Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

Historisch verhaal uit het jaar 1572 door JAAP DE KORTE Den Hertog's Uitgever^ — Utrecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

— 48 — „Blijf jij maar hier, dan zal ik wel gaan", vindt Klaas en de daad bij het woord voegend springt hij resoluut op zijn paard en verdwijnt in de richting van de stadsmuur.

„Daar zal de geneesheer waarschijnlijk zijn", mompelt hij. „Er zijn nog wel meer gewonden gevallen. Hoe zou het gekomen zijn dat baas Hendriksz. gewond is? Wat is zijn dochter bedroefd".

Klaas zucht. „Ik moet maar vlug proberen of ik de geneesheer vinden kan. Misschien valt alles nog wel mee".

Zo in zichzelf mompelend rijdt hij in gestrekte draf naar de wallen. Geert heeft inmiddels zijn paard vastgebonden aan een ring in de muur van de herberg en volgt Lena naar binnen. Deze loopt door de gelagkamer en opent de deur van het aangrenzend vertrek. Wat schuchter blijft Geert staan. Hij voelt zich hier, alleen bij de herbergiers

dochter, niet erg op zijn gemak. Liever zit hij midden tussen het strijdgewoel dan geheel alle enbij de knappe dochter van ba^s Hehdriksz. Lena merkt zijn verlegenheid en wenkt hem haar te volgen. Geert komt naderbij en samen staan ze aan de sponde van baas Hendriksz. Deze haalt zwaar adem. Af en toe slaat hij zijn ogen op en kijkt wild om zich heen. De koorts woelt door zijn aderen en hij heeft pijn. Uit een wond in de linkerzijde sijpelt bloed en kleurt het helder witte laken rood.

De rappe hand van Lena heeft de gewonde zo goed mogelijk verbonden, maar toch wordt het hoog tijd dat de dokter komt. Dat ziet Geert met een enkele oogopslag. Het gelaat van baas Hendriksz. is doodsbleek. Plotseling richt hij zich half op en wU het bed uit. Geert en Lena schieten beiden toe en drukken het arme slachtoffer terug in bed. Kreunend zakt hij weer in de kussens.

„Wie heeft je vader in bed geholpen?" vraagt Geert. „Niemand", antwoordt Lena terwijl ze

„Niemand", antwoordt Lena terwijl ze een nieuw verband op de wond legt. „Vader is zelf hier naartoe gestrompeld en is gaan liggen. Hij was toen nog bij zijn volle bewustzijn maar nu..." Ze bast in snikken uit.

Geert wenst zich liever mijlen ver van deze plaats, maar toch voelt de ruwe geus de smart van het meisje. Ze heeft

al geen moeder meer en nu haar vader gewond... Als zij die ook eens moest missen? Geert weet wat het betekent om ouderloos te zijn. Hij heeft immers zelf zijn ouders verloren!

Woede en wraak vervullen zijn hart nu hij er aan denkt. Het beeld van zijn eigen vader komt hem voor de geest en hij balt zijn vuisten in machteloze woede.

„Maar laat ik daar nu niet aan denken", overlegt hij bij zichzelf. „Trcht dit meisje liever wat op te beuren; ze heeft het nu moeilijker dan jijzelf", fluistert een stem van binnen. „Een vervelende geschiedenis", bromt

„Een vervelende geschiedenis", bromt de geus binnensmonds. „Je moet niet huilen", troost hij terwijl hij zijn hand op haar schouders legt. ^.De geneesheer zal nu wel spoedig hier zijn. Misschien valt alles nog wel mee".

„Zou u denken, mijnheer?" vraagt Lena hoopvol terwijl zij Geert met haar betraande ogen aankijkt.

„Noem me liever geen mijnheer", ontwijkt deze haar vraag. „Ik heet Geert". Hij probeert het meisje wat moed In te spreken, maar zelf heeft hij weinig hoop op herstel van baas Hendriksz. Hij heeft allang gezien dat diens toestand niet best is. Vanzelfsprekend laat hij hiervan niets blijken. „Spreek mij dan liever aan met Lena",

„Spreek mij dan liever aan met Lena", antwoordt zij bedeesd. „Was er niemand in de gelagkamer

toen je vader gewond raakte?" vraagt Geert.

„Nee, er is hier vanmorgen nog niemand geweest. Het is veel te rumoerig op straat. Ik weet niet wat er allemaal te doen is, maar het lijkt wel of de stad overvallen wordt.

Het kan me trouwens niets schelen. Ik maak me meer zorgen om vader. Hij ligt hier nu al zo lang en het duurt zo vreselijk lang voordat de geneesheer komt".

,,Kom, kom, Lena", troost Geert, „zolang is mijn makker nog niet weg. De dokter zal het wel druk hebben want er zijn meer gewonden. Maar Klaas is te paard en zal nu wel spoedig komen".

„Ik hoop het", zucht de herbergiersdochter terwijl zij opnieuw in snikken uitbarst. Geert vindt het maar een vervelende situatie en peinst inmiddels wat hem te doen staat.

„Zou het niet beter zijn om ook te gaan zoeken?" vraag hij zichzelf af. Maar nee, hij kan dit meisje toch niet alleen met een zwaar gewonde achterlaten?

„Hoe heeft je vader dit ongeluk gekregen?" vraagt hij als Lena iets kalmer geworden is. Deze vermant zich en droogt haar tranen. Ze besluit om fUnk te zijn.

„Zoals ik al zei", begint zij, „weet ikniet precies wat er in de stad aan de hand is, maar wel weet ik dat wij overvallen zijn door een groot aantal vreemde soldaten, die waarschijnlijk van onze

zijde zijn. Het zijn tenminste geen Spanjaarden en vader zei dat het geuzen waren. Het was nog vroeg in de morgen toen ik wakker werd door een vreselijk lawaai op straat. Er werd geschoten en paarden klepperden langs ons huis. Ik kleedde mij vlug aan om te zien wat dit alles betekende. Toen ik naar beneden snelde stond vader reeds in de gelagkamer en opende de buitendeur. Had hij het maar nooit gedaan, want dit werd hem juist noodlottig. Temidden van het geschreeuw op straat, klonken er schoten. Plotseling werd vader getroffen. Kreunend sleepte hij zich naar binnen en legde zich op bed. Ik schreeuwde wanhopig om hulp, maar niemand luisterde naar me. De soldaten snelden ons huis voorbij. Ze renden allemaal naar de binnenstad. Ik durfde mij niet naar buiten te begeven, uit vrees dat er geschoten zou worden. Ik ben maar weer naar binnen gegaan en heb de wond van vader verbonden. Ik had echter geen rust en snelde naar buiten. Aan het eind van de straat naderde een drietal wagens met wijnvaten. Ik snelde op de voerlul toe en herkende de mannen. Het waren uw makkers die gister hier een bezoek gebracht hebben. Ik vroeg hen of zij de hulp van de geneesheer wilden inroepen en één van hen is dadelijk op stap gegaan. Dat is nu al meer dan vier uur geleden en nog is de dokter niet geweest. Uw makker blijft ook lang uit. Misschien is hij ook

wel door de ruwe soldaten overvallen en..."

Verder komt zij niet. Het spreken wordt haar te machtig en opnieuw barst zij in snikken uit.

„U denkt dat hij misschien gedood of gewond zal worden?" vraagt Geert. Lena knikt en slaat haar handen voor de ogen. Het schijnt wel of zij zich schaamt om in de nabijheid van deze vreemde man haar opgekropte gemoed te luchten. „Dat zal wel wat meevallen", troost

„Dat zal wel wat meevallen", troost Geert haar. „Graaf Lodewijk is de stad binnengevallen en hij heeft zijn troepen uitdnikkelijk bevel gegeven om niemand te doden! ik denk dat mijn makker nu wel spoedig zal komen". Nauwelijks heeft Geert het gezegd of

Nauwelijks heeft Geert het gezegd of de deur van de gelagkamer wordt geopend.

„Daar zal hij zijn!" roept Lena verheugd. Vlug staat zij op en opent de slaapkamerdeur. De geneesheer, vergezeld van Klaas, stapt binnen.

Met één enkele oogopslag heeft hij de toestand van de patiënt overzien. Nauwkeurig onderzoekt hij de wond van baas Hendriksz. en legt een nieuw verband aan. Moedeloos schudt hij zijn grijze hoofd. Dit ontgaat de anderen niet en Lena vraagt met van angst bevende stem: „Wat denkt u van vader, dokter?" Deze haalt de schouders op.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's