Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

Historisch verhaal uit liet jaar 1572

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Den Hertog's XJitgevery — Utrecht

— 43 —

Zo gaan ze uiteen, de geuzenaanvoerder en graaf Lodewijli. Doordrongen van hun plicht; en als het moet zullen ze trouw zijn aan die plicht zelfs tot de dood toe. Ripperda verzamelt nu zijn mannen en begeeft zich naar de wagens. Geert en Klaas willen hun aanvoerder volgen, maar de graaf houdt hen tegen. „Jullie blijven bij mij'." zegt hij. „Rip

„Jullie blijven bij mij'." zegt hij. „Ripperda heeft voerlui genoeg voor de wagens en ik kan nog wel een paar goede ruiters gebruiken. We vertrekken nu en stellen ons op aan de rand van het bos. Denk eraan! Jullie doen niets voordat ik het bevel geef. Begrepen?" „In orde. Excellentie".

„In orde. Excellentie". Ze bestijgen hun paarden en nadat er

Ze bestijgen hun paarden en nadat er nog enkele gedempte bevelen worden gegeven.vertrekt de troep. Slechts het dofef getrappel der paardenhoeven wordt gehoord op de zachte grond. Geen woord'wordt er nu gesproken.

Geen woord'wordt er nu gesproken. Graaf Lodewijk heeft volkomen stilte geboden. Ze komen aan de rand van het bos en de ruiters stijgen af. Him paarden worden zorgvuldig weggeleid en achter de struiken verborgen. De mannen zelf verschuilen zich niet minder goed en wachten gespannen op de dingen die komen gaan...

HOOFDSTUK XIII

HET ONTZET VAN BERGEN

Nauw'Ujks laat de zon haar eerste stralen vallen, of een zestal wagens, volgeladen met grote wijnvaten, rolt voort over de hobbelige weg die van Hermigny naar Bergen leidt. Het is nog zeer vroeg in de morgen en de nevel, die de afgelopen nacht zwaar over het veld hing, is nog niet geheel opgetrokken. De voerlui van de wagens lopen naast

De voerlui van de wagens lopen naast hun paarden en manen de dieren tot meerdere spoed aan. Op de bokken der wagens zitten nog enkele andere mannen. Ze schijnen last te hebben van de slaap en knikkebollend naderen zij Bergen. Af en toe klinkt er een verwensing over de slechte weg.

Aan hun kleding is te zien dat zij kooplui zijn. Een breedgerande hoed prijkt op hun hoofd. Hun wijde, zwarte mantels wapperen in de frisse morgenwind. De wagens zijn zwaar beladen. Moeizaam sjokken de paarden voort. De wagens kraken en piepen geweldig. Hobbelend en stotend rijden ze voort over de ongeplaveide weg. De voerlui vorderen slechts langzaam.

„Vort zwarte!" roept de voorste voerman, „maak een beetje voort!"

Hij geeft zijn paard een lichte tik op de rug. Onwillig schudt het dier zijn kop en loopt geen stap vlugger. Met zijn grote ogen kijkt hij zijn gebieder aan - alsof hij niet begrijpt wat dit allemaal te betekenen heeft.

„Die lastige knol heeft er vanmorgen niet veel zin in", moppert de voerman. „Hij is te beroerd om te trekken". „Rustig maar aan, man", raads de man

„Rustig maar aan, man", raads de man op de bok. „we komen er zo ook wel. Pas maar op dat er geen as van de wagen breekt, want dan kost het nog veel meer tijd. De wagens zijn al oud en de weg bijzonder slecht". De voerman antwoordt niet, maar

De voerman antwoordt niet, maar mompelt binnensmonds een verwensing ten teken dat het hem niet vlug genoeg gaat. Zwijgend wordt enige minuten door

Zwijgend wordt enige minuten doorgereden. Dan verbreekt de voerman van de tweede wagen de stilte en roept zijn voorste makker toe: „We naderen ons doel, kameraad! Het duurt niet lang meer of we hebben Bergen bereikt!"

„Als we nu maar niet te lang voor de poort moeten wachten!" roept de ander terug. „Het is nog zo vroeg in de morgen".

Het is Antoine Olivier die dit zijn makker toeroept en de anderen zijn de bosgeuzen. Zez ijn op weg naar Bergen en menig moedig geuzenhart begint sneller te kloppen naarmate zij hun doel naderen. Niemand zal in hen een geus herkennen, want ze zijn allemaal gekleed als kooplui. Vooral Olivier is goed vermomd en niemand kan vermoeden dat hij de schilder uit Bergen is. In zijn linkerhand houdt hij een korte rijzweep omkneld terwijl zijn andere hand de teugels van zijn paard losjes vasthoudt. Zijn kleding bestaat uit een kort, groengekleurd wambuis, een lange manchester broek, terwijl zijn benen in een paar korte laarzen steken. Zijn haar heeft hij bruin geverfd. Evenals de anderen draagt hij een vilten hoed op zijn hoofd. Om zijn nek hangt een rode doek. Heel zijn voorkomen doet denken aan iemand die uit het zuiden afkomstig is.

„Voor zulke brave kooplui als wij zijn, wordt de poort wel iets vroeger geopend", meent de man op de voorste bok. Het is Ripperda, de geuzenaanvoerder. Een brede glimlach krult om zijn lippen als hij dit zegt en ook Olivier doet moeite om niet in een lachbui uit te barsten. Al schommelend en hotsend bereiken

Al schommelend en hotsend bereiken de wagens de poort van Bergen. „Ho, zwarte! verder gaan we voorlo

„Ho, zwarte! verder gaan we voorlopig niet". Krakend staat de voorste wagen stil. De andere voerlui volgen het voorbeeld van de voorste man en houden hun paarden in. Voor de poort van de stad slentert de Spaanse schildwacht. Hij heeft de wagens zien naderen en

Hij heeft de wagens zien naderen en verwonderd er zich over dat de voerlui al zo vroeg op pad zijn. Hij schenkt er verder echter geen aandacht aan en doet alsof hij hen niet ziet. Rustig stapt hij heen en weer over debrug die voor de hoofdpoort, over de stadsgracht loopt. Juan Velasques is deze morgen slecht gehumeurd. Vier dagen geleden heeft hij nog wacht gelopen en nu is hij al weer aan Je beurt. Het is alsof zijn hopman hem niet kan uitstaan! Juan gelooft zeker dat zijn meerdere hem niet zonder bedoelingen voor de tweede maal binnen één week een wachtje laat kloppen. Bah! hij mag die vent niet. En nu die vervelende kooplui op de vroege morgen. Het is om je ziek te ergeren. Ze moesten doorgelaten worden is er gezegd. Ja zeker, hij, Juan Velasques, zal ze doorlaten. Er is geen denken aan! Zijn makkers kunnen hem nog meer vertellen! Als hij de poort te vroeg opent, is de straf voor hem. Nee, dat moeten ze dan zelf maar opknappen. Als die lui nu maar niet al te lastig worden...

OUevier, die enigszins met de Spaanse taal op de hoogte is, loopt naar de schildwacht toe en groet hem uiterst beleefd.

„Goede morgen, kameraad!" begint hij. „Ik zie wel dat wij niet de enigen zijn die al zo vroeg uit de veren zijn. De soldaten wordt ook weinig rust gegimd".

Olievier heeft nooit kunnen vermoedat hij juist de goede snaar bij de schildwacht heeft getroffen. Het doet de Spanjaard goed dat er nog mensen zijn die medelijden tonen meth em. Zijn humeur begint dan ook iets beter te worden als hij hoort dat deze voerman hem zo beleefd en vriendelijk aanspreekt. „Het valt niet mee, voerman", klaagt

„Het valt niet mee, voerman", klaagt hij. „Twee uur is wel wat lang en zeker in dit ellendige kikkerland. Dan komt er nog bij, dat ik vier dagen geleden ook reeds wacht gelopen heb, dus ik krijg mijn portie wel". „Man, man! hoe hou je het uit", mees

„Man, man! hoe hou je het uit", meesmuilt Olivier die begrijpt dat de soldaat graag beklaagd wordt. „Nee, dat is niets voor mij hoor. Dan ben ik toch maar liever gewoon voerman. Dan krijg je tenminste zo nu en dan ook nog iets goeds te drinken".

„Zitten die vaten allemaal vol?" wil de Spanjaard weten. „Boordevol!" antwoordt Olivier naar waarheid. Hij begrijpt natuurlijk best dat de soldaat wijn bedoelt, maar daar wordt niet over gesproken, ëaar waarheid wan Olivier zeggen dat de vaten vol zijn al is het dan niet met wijn, maar met wapens!

„Schenk mij dan maar eens een kruik vol", probeert de Spanjaard en hij trket daarbij zo'n ernstig gezicht, dat Olivier wel aan moet nemen dat hij het meent.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's