Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uniek in Europa: Nederland heeft zijde-museum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uniek in Europa: Nederland heeft zijde-museum

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanaf eerste Pinksterdag (25 mei) is Nederland in de Wouwse Plantage (N. B.) zijn eerste Zijde-Museum rijk. Daarin zijn o.a. een echte zijde-telerij, -spinnerij, -weverij en -ververij te zien. Vooral de zijde-telerij is heel bijzonder en uniek voor Europa, want de daadwerkelijke zijdeteelt wordt hier nergens meer uitgeoefend.

Doodstraf

De zijdecultuur is al heel oud. Volgens overleveringen zou de Chinese keizerin Hsi-Lmgs-bhi, die tevens het weetgetouw uitvond, al in 2640 v. Chr. voor het eerst een zijdecultuur hehben opgezet. Ondanks pogingen van het Westen zouden de Chinezen het geheim van de zijdeteelt zorgvuldig geheim hebben gehouden: op verraad stond zelfs de doodstraf. Omstreeks het jaar 3U0 schijnen echter enkele slimme monniken de kennis van de zijdeteelt mèt enkele eitjes van de zijderups naar het Westen te hebben gesmokkeld, m-aar ook gaat het verhaal dat omstreeks die tijd Chinese meisjes met cocons en eieren naar Japan ontvoerd zijn. Al spoedig ontstond er, vooral in Italië, Frankrijk en Hongarije, een bloeiende zijdeteelt. Maar hoewel nog geen eeuw geleden de Riióne-vallei nog een en al vlinder en zijdefabriek was, is sinds de Tweede Wereldoorlog de zijdeteelt, omdat deze niet meer rendabel was, uit geheel Europa verdwenen en is China weer vrijwel de enige leverancier van ruwe zijde en zijdedraad geworden. Die wordt dan wel weer in andere landen, waaronder Frankrijk, geweven.

Van rups tot bloesje.

De zijdeteelt is een uiterst moeizaam proces, waarin de initiatiefneemsters van Ter Zijde (zo heet het nieuwe zijdecentrum) mevrouw W. Mosmans en haar dochter Annemarie zich na jaren voorbereiding en studie (o.a. door speurwerk in het buitenland) hebben gespecialiseerd. Het eerste probleem is het verkrijgen van de eitjes en de cocons. Hoewel er niet meer de doodstraf op staat, zijn de producerende landen als China en Thailand niet erg scheutig met de export en is men voornamelijk afhankelijk van goedwillende vrienden en kennissen.

Zijdevlinders zijn een zeer kort leven beschoren. Ze zijn direct bij het uitkomen al volwassen, paren en het wijfje legt onmiddellijk wel meer dan 500 eitjes en sterft meteen daarna. De eitjes worden in een koelruimte van ca 2 graden C bewaard en daarna overgebracht naar een brandschone en zorgvuldig op temperatuur (24 graden C) en juiste vochtigheid (72''/o) gehouden ruimte v>?aar zij moeten uitkomen. Mevrouw Mosmans is op haar speurtochten in Hongarije nog oude vrouwtjes tegengekomen, die vertelden dat zij vroeger de eitjes in linnen zakjes tussen de borsten droegen om ze uit te broeden.

Uit die eitjes komen dan vervolgens kleine brume rupsjes. Die zijderupsjes vragen volgens mevrouw Mosmans meer zorg dan een baby. De zijderups is overgevoelig voor temperatuur, voor hygiëne, voor luchtjes, voor geluid etc. Onweer of een vleugje parfum kunnen al fataal zijn! Zes weken lang worden aan deze wormen om de drie uur handenvol versgesneden moerbeibladeren gevoerd en ze zijn nog kieskeurig ook, want ze eten echt niet alle soorten moerbeibladeren die er bestaan. In de Wouwse Plantage zijn inmiddels een groot aantal van de juiste moerbeziën (moerbeibomen) aangeplant, want de eetlust van die kleine zijderupsjes is kolossaal.

Met tussenpozen van steeds drie dagen gaan de rupsjes vier keer vervellen en zijn na iedere vervelling zichtbaar gegroeid. Eerst krijgen ze nog fijngesneden, steeds verse, moerbeibladeren, maar als ze groot genoeg zijn worden in hun bakken hele takken gezet, waarlangs ze al etend omhoog kruipen. Na een maand zijn de dan ongeveer tien centimeter lange rupsen verzadigd, stoppen met eten en gaan zich inspinnen. Er komen dan twee spmdraden uit kliertj es aan de kop, die vervolgens tot één draad samenkleven en aan de buitenlucht onmiddellijk stijf worden. Doordat het kopje voortdurend beweegt in de vorm van een 8 ontstaat in drie a vier dagen een ovaalvormige cocon, waarin de rups zelf helemaal verdwijnt en tot „pop" verandert. Voor de zijdeteelt worden nu de cocons in heet water gelegd en de rups sterft. Daaiuoor lost tevens de zijdelijm, waarmee de draden aan elkaar kleven, op en kan de zijdedraad afgewikkeld worden. Eén cocon levert ongeveer een kilometer enkelvoudige zijden draad.

Weven, spinnen en verven

Zo'n kilometer zijdedraad lijkt nu wel een heleboel, maar alle moeite en zorg voor die kleine rupsjes en de moerbeibomen in beschouwing genomen, is die teelt natuurlijk alles behalve een rendabele zaak en is bij Ter Zijde dan ook uitsluitend bedoeld om de belangstellende dit boeiende procédé te demonstreren. Toch wordt er op de Wouwse Plantage ook zijde (o.a. geïmporteerd) gesponnen, geweven en geverfd, zodat men het gehele proces van rups tot zijden bloesje kan gadeslaan.

Natuurlijke openingstijden

In een speciaal ingericht zijdevidnkeltje kan men naast eigen produkten ook uit het Verre Oosten geïmporteerde artikelen kopen. Natuurlijk is de telerij (waar voor geïnteresseerde amateurkwekers ook eitjes van de wilde rups worden geteeld) het unieke hart van het zijdecentrum, maar de liefhebber kan ook zijn of haar hart ophalen aan de documentatie die in het museum te vinden is en aan de informatie, onder andere door middel van dia-vertoningen.

Aan het zijdecentrum, dat is ingericht in een voormalige wagenmakerij, is een terrasje met theeschenkerij verbonden. Een bezoek aan Ter Zijde is leuk te combineren met een uitstapje naar het bos de Wouwse Plantage (tussen Bergen op Zoom en Roosendaal bij de Belgische grens) met ruim 3200 ha prachtig natuurgebied, waar men heerlijk kan wandelen. De openingsduur van de zijde-telerij wordt door de natuur zelf bepaald, namelijk zolang er blaadjes aan de moerbeiboom zitten en dat is ongeveer van april tot oktober. Dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Entree: vier gulden (met een kopje koffie of thee gratis). Scholen, verenigingen of andere gezelschappen doen er verstandig aan tevoren eerst even een afspraak te maken. Het adres is Ter Zijde, Plantagebaan 199, 4725 AB Plantage, tel.: (01657) 583. Wouwse

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Uniek in Europa: Nederland heeft zijde-museum

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's