Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gedenkt der gevangenen". Heb. 13 : 3 a

„Doch de overste der schenkers gedacht aan Jozef niet, maar vergat hem". Jozef, die de schenker gevraagd had om bij de koning te pleiten voor zijn bevrijding uit de gevangenis, werd helemaal vergeten. De schenker zelf bevrijd uit de gevangenis, ging in zijn dagelijkse beslommeringen weer op en er was geen enkele gedacht meer aan zijn vroegere medegevangenen. Ja, zo is een mens nu eenmaal, zegt u. Maar de Schrift en de schenker noemen deze nalatigheid: zonde! Het is een zonde die de Heere niet ongewroken zal laten, indien wij de gevangenen vergeten. Ten zij het ons brengt aan de voeten des Heeren in oprechte schuldbelijdenis. Als we met de schenker van het Egyptische hof mogen belijden voor de Heere: „Ik gedenk heden aan mijn zonden", dan is er voor deze nalatigheid vergeving te verkrijgen in het reinigende bloed van Christus.

De Hebreeën worden vermaand: de gevangenen te gedenken, alsof zij medegevangenen waren.

Tevoren waren sommige mede-broeders en zusters in de gevangenis geworpen. Niet als misdadigers, die de Wet Gods of van de keizer hadden overtreden maar als slachtschapen Christi. Zij moesten hun geloof met hun vrijheid, sommigen met hun leven betalen. Nu wisten ze wat opsluiting, ondervoeding, bespotting, slagen en vernedering betekenden. Wat een bemoediging en vertroosting, ontvingen ze echter van hun medebroeders! Hoe verkwikkend was het dat zij, zelf in gevangenschap verkerende, toch ondervonden: „Als één lid lijdt, lijden alle leden".

Nu dreigt echter verslapping. De gemeenschap met God door de Heilige Geest neemt af. De liefde verkoelt. Gods verborgen omgang wordt niet meer gekend. De Overste Leidsman is uit het gezicht verdwenen. En wat Is het gevolg? Dat ook de broeders in de verdrukking uit het gezichtsveld verdwijnen. Vandaar de opdracht van de apostel: Gedenk der gevangenen alsof gij mede-gevangene waart.

Het is ook een opdracht aan ons. In het Westen is het, denk ik, donkerder dan in het Oosten. Bij ons is het donker èn in de wereld, die met Gods Wet afrekent, èn in de Kerk, waar het al niet beter mee gesteld is. In het Oosten, achter het IJzeren bamboegordijn, is het donker in de wereld maar in vele opzichten Ucht in de Kerk.

Licht in de harten der gelovigen. Omdat him verdrukking veel is, is ook hun vertroosting overvloedig geworden. Niet dat allen die zich daar Christen noemen ook oprechte christenen zijn, met de Geest van Christus gezalfd. Maar ze zijn er wel. Er zijn er zelfs velen.

En misschien is het zelfs zo dat zij, in de verdrukking meer aan ons denken, die leven in een moreel gezien ontredderde wereld, dan wij aan hen!

Laat het zo niet mogen zijn (Er behoort bij ons gebed te zijn tot de God des levens). Gedenken wij aan de gevangenen, dan gedenken wij aan Christus Zelf. Hij heeft Zich eenmaal laten binden voor de zonde, opdat wij ontbonden werden. Hij Rechtvaardig voor de onrechtvaardigen. Wat krijgt een gebonden, met schuld beladen zondaar Hem lief in de weg van Zijn lijden en vrijwillige vernedering. Wat wordt Hij ons lief, naarmate we meer en meer leren dat we gebonden slaven zijn van de zonden, die straks moeten horen: Bindt zijn handen en zijn voeten en werpt hem in de buitenste duisternis. Zijn het niet deze woorden die de Vader heeft gesproken ten aanzien van Zijn Zoon? Ja, het is voor de Kerk een troost dat het Hoofd zich liet binden. Maar nóg is Hij gebonden! Namelijk in zijn leden hier op aarde.

Die in de gevangenis huizen, behoren Hém toe. Die aan hén gedenkt, gedenkt aan Hem! Die hén bewijst en aandacht schenkt, komt tot Hem! Die hén negeert, bedroeft Hem, die hun Koning is en Hoofd, hun Vriend en Bruidegom. Gedenkt der gevangenen. Ze zijn er altijd geweest. Ik denk aan Jozef, onrechtvaardig veroordeeld. Gevangengezet vanwege zijn trouw aan God. Denk aan Daniël, die hem haatten, waren meer dan de haren van zijn hoofd. Denk aan Petrus, wat had hij voor kwaads gedaan? Jacobus, Petrus, Johannes, gevangenen om Jezus' wil, om het werk der genade dat Christus in hem verrichtte, waardoor ze geheiligd werden, en omdat zij van de wereld niet waren, daarom haatte hen de wereld.

Gedenkt der gevangenen. Ze zijn nóg. O, laten we ze niet vergeten. Laten we de troon der genade aanlopen. Laat van ons geezgd worden, ten dezen: „Ze liepen als een stroom Hem aan. Hij liet hen nimmer schaamrood staan!"

Gedenkt der gevangenen. Wij zijn vrij. Maar niet vrij om hen te vergeten. Het ligt wel voor de hand. Het geslacht der schenkers is nog niet uitgestorven. Laat het op deze dag mogen zijn: „Ik gedenk heden aan mijn zonde". Dat moet ook uw predikant gedurig nazeggen. Dat de Heere Zich over ons allen ontfermt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's