Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

lene miene mutte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

lene miene mutte

ZEEUWSE WANDELINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vreemde titel voor een boek, onbegrijpelijk misschien voor velen. Er is een oud aftel versje:

„iene miene mutte

tien pond grutte

tien pond kaas

iene miene mutte is de haas". Een kinderversje, en de ondertitel van

Een kinderversje, en de ondertitel van het boek luidt dan ook: „Kinderen van alle tijden".

Het gaat dan ook over kinderen, van de geboorte totdat ze gaan trouwen. Over kinderspelen en kinderkleding, kinderarbeid en schoolgaande kinderen. Er wordt veel verteld over de jeugd bij de Grieken en Romeinen van een paar duizend jaar geleden.

De helft ongeveer van het boek vrordt ingenomen door reproducties van oude schilderijen en platen. In dit artikel wil ik er iets over vertellen, waarmee We ook in onze provincie te maken hebben gehad.

« Geboorte.

In 1900 verscheen er van de Zweedse psychologe Ellen Key een boek, dat in het Nederlands de titel heeft „de eeuw van het kind". Toen geloofden de kinderen nog in het verhaaltje, dat de ooievaars hen en hun broertjes en zu.sjes gebracht hadden. De vogel had hen uit het water gevist en naar de plaats van bestemming gebracht. Daarom stond hij altijd bij het water! Deze langsnavelige vissers kwamen ook vroeger in Zeeland voor, ze zijn in ons zeldzame vogels geworden. Den Haag heeft nog een ooievaar in liet stadswapen. Bij de geboorte in een paleis waren

Bij de geboorte in een paleis waren vroeger altijd veel mensen tegenwoordig om te kunnen zien dat hel kind werkelijk geboren was en niet een vreemd kind binnengesmokkeld. Dit in verband met de wettige troonopvolging. Pas geboren kinderen werden vroeger

Pas geboren kinderen werden vroeger stijf ingebakerd, het waren onbeweeglijke pakjes jong mensenleven. Uit het woord „ingebakerd" ziet u dat er dikwijls een baker aan te pas kwam. Vrouwen die er graag wat bij verdienden en die door een groot aantal geboorten veel ervaring hadden. Ook van kinderziekten, vroeger stierven er veel jonge kinderen. Evenals de moeders die kraamvrouwenkoorts kregen, waaraan weinig te doen was. De medische wetenschap was toen nog niet ver gevorderd. Als men de levensloop van bekende mannen uit de geschiedenis leest, bemerkt men dat velen twee tot vier keer getrouwd zijn geweest (b.v. Michiel de Ruijter, prins Willem van Oranje).

Voorname vrouwen achtten het beneden haar waardigheid om zelf het kind te zogen: er werd een min gezocht om dit te doen.

Bij de komst van een nieuwe boreling werden dikwijls grote gastmalen gehouden, bij welgestelde ouders natuurlijk, evenals bij het dopen van de kinderen. Toen alles nog Rooms was, werden de kinderen op hun geboortedag reeds gedoopt. Volgens hun geloof zwierven ongedoopte kinderen bij hun dood rond en vond hun ziel geen rust in het hiernamaals. Tegenwoordig laten veel roomss ouders hun kind eerst dopen als de moeder hersteld is en er bij kan zijn.

In oude tijden werden er dikwijls kinderoffers gebracht aan de goden. In 2 Koningen 23 : 10 gebeurde dit aan Moloch, de god van het vuur. In Leviticus 20 wordt dat ten strengste aan de Israëlieten verboden.

In Sparta in het oude Griekenland werden de jongens sterk geselecteerd, alleen de sterken mochten in leven blijven en kregen een strenge opvoeding om later in het leger te kunnen dienen. Men spreekt nog wel van een Spartaanse opvoeding. De zwakken en gebrekkigen werden van een rots te pletter gegooid, verdronken of te vondeling gelegd. De moeder had het kind gebaard op het schild van haar man. Meisjes telden niet mee in vele ge

Meisjes telden niet mee in vele gevallen: ze waren duur, bij het trouwer moest men een bruidschat voor haar leveren, trouwden ze niet dan moest men het hek leven voor haar blijven zorgen. Maar jongens konden helpen werken, daarom had men in arme gezinnen graag veel kinderen en liefst jongens. Ze konden mee helpen verdienen, op jonge leeftijd soms al, en op die manier het schrale inkomen wat vergroten.

Naar school.

Niet alle kinderen konden de spreuk nazeggen: „mijn leren is spelen". In het begin van deze eeuw werd de leerplicht enkele jaren naar school te gaan, nog niet zo lang als tegenwoordig. Maar ze leerden in ieder geval een beetje lezen, schrijven en rekenen.

Voordien deed ieder op onderwijsgebied wat goed was in zijn ogen. Kinderen van gegoede ouders bezochten eeuwen geleden al het gymnasium en de universiteit. Uit de geschiedenis kennen We de namen van tal van geleerden.

Maar er waren ook veel armen in ons land, tot in de vorige eeuw. De stadsdokter Coronel te Middelburg heeft hierover in 1859 een boek geschreven. Hij had allee met eigen ogen gezien. In sommige buurten waren de woontoestanden erbarmelijk en de verdiensten klein, ook wel door luiheid en misbruik van drank. Gelukkig als dan de kinderen er nog wat konden bijverdienen, in de spinnerijen en weef inrichtingen. Soms van 5 uur 's morgens tot ', uur 's avonds. Heel jonge kinderen dikwijls van nauwelijks 6 jaar. In 187'' heeft minister Van Houten door zijn kinderwet hieraan een eind gemaakt.

Ook In de touwslagerijen kon men kinderen goed gebruiken. We weten het van Michiel de Ruijter:

„in een blauwgeruite kiel

draaide hij aan 't grote wiel".

Dat wiel is nog te zien in het museum te Vlissingen.

Van schoolgaan kwam niet veel terecht, temeer daar het niet verplicht was.

In zo'n oude school stond een katheder waarin de schoolmeester troonde. Hieraan hingen een roede en een plak, die veel gebruikt werden. Naar de Spreuken van Salomo: „hoe scherper roe, hoe liever kind". Ook een bord met een ezel erop, bestemd voor domme leerlingen Zou daarom de ezel nog steeds doorgaan voor een dom dier? Wat hij helemaal niet is, immers een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen! Mensen soms wel veel meer dan twee keer.

Op de lessenaar lag de wollen ongeluksvogeJ. die naar een al te luidruchtige leerling gegooid werd. Die moest hem weer terug brengen en zijn hand ophouden voor een aantal slagen met de plak.

Men schreef toen met pennen van ganzeveren. de onderwijzer moest er dikwijls met een scherp mes een nieuwe punt aan snijden. Het mooiste schrift vond men dat met de vele krullen aan de letters, de hoofdletters waren soms ware kunststukken.

Eerst moefl men het abc kunnen opzeggen, dan ging men door middel van het leesplan leren lezen. Volgens de lettermethode: precies zoals men in het abc de letters uitsprak. Maar in een woord hebben de letters een andere klank. De pedagoog Hoogeveen vond het letterplankje met aap-noot-miesenz. uit, waarmee men volgens de klankmelhode veel beter kon leren lezen.

De schoolgebouwen zagen er primitief uit, mms was het een onderdeel van de onderwijzerswoning.

De onderwijzer verdiende • niet veel, hoe meer leerlingen des te voordeliger, dat bracht meer schoolgeld op. Hij was terecht een „kale" schoolmeester. Met andere baantjes verdiende hij er nog wat bij, zoals klokluider, voorlezer en voorzanger in de kerk, grafdelver.

Bij de benoeming lette men soms meer op de kwaliteit van zijn stem dan op zijn pedagogische talenten. EiSzijn echter ook prima schoolmeesters geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

lene miene mutte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's