Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

'VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historisch verhaal uit het jaar 1572

Den Hertog's Uitgevery — Utrecht

Ongeveer een half uur rijdt de stoet stilzwijgend voort langs de kronkelende paden. Dan wordt de nevel inderdaad iets dunner en kunnen de mannen iets beter om zich heen zien. „Je vermoeden was wel juist", zegt

„Je vermoeden was wel juist", zegt Klaas, „het is hier al heel wat beter dan zoeven. Ik geloof overigens dat we nog steeds op het goede pad zijn, dacht je ook niet?"

Geert knikt instemmend. „We vorde- ,ren niet snel, maar langs deze weg vermijden we zoveel mogelijk de boerderijen. Stel je voor dat de een of andere boer roet in het eten zou gooien". Ze komen nu op een driesprong waar

Ze komen nu op een driesprong waar Geert naar links afslaat. De anderen volgen hun gids getrouw. „Weet je wel zeker dat we naar links

„Weet je wel zeker dat we naar links moeten?" vraagt Klaas weifelend. „Volgens mij kunnen we beter naar rechts afslaan".

„Je bent toch niet bang dat we in- Brussel terechtkomen?" vraagt Geert lachend. „Nee Klaas, heus, we volgen zo de goede weg. Als we naar rechts waren afgeslagen waren we op de hoofdweg uitgekomen". „Nu, dan is het goed", antwoordt

„Nu, dan is het goed", antwoordt Klaas. „Jij weet hier de weg tenslotte beter dan ik. Het is me ook wel een puzzle hoor. De wegen lopen kris kras door elkaar. Maar kijk! daar is de maan". Inderdaad komt het maantje vanach

Inderdaad komt het maantje vanachter een voorbijdrijvende wolk gluren. De wind wakkert iets aan en drijft de nevel uiteen. „Het wordt kouder", hoort Geert plotseling een stem achter zich. Het is de graaf die dit zegt en hij wrijft zich in de handen.

„De wind wakkert aan", antwoordt kapitein Lomans die naast de graaf rijdt. Hij kijkt met een bezorgde blik naar de lucht. „Als het maar niet al te helder wordt", bromt hij. „Het zou gevaarlijk kunnen zijn". „Onze gidsen hebben hun weg anders

„Onze gidsen hebben hun weg anders goed gekozen", meent de graaf. „We zijn nog maar enkele boerderijen gepasseerd. De paarden houden zich gelukkig ook rustig".

Zonder oponthoud wordt het bos bereikt dat zich voor Bergen uitstrekt. De weg wordt nu echter moeilijker. De ruiters moeten hier achter elkaar rijden want het pad is smal en de boomtakken hangen laag over het bospad.

„Wat is het hier aartsdonker", fluistert Klaas zijn makker toe. „Je kunt hier geen boom van een paard onderscheiden".

„Daar raak je spoedig aan gewend", meent Geert, ,straks wordt het wel beter".

„Je hebt makkelijk praten", bromt Klaas die de duisternis allesbehalve fijn vindt. Hij moet zich bukken om niet door een laaghangende boomtak geraakt te worden. Nadat ze enkele minuten stilzwijgend hebben doorgereden begint zijn paard plotseling tekenen van onrust te vertonen. Ook het paard van de graaf wordt onrustig. Hij doet wanhopige pogingen om het dier tot kalmte te brengen. Geert merkt het en houdt zijn paard in.

„Het zal wel een wild zwijn zijn dat hier in de buurt rondscharrelt", meent hij. „Dat geloof ik niet", antwoordt de graaf. „Het moet een mens zijn want voor wild is mijn paard niet bang. Zodra er echter iets bijzonders is, wordt het dier onrustig. Het is alsof hij het begrijpt als er onraad is. We kunnen gerust eerst de omtrek afzoeken want ik weet zeker dat hier iemand in de nabijheid is".

Geert kijkt de graaf wat ongelovig aan. Hij weet uit ervaring dat er paarden zijn die instinktmatig tekenen van onrust vertonen als er gevaar dreigt, maar hij weet ook dat deze dieren uiterst zeldzaam zijn. De meeste dieren schrikken net zo goed van een wüd zwijn als van iets anders.

„U heeft dan toch wel een bijzonder verstandig paard", zegt hij. „Maar het zal niet meevallen om hier iemand te zoeken. Het bos is dichtbegroeid".

„Toch vertrouw ik het niet", houdt graaf Lodewijk vol. „Wet moeten de omgeving eerst eens verkennen; er is niets aan te doen".

„Zoek maar niet!" klinkt plotseling een stem tussen de bomen. „Hier is de man die ge zoekt". Vanuit de struiken, terzijde van het bospad, stapt een lange kerel naar voren. Hij is gewapend met een musket dat over zijn schouder bengelt. Zijn handen heeft hij in zijn wijde broekzakken gestoken en de vreemdeling gaat midden op het pad staan. Met een onverschillig gelaat, dat meer dan één litteken vertoont, kijkt hü de ruiters aan.

„Wie zijt gij vriend?" vraagt de graaf streng. „En wat voert ge in uw schild nog zo diep in de nacht?"

Voordat de vreemdeling echter tijd heeft om te antwoorden, springt Geert voor hem in de bres. „Deze man is een vriend van ons. Ex

„Deze man is een vriend van ons. Excellentie", zegt hij. „Het is de boswachter en een vurig Oranjeklant. We hebben van hem geen kwaad te duchten". Graaf Lodewijk knikt tevreden. „Dan is het goed", zegt hij. „We kunnen dus nu onze weg vervolgen".

De boswachter heeft van het gesprek echter niet veel begrepen. Verwonderd vraagt hij aan Geert:

Verwonderd vraagt hij aan Geert: „Zeg eens vriend, wie ben je eigenlijk en hoe ken je mij?" Nu is het de beurt van Geert zich te verbazen.

„Kent u mij niet meer baas Rijkers? Kent u Geert Lammers, de jager uit Hermigny niet meer?"

„Ben jij het Geert!?" roept de boswachter verbaasd. „Wel, wel, dat ik je in mijn gebied ontmoet, en dat nog wel midden in de nacht". Hij stapt op Geert toe en drukt deze hartelijk de hand.

„Wat gebeurt er toch allemaal en wie heb je daar bij je?"

„Ik heb nu beslist geen tijd om het u te vertellen, baas Rijkers, maar ge zult het spoedig genoeg weten", antwoordt Geert. „Tot ziens baas Rijkers! Ik hoop u spoedig weer te ontmoeten".

Geert geeft zijn paard een lichte tik en laat de verbaasde boswachter aUeen achter. De overige ruiters volgen hun gidsen en zonder verder oponthoud bereikt de stoet de wachtpost die door Ripperda is uitgezet.

Vanachter een dikke beukenboom springt plotseling een geus naar voren en houdt zijn musket dreigend op de voorste ruiter gericht.

„Halt! Wie daar?" „Laat je wapen maar zakken. Arend!"

„Laat je wapen maar zakken. Arend!" roept Geert zijn makker toe. Kun je ons ook vertellen waar Ripperda en Olivier zich bevinden?"

„Bij de wagens", is het antwoord. „Rechtdoor en bij het eerste kruispunt sla je linksaf! Daar zijn de anderen ook". „Bedankt, Arend, we zullen het wel vmden".

Graaf Lodewijk geeft nu zijn bevelen aan de officieren en volgt daarna Geert en Klaas naar de aangewezen plaats. Ze vmden Ripperda en Olivier bij de wagens. De geuzen zijn druk bezig met het laden. Grote vnjnvaten worden volgestopt met musketten, pistolen en munitie. Zorgvuldig wordt daarna de losgewerkte bodem weer toegesloten en het vat op zijn plaats gezet.

„De spekken hebben nog nooit zulke beste vnjn gedronken als deze", schertst een der geuzen. „Ze moesten eens weten wat er in de vaten zit. Maar we zullen ze warm ontvangen en ze zullen er achter komen dat we niet met ons laten spotten!" „Je bent best geluimd. Peter", vmdt Geert. Hij is met Klaas bij zijn overige makkers achtergebleven terwijl de graaf zich met Ripperda en Olivier verwijderd heeft.

De aangesproken geus keert zich om en geeft Geert van louter plezier een flinke klap op de schouder.

„Man, ik kan me nu al vermaken als ik in gedachten de gezichten van de spekken zie", zegt hij lachend.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 augustus 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's