich zo hevig hebben verweerd". ,Ik hoop het", zegt Geert, maar aan

,Ik hoop het", zegt Geert, maar aan zijn stem is het te horen dat hij niet erg gerustgesteld is.

Ze zijn nu weer in de gang gekomen waar Ripperda ongeduldig op hen staat te wachten. „Waar zijn de gevangenen?" vraagt hij,

„Waar zijn de gevangenen?" vraagt hij, „of heb je ze niet gevonden?"

Geert schudt ontkennend het hoofd. „Geen spoor van hen te ontdekken", moppert hij. „We hebben aUes nauwkeurig onderzocht maar kunnen niets vinden".

„Vraagt u het de abt maar eens", stelt Klaas voor.

Ripperda probeert het. Hij richt zich tot de monniken die inmiddels alle ijver aan de dag leggen, hun heUigen aan te roepen. „Hou nu maar eens op met dat akelige

„Hou nu maar eens op met dat akelige gemurmel!" roept de geuzenaanvoerder.

„Is de abt hier?"

Een man van middelbare leeftijd treedt naar voren. Met gluiperige ogen loert hij naar Ripperda. Deze krijgt meteen al een slechte indruk van de abt en besluit hem fors aan te pakken.

„Ik ben de abt", antwoordt de monnik uit de hoogte, „wat wilt u wel van mij?" „Niets anders dan dat u me even vlug

„Niets anders dan dat u me even vlug vertelt waar de gevangenen zijn", antwoordt Ripperda even brutaal terug. De abt doet alsof hij heel verwonderd

De abt doet alsof hij heel verwonderd is.

„Gevangenen?" vraagt hij, „die zijn hier niet. In ons klooster hebben we geen gevangenen".

„Die monnik liegt!" roept een der geuzen verontwaardigd over zoveel brutaliteit van de abt. „Hou je mond!" beveelt Ripperda. Dan

„Hou je mond!" beveelt Ripperda. Dan zich tot de abt wendend: „Spreek de waarheid vadertje, want ik weet zeker dat hier gevangenen zitten".

De abt maakt een onverschillig gebaar en haalt de schouders op. „Als u dat dan zo zeker weet, moet u ze gaan zoeken", antwoordt hij brutaal. „Ik zeg dat hier niemand gevangen zit en mijn woord is de waarheid".

Ripperda's geduld is nu ten einde. Hij trekt zijn dolk en zet het wapen de abt Vrijdag, 20 juni 1980. op de borst.

„Voor de laatste maal", waarschuwt hij, „wijs me de weg naar de cellen, en zo niet, dan steek ik je dit mes tussen de ribben". De abt merkt dat Ripperda niet met

De abt merkt dat Ripperda niet met zich laat spotten. Verschrikt wijkt hij een stap achteruit. Dit bekomt hem echter slecht. Achter hem. staat Geert die zijn mes heeft getrokken en het de abt in de rug heeft gezet. Schreeuwend van pijn steekt de monnik zijn handen omhoog.

„Genade mensen!" roept hij verschrikt. „Ik zal u de cellen wijzen".

„En vlug een beetje; we hebben weinig tijd!" gebiedt Ripperda.

Dit schijnt de abt echter juist naar de zin te zijn. Zonder ook maar de minste haast te maken sloft hij de gang in. Zo nu en dan blijft hij staan en tast met een pijnlijk gezicht naar zijn rug. „We moeten voortmaken", fluistert

„We moeten voortmaken", fluistert Geert Ripperda in het oor. „Het bevalt me hier niets. De monniken trachten tijd te winnen en dat staat me niets aan". Ripperda knikt instemmend. Hij be

Ripperda knikt instemmend. Hij begrijpt Geert onmiddellijk en weet dat de tijd thans kostbaar is. Hij geeft de abt een fikse por in de rug. „Maak wat voort man!" bijt hij de

„Maak wat voort man!" bijt hij de monnik toe, „anders loopt het slecht met je af. Ik heb toch reeds gezegd dat we weinig tijd hebben".

De abt loopt nu iets vlugger. Aan het eind van de gang slaat hij links af, een zijgang in. Deze gang leidt naar de noordelijke vleugel van het gebouw. Het is daar aardedonker...

„Maak eens licht!" gebiedt Ripperda. Een achttal geuzen is hem gevolgd. De anderen zijn bij de monniken achtergebleven. Een der geuzen steekt een kaars aan. Nu gaat het beter. Aan het eind van de nauwe gang staat de abt stU. Hij schijnt te twijfelen. „Maak voort man!" gebiedt Ripperda

„Maak voort man!" gebiedt Ripperda nogmaals. Hij is zelf ook niet erg op zijn gemak. Het duurt te lang. Eerst het gevecht met de monniken en nu de speurtocht naar de cellen. Het zit hen niet mee. De abt tracht zich echter te veront

De abt tracht zich echter te verontschuldigen. „Ik kan me niet bukken, mijn rug doet zo'n pijn", klaagt hij. „Ga dan maar op je knieën liggen",

„Ga dan maar op je knieën liggen", stelt Ripperda voor.

De monnik laat zich me een pijnlijk gezicht op de knieën zakken. Met zijn hand duwt hij een steen in de zijmuur opzij. Nieuwsgierig kijken de geuzen toe.

„Die steen zit er los in", mompelt Klaas die de bewegingen van de abt nauwlettend volgt.

Deze steekt nu zijn hand door het gat dat vrijgekomen is en drukt op een knop aan de andere zijde van de muur. Plotseling horen de geuzen een metaalklank alsof er een veer terugspringt. Voor hun ogen opent zich een groot luik, dat in de vloer gemetseld is.

Nieuwsgierig blikken ze in de donkere kelder. Een smalle trap voert naar beneden. Ripperda is de eerste die de trap afdaalt. Nog drie geuzen volgen hun aanvoerder. „Wacht even Ripperda", waarschuwt

„Wacht even Ripperda", waarschuwt Geert, „laten we eerst de abt binden, want evengoed als hij het luik kan openen, kan hij het ook weer sluiten en dan zitten we als ratten in de val".

Ripperda werpt Geert een dankbare blik toe. „Je hebt gelijk man", antwoordt hij. „Dom van me dat ik daar niet eerder aan gedacht heb".

Hij geeft bevel de abt te binden. Deze denkt niet aan tegenstand. Daarvoor doet zijn rug teveel pijn. Wel kijkt hij woedend naar Geert, die zijn plan heeft doorzien.

„Vermaledijde ketter", sist hij, „uw straf zal u niet ontgaan".

Geert keurt hem geen blik waardig maar volgt Ripperda naar de kelder. Hij telt vlug de celdeuren. Het zijn er twaalf.

„Hier zijn de cellen!" juicht Ripperda, „maar nu de sleutels nog".

Spoedig worden deze ontdekt. Ze hangen aan een spijker in de muur. Nu duurt het niet lang meer of de gevangenen zijn bevrijd. De vreugde is onbeschrijfelijk. Ripperda drukt de verloofde van zijn dochter de hand.

„Wie had dat ooit kunnen denken!" roept deze verheugd uit. „Ik had gedacht dat ik Annie nooit zou weerzien! Hoe zal ik u daarvoor danken Ripperda".

„Mij hoef je niet te danken jongen, maar God, want Hij verloste jou uit deze gevangenis. Maar kom, we moeten voortmaken! Volg mij mensen!"

De gevangenen volgen hun redders naar boven. Sommigen van hen kunnen alleen de trap niet beklimmen en worden ondersteund door de mannen van Ripperda. De ruwe kerels zijn ontroerd bij het zien van zoveel naamloze ellende. Het merendeel van de gevangenen is in lompen gehuld. Hun gezichten zijn bleek en hun lichamen vermagerd. De ogen liggen diep in hun kassen. Onder hen bevinden zich ook enkele meisjes. Hun wangen zijn verbleekt en het is hun aan te zien dat zij veel ellende hebben doorstaan. Hun ogen staan dof en kijken somber de wereld in. Het is ook geen wonder! Aan allerlei folteringen hebben de ongelukkigen blootgestaan!

„Jullie zullen hier wel honger hebben geleden", veronderstelt een lange geus die een ongeveer achttienjarig meisje ondersteunt.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 juni 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 juni 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's