Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

• V E R V O L G V E R H A A L

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historisch verhaal uit het jaar 1572

Den Hertog's Uitgeverij — Utrecht

„Voorwaarts mannen!" beveelt hij. „Wij doorkruisen de hele stad! Dood echter niemand! Schiet alleen wanneer iemand het waagt zich naar buiten te begeven! Maak zoveel mogelijk lawaai! We moeten de indruk wekken alsof we met een hele legermacht Bergen zijn binnengerukt. Voorwaarts! Volgt mij!"

Hij drukt de sporen diep in de zijden van zijn paard. Zo snel mogelijk trekt de ruitertroep voorwaarts. De graaf richt zich hoog op in de stijgbeugels en overziet de troep. In woeste ren gaat het de stad in.

„Ha!" schreeuwt Geert zijn makker toe, „dat is nog eens rijden. Zo gaat iiet me best naar de zin!" „We zijn in elk geval binnen de poort!"

„We zijn in elk geval binnen de poort!" roept Klaas terug. „Heerlijk, dat we zover zijn!"

Graaf Lodewijk mindert iets vaart. De straten zijn niet breed en nu ze een-maal in de stad zijn heeft het harde rijden weinig zin.

„We kunnen nu wel iets rustiger rijden", zegt hij tegen een der officieren die naast hem rijdt. „We moeten het nog even volhouden, want de burgers moeten in de waan worden gebracht dat we met minstens duizend man de stad zijn binnengevallen".

Ze hebben nu de markt bereikt en hier laat de graaf halt houden. „Verdeelt de manschappen in drie groepen!" beveelt hij aan zijn officieren. „ledere groep rijdt in galop door de stad en maakt zoveel mogelijk lawaai! Kapitein Lomans, u neemt zei een troep onder uw bevel! Kapitein Robertson neemt de tweede en ik neem de derde. U kent de instrukties. Denk er aan! niet vuren als het niet nodig is! We moeten zo mogelijk ieder mensenleven sparen. Ga uv/ gang!"

Weldra is de hele troep in drie groepen verdeeld. De ruiters popelen van ongeduld om te vertrekken en het duurt niet lang of de bevelen worden gegeven. Het wordt trouwens tijd! Van verschillende kanten worden de deuren geopend en de nieuwsgierige burgers, plotseling in hun slaap gestoord, komen naar buiten. Van alle kanten klinken echter schoten en de mensen zoeken hun veiligheid weer binnenshuis. De stad davert van het rumoer der

De stad davert van het rumoer der soldaten. In alle straten draven de ruiters op hun snelle paarden. Bevelen klinken en er worden schoten gehoord. Hier en daar klinkt glasgerinkel, het glas valt in scherven op straat. In volle ren draven de paarden door de stad. Dan zijn ze hier, dan weer daar. Als een burger het waagt de huisdeur te openen, wordt er onmiddellijk geschoten. Sommige ruiters zijn in het bezit van een zwaard waarmee ze op de deuren inhouwen, zodat de splinters aan alle kanten rondvliegen. Een vreselijk lawaai vervult de stad. Paardenhoeven klepperen over de hobbelige keien. Schoten klinken en daar bovenuit klinken de uitroepen der ruiters: „De stad is ons! Vive les Geux! Leve de graaf en weg met de Spanjaarden!"

De Franse ruiters schreeuwen om het hardst: „Vive les France! Vive les France!" Het is een woest toneel dat zich afspeelt op deze vroege morgen maar het kost geen mensenlevens! Aan het uitdrukkelijk bevel van graaf Lodewijk wordt stipt de hand gehouden en niemand van de soldaten waagt het één der burgers opzettelijk te doden.

De stad is door middel van een list genomen en de strijd, die vermoedelijk nog zal volgen, kan nog mensenlevens genoeg kosten. Daarmee heeft de graaf terdege rekening gehouden en hij wil alles doen om zo weinig mogelijk slachtoffers te maken. Een mensenleven telt bij de graaf, in tegenstelling met zoveel andere bevelhebbers, zeer zwaar. „Waar is het voetvolk?" vraagt Geert aan de graaf. Hij rijdt slechts een paardlengte achter deze en heeft moeite hem bij te houden. Graaf Lodewijk is een uitstekend ruiter en er zijn maar weinigen die hem kunnen bijhouden als hij zijn paard de sporen geeft. Daar is bijvoorbeeld de Franse kapitein Guitoy de Chaumont. Dat is een ruiter waartegen zelfs graaf Lodewijk het moet afleggen. Hij staat bekend als één der beste Franse ruiters. „Het voetvolk bevindt zich in het

„Het voetvolk bevindt zich in het oostelijk deel van de stad", antwoordt de graaf op Geert's vraag. „Het is beter dat ze zich van ons gescheiden houden, want anders bestaat de kans dat ze door onze eigen ruiters onder de voet worden gelopen. Ik heb ze opzettelijk naar het oostelijk deel gestuurd, omdat daar veel nauwe stegen en straten zijn waar de ruiters zich niet zo gemakkelijk kunnen bewegen. Olivier heeft me daarover goed ingelicht".

Plotseling klinkt er een schot, vlak achter Geert's rug. Verschrikt kijkt deze achterom. Hij ziet nog juist dat Klaas zijn pistool op een venster gericht houdt, waarachter zich een knaap vertoont. Het raam vliegt aan splinters, maar de jongen blijft ongedeerd. Toch valt het niet mee om de burgers van de straten te houden. Steeds sneller volgen de schoten elkaar op en het is een wonder dat er nog niemand dood of gewond is. Overal klinkt het woeste geschreeuw der soldaten. Sommigen heffen een geuzenlied aan wat door de anderen dadelijk wordt ingestemd. Graaf Lodewijk maakt zich intussen bezorgd. Zijn gedachten werken snel. Waar blijven de anderen? Ze moeten nu toch zo langzamerhand hier zijn! Ze rijden nu al ruim twee uren door de stad, maar nog steeds komt het overige krijgsvolk niet opdagen. De graaf begrijpt maar al te goed dat het hoog tijd wordt dat de anderen komen. Met dit handje vol volk zal hij de stad nooit kunnen houden. Als het nog lang duurt zullen de burgers argwaan krijgen en ze mogen beslist niet weten dat hij met slechts zestig man voetvolk en tachtig ruiters de stad is binnengevallen. En als de Spaanse bezetting argwaan krijgt, is alles verloren. Dan zal hun kommandant zeker zijn maatregels treffen en dat kan gevaarlijk worden! Dit alles overdenkt graaf Lodewijk en zijn wenkbrauwen fronsen zich. Aan een van zijn officieren deelt hij zijn ongerustheid mee. „Het wordt nu toch tijd dat de anderen komen", zegt hij. ,,We rijden nu al meer dan twee uren rond. Mij dunkt, ze moesten nu toch wel hier zijn".

„Ik ben er ook niet zo gerust op, Excellentie", antwoordt de aangesproken officier. ,.Ze blijven wel lang uit". Ze rijden nu weer enige tijd zwijgend

Ze rijden nu weer enige tijd zwijgend door, maar graaf Lodewijk's gedachten staan inmiddels niet stil.

„Wat denkt u, de Ruyter?" vraagt hij aan Klaas die nu vlak naast hem rijdt, „de anderen zijn nog steeds niet hier. Er zal toch geen verraad in het spel zijn? Jullie zijn op weg naar Condé toch niemand tegengekomen?" „Zover wij het hebben kunnen nagaan,

„Zover wij het hebben kunnen nagaan, niemand. Excellentie", antwoordt Klaas. „Maar ik ben bang dat de anderen verdwaald zijn! Zij hebben geen gids bij zich en men kan gemakkelijk verdwalen hier in de omgeving van Bergen. De bossen zijn hier nogal uitgestrekt en de nevel is nog lang niet geheel opgetrokken. Volgens mij zal dat de oorzaak zijn!"

Graaf Lodewijk knikt instemmend en zijn besluit is spoedig genomen.

„Voorwaarts mannen!" roept hij met verheffing van stem. „We gaan de anderen halen! Voorwaarts! naar de hoofdpoort!"

Hij drukt de sporen diep in de zijden van zijn paard, zodat het dier in snelle galop voortstuift. De anderen volgen hun bevelhebber op de voet. Ook zij sporen hun paarden tot het uiterste aan. De dieren lopen wat ze kunnen. Het schuim spat in vlokken in het rond. De ruiters hebben zich voorover op hun paarden geworpen en houden de teugels met strakke handen vast. Ze begrijpen het gewicht van deze ogenblikken. Snellen hun makkers niet spoedig te hulp, dan zijn ze verloren! De Spaanse bezetting zal hen in de pan hakken! Die zijn immers ver in de meerderheid?!

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's