Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„strijdt om in te gaan door de enge poort!"Lucas 13 : 24 a

De aanleiding tot dit ernstige woord van de Heere Jezus was een vraag. De Heiland, Die, omringd door Zijn discipelen, op reis was naar Jeruzalem, wordt op Zijn weg staande gehouden door iemand die Hem een vraag stelt. „Heere", zo zegt deze man, „zijn er ook weinigen die zalig worden?"

Wie deze man geweest is en waarom hij deze vraag stelde is niet met zekerheid te zeggen. Het zal wel meer een nieuwsgierige, dan een heilbegerige vraag geweest zijn, gezien het antwoord van de Heiland. Hij is immers gekomen om vragen van heUbegerigen op te lossen en niet van nieuwsgierigen! Toch doet deze vrager op de weg in eerste instantie nog wel sympathiek aan. Het is immers al een wonder, als iemand op de weg, langs de straat, nog naar geestelijke dingen vraagt. Waar vindt men in onze geesteloze

Waar vindt men in onze geesteloze dagen nog mensen, die zo maar, midden op de straat, vragen stellen over zalig worden? Het doet immers op zichzelf al weldadig aan als mensen nieuwsgierig worden naar de dingen van het Koninkrijk Gods? Zeker, we zullen verderop zien, dat de vraag niet deugde, maar er zijn toch dingen, die nog veel erger zijn. Hoevelen horen 's Zondags de preek aan; ach ja, de preek, ieder zegt er zo 't zijne van. Maar zalig worden??? Een dooie onverschilligheid en een akelige zorgeloosheid ruik je uren in de wind!

Kijk, dat is nog veel erger dan de vraag van deze man. Nieuwsgierige mensen luisteren tenminste nog. De vraagsteller vergat echter één ding, n.1. dat de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen, maar de verborgen dingen voor de Heere onze God! Er zijn van die vragen, ook onder ons, waaruit blijkt, dat we beter met de toestand van een ander, dan met de vreselijke toestand in eigen hart op de hoogte zijn.

Beter is de vraag: „Hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God?" Maar ja, ons hart is zo arglistig, dodelijk is het, zo zegt Gods Woord, wie zal het kennen? Wie? Wel, uit de tekst blijkt, dat de Heere het wel kent. De Heiland laat de nieuwsgierige vrager om zo te zeggen in zijn hemd staan en richt zich direct tot het persoonlijk leven.

Er staat immers: „Er zeide één tot Hem". Maar Hij zeide tot hen: „Strijdt om in te gaan door de enge poort!" Hij zegt a.h.w. tegen al de omstanders, die de vragen misschien wel met open mond hebben aangestaard: Waar maakt u zich toch zo druk om mensen, denk toch om uw eeuwig behoud! Dat geldt ook voor ons, lezers!" Wat heeft een mens eraan of hij al weet dat er veel of weinig zalig zullen worden en hij valt er zelf buiten!

Heeft dit laatste ons wel eens aangegrepen? Want we vallen er nog niet eens buiten, maar we liggen er buiten! Is ons de rust wel eens opgezegd? Kennen wij al die heilige onrust, die de strijders van onze tekst kenmerkt? Of leven we misschien nog rustig en in een valse vrede die enge poort tegemoet? Wat wordt eigenlijk met die enge poort bedoeld?

Wel, de Heiland wijst in onze tekst allereerst op de ingang in het Koninkrijk Gods aan het eind van ons leven. Hij zegt immers in de verzen, volgend op onze tekst, dat velen zullen zoeken haar binnen te gaan, maar niet zullen kunnen! Welk een aangrijpend woord van de Heere Jezus, lezers! Waarom zou de Heiland de strijd om in te gaan door deze poort toch zo belangrijk achten?

Ach, Hij weet zo goed, dat ieder mens van nature deze strijd schuwt. O zeker, we weten best, dat vlees en bloed, d.w.z. ons zondig bestaan, naar Paulus' woord, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. Maar we worden toch maar het liefst met rust gelaten, nietwaar? De Heiland weet wel, dat we veel meer op hebben met die andere poort en die andere weg, waarvan Hij sprak in Matth. 7. Ook daar zegt Hij: „Gaat in door de

Ook daar zegt Hij: „Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het -verderf leidt!" Is dat dan zo'n gevaarlijke weg? Daar lopen toch alleen maar goddelozen op? Zou u denken, lezers? Tot wie zou de Heiland onze tekstwoorden hebben gesproken? Tot het Joodse volk zegt u. Juist. Dus tot de kerkmensen van Zijn dagen! En die stonden echt niet geheel onverschillig tegenover godsdienstige zaken, We kunnen zelfs met goed recht zeggen dat het uitzicht naar en de verwachting van het Koninkrijk Gods in die dagen meer liefde dan ooit. Maar weet u wat ontbrak? Het werk

Maar weet u wat ontbrak? Het werk van waarachtige bekering, dat één grote strijd inhoud tegen de zonde. Wij zijn immers het verbondsvolk? Wij hebben immers Abraham tot een vader? Wat leert Gij ons? Dodelijke gerustheid, lezers, steunen

Dodelijke gerustheid, lezers, steunen op uitwendige voorrechten, hoe ontzettend gevaarlijk! Zou er, wat dit betreft wel iets nieuws onder de zon wezen? We zijn toch voor de waarheid? Is 't waar? Zijn we er ook achter? U zegt misschien: De zonde is toch verzoend op Golgotha? 's Is waar, maar ook voor u?? Hebben we er wel eens van wakker gelegen. Pas op, zegt iemand, daar mag je geen grond van maken! Zou de Heere Jezus ook bedoeld hebben, dat die strijd een grond was voor de zaligheid? Ach lezers, ik zou zo nog een poosje kunnen doorgaan, maar ik doe het niet. Hoe noodzakelijk, dat we toch uit al

Hoe noodzakelijk, dat we toch uit al onze rustplaatsen worden uitgejaagd, vroom of goddeloos! Want wie weet, hoe spoedig de tijd daar is, dat ons graf zal worden gedolven. En dat is nog niet eens het ergste. Een openstaande schuld is nog veel erger dan een open graf! En nu moeten we onszelf maar eens afvragen of we reeds met die openstaande schuld te doen hebben gekregen. U mag ook zeggen, met die enge poort te doen gekregen, hier, aan deze zijde van die poort!

Laten we ons eens afvragen lezers, of het schriftwoord ooit als een donderslag in onze harten heeft weerklonken: „In haar (d.i. in het Koninkrijk der heme- • len) zal niet inkomen iets dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugen spreekt!" Dan houden we ons echt niet meer op met beuzelachtige vragen als: je mag van de strijd geen grond maken, enz. Neen, juist dan wordt de strijd lang en zwaar.

Dan is onze godsdienstige voorraadkast met uitvluchten echt uitgeput! Weet u wat er dan gebeurt? Wel,

Weet u wat er dan gebeurt? Wel, dan gaat de poort op slot! Ach, we weten best, dat we in ons bondshoofd Adam de deur op slot hebben gedaan, maar ondertussen prutsen we maar met allerlei valse sleutels. Hebben we ze wel eens allemaal mogen inleveren? Weet u wanneer we dat doen? Als v/e

Weet u wanneer we dat doen? Als v/e het schriftwoord gaan inleven: „Indien dan de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?!! Dat laatste wordt dan de bange vraag hoor, echt!

Zijn we er wel eens van geschrokken'' Dat is een gewaarwording lezer, als we zo voor God komen te staan. Goedkeurend, dat de poort eeuwig dicht blijft, want 't is eigen schuld! Weten we er van? Zegt u misschien: Ik zal het wel moeten opgeven.

Gelukkig beste lezer! Daar wist de psalmdichter ook van. Hij zei: „'k Was uitgeteerd!" Want juist toen was er plaats voor 't wonder: „Maar Hij zag op mij neder!" Hoe dat mogelijk is?

Daarover volgende week. D.V.

wordt vervolgd

Ouddorp G. Meuleman

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's