Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En God zal alle tranen van hun ogen afwissen . . . ."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En God zal alle tranen van hun ogen afwissen . . . ."

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Openbaring 21 : 4)

Deze wereld wordt somtijds een tranendal genoemd. En wat is dat terecht. Moeite en verdriet, eenzaamheid en kruis geven de weg van de mens aan. In de wereldwijde verbanden horen wij van oorlogen, aardbevingen, ziekten en honger. En iedereen kan in het persoonlijk leven de voorbeelden aangeven van de zorg en het verdriet, dat In het mensenleven gevonden wordt. Tranen worden vergoten aan ziek- en sterfbedden, aan geopende graven. Dan moeten we zeggen: „Wat een leed heeft de zonde veroorzaakt". De ganse schepping zucht.

Temidden van de vreselijke gevolgen van de zondeval klinkt het woord aangaande de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daarvan wordt mede gezegd, wat We lezen in de tekstwoorden van onze overdenking: „En God zal alle tranen van hun ogen afwissen". Daarin keert de geluksstaat van het verloren Paradijs terug. Daar werden ook geen tranen geschreid. Daar verkeerde de mens in de volkomen harmonie met zijn Schepper. De mens, als het kroonjuweel van de schepping, verkeerde er in de opdracht. God groot te maken.

Maar welk een vreselijk einde is daaraan gekomen. Door de zondeval heeft de dood zijn intrede gedaan. Sindsdien is het één stroom van moeite en verdriet, sindsdien is de ganse mensheid één grote rouwende familie. Telkenmale staan mensen aan een geopend graf; op de slagvelden vloeit het leven uit duizenden jonge mensen weg, in de ziekenhuizen wordt nood en eenzaamheid doorworsteld. Over verbroken huwelijken worden tranen geschreid, over onherstelbare daden moet berouw worden uitgeweend. Het uitnemendste, zegt Ps. 90, is moeite en verdriet.

Te somber? Och, zelfs de wereld weet ervan. Talloze jongeren zoeken hun uitweg in de verdovende middelen. Alleen: het is een schijntroost. Na een tijdelijke „troost" is de ellende des te groter. De enige uitweg ligt in het leven met de Heere. Daarom willen we ons bepalen tot de tranen, die tot nu toe nog niet genoemd zijn: de tranen over de zonde, de droefheid naar God.

Door de stille, krachtige en wonderlijke werking van de Heilige Geest gaat een aan zijn schuld en Zonde ontdekte zondaar zijn schuld voor de Heere bewenen. Hij gaat tranen schreien over de vreselijke verbrokenheid van het leven. Hij is God kwijt. Dat doet schreien tot God. Kennen wij die gestalte? Deze is immers noodzakelijk teneinde vertroost te worden door de genade, die de Heere wU schenken. i' I

Zo geen ae Heere Zijn volk van tijd tot tijd Zijn vertroostende genade, als teerkost op de weg des levens. Hij troost het hart, dat schreiend tot Hem vlucht. En dat wijst heen naar de eeuwige zaligheid, waar alle tranen van de ogen gewist zullen worden.

Kennen we het heimwee daarnaar? Doet zondekennis ons zuchten tot God om de verlossing van zonde en dood? Aan het bestaan van deze wereld zal een einde komen. Dan zal de zonde worden uitgebannen, en de duivel worden verslagen. God zal de nieuwe aarde voortbrengen, waarop gerechtigheid heersen zal.

Niet alle tranen zullen afgewist worden? Dat zijn de tranen van de mens, die onbekeerd leefde en onbekeerd stierf Ook deze zal de smart over de zorgen van het leven gekend hebben. Maar waar het niet bracht tot de droefheid naar God, uitlopend in een waarachtige bekering, daar zullen de tranen van deze aarde overgaan in een eeuwig verdriet. Dat geldt trouwens ook van de zorgeloze vreugde van de mens zonder God. De ellende van deze wereld wordt overdekt door een waas van doUe vreugde, die geen ware blijdschap is. Wat een vreselijk ontwaken zal het zijn in de eeuwige verlorenheid. Geen berouw zal gekend worden, alleen maar de wroeging, omdat er geen weg terug zal zijn. De ernst van de mogelijkheid, verloren te gaan, worde in onze harten ingegrift, opdat we de tijd van ons leven leren kostelijk te achten.

Maar wat een zalige toekomst is dat voor de Kerk des Heeren. God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Alle tranen, staat er. Niet één uitgezonderd. Tranen over de gevolgen van de zonde én over de zonde zelf. En wie de Heere zijn schuld weet te belijden, zal ook begeren, de Heere te rechtvaardigen in wegen van druk en kruis.

Hoe kon Johannes deze woorden neerschrijven? Alleen op grond van de vrije genade Gods én van de tranen van de Middelaar. Ook Hij heeft geschreid. Zijn ziel was bedroefd tot de dood toe, toen Hij was in de hof van Gethsémané. Hij weende aan het graf van Lazarus. Hij schreide over Jeruzalem.

Deze toekomst van Sion ligt verklaard in de tranen van de Middelaar. Daarom zal niemand, die zijn schuld heeft leren bewenen, dit willen inruilen voor de schijnvreugde van deze wereld. Dat is het wonder van genade: liever als een verbroken, alles missend mens over deze aarde te gaan dan te leven in de zorgeloze vreugde van de mens, die God niet kent. In zulk een weg immers wil de Heere zich openbaren.

Alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden. De tranen over de zonde zullen er niet meer zijn, want de schuld zal volkomen vergeven zijn. Er zal niets anders meer zijn, dan de Heere in die eeuwigdurende liefdedienst te mogen dienen.

De tranen over de dood zullen er niet meer zijn, want de dood zal zijn uitgebannen. Slechts het léven zal gevonden worden, en het zal een leven in ongestoorde, eeuwige vreugde zijn.

De tranen over de verdrukking zullen er niet meer zijn. Alle eeuwen door wordt de nood van de kerk uitgeschreid temidden van de verdrukkingen. Maar God zal volkomen bevrijding schenken! Dan komen zij uit de grote verdrukking, de klederen gewassen in het bloed van het Lam.

Alle tranen! Nee, niet een gedeelte van die tranen. Alle moeite zal voorbijgaan. Mogen wij ervan weten? O, wat is het noodzakelijk, dat wij kennis hebben aan het genadewerk des Heeren. Vraag er maar veel om, opdat we niet eens eeuwig onszelf moeten beschuldigen, maar... eeuwig mogen zingen van Gods goedertierenheen.

Zo zal voor de triomferende Kerk de eeuwige vreugde aanbreken. De eeuwigheid zal nodig zijn, om dat wonder te beleven. Hier op aarde moet de Kerk des Heeren zingen: „Mijn tranen hebt G'in Uwe fles vergaard", maar het mag ook wel eens zijn: „Gij hebt, o Heer', in 't dood'lijkst tijdsgewricht, mijn ziel gered, mijn tranen willen drogen". Dan mag het svel eens geweten worden, dat de verdrukking op aarde een lichte verdrukking is, die snel voorbijgaat, en niet opweegt tegen het gans zeer uitnemend gewicht van de eeuwige heerlijkheid.

God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Eki in plaats daarvan zal hun blijdschap ten hoogsten toppunt stijgen. Hun ogen zullen de Koning in Zijn heerlijkheid aanschouwen. Als de voorsmaak zoveel vreugde verschaft, wat zal dan de heerlijkheid zelf niet zijn? O, dat we er eens heilig jaloers op gemaakt werden! En laten allen, die de Heere vrezen, maar goed spreken van hun Koning. Dan kan de één de ander nog wel eens opbeuren: „Gij, die God zoekt in al uw zielsverdriet, houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven!" Zij zullen eeuwig zingen van Gods goedertierenheen. Zal onze stem er óók gehoord worden?

Katwijk aan Zee Ds. W. Arkeraats

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1980

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

„En God zal alle tranen van hun ogen afwissen . . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1980

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's