Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Belgische opstand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Belgische opstand

ZEEUWSE WANDELINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de twee mislukte aanvallen op Oostburg, die in de vorige artikelen uitvoerig beschreven zijn, hebben er in het jaar 1830 geen grote gevechten meer plaats gehad. Er was trouwens een wapenstilstand gesloten tussen beidel anderi. Dat is echter nog geen vrede. Daarom heeft Ledel zijn best gedaan om zo goed hij met de gebrekkige middelen kon deze streek in staat van verdediging te brengen. Je kon nooit weten, er kon nog eens een Belgische inval plaats hebben. Ledel ontevreden Onmiddellijk na de overwinning bij Oostburg (1 november) wilde Ledel voor goed naar Breskens vertrekken. De beide aanvallen op Oostburg waren gelukkig afgeslagen. Maar zou men ook zoveel succes hebben wanneer de vijand voor de derde keer kwam? Oostburg was geen vestingstad en volgens Ledel op de duur niet te verdedigen. Bovendien had hij een zwak leger met slechte soldaten, vermoeid en zonder tucht. Ze hadden weinig wapenen, gebrek aan kleren en schoenen, maar — volop ongedierte en kwalen. Over de officieren was hij beter te spreken. Er waren er echter veel te weinig. De Oostburgers waren natuurlijk bang, dat hun stad in onverdedigbare toestand aan haar lot zou worden overgelaten, wanneer Ledel en zijn mannen weg zouden zijn. Mr. Johannes Egbert Risseeuw, notaris te Oostburg en een zwager van burgemeester Callenfels, een flink man, zou trachten het vertrek van Ledel te verhinderen. Hij wUde naar Vlissingen gaa,n, naar vice-admiraal Gobins om diens hulp in te roepen. Hij kon echter niet overvaren. Er zat niet anders op dan terug te keren. Bij Schoondijke kwam hij juist Ledel tegen, op weg naar Breskens. Hij drong er met klem bij hem op aan, terug te keren naar Oostburg. En Inderdaad — Ledel heeft zich laten overhalen, Oostburg werd niet in de steek gelaten. Het werd zelfs beschouwd als het belangrijkste middelpunt van westelijk Zeeuws-Vlaanderen, wat het inderdaad ook Is.

Versterkingen.

Alle krachten heeft Ledel nu gebruikt om deze streek zo goed mogelijk in tegenweer te brengen. Daarbij behoorde ook het fort Frederik Hendrik te Breskens, dat sterk moest zijn als men eens gedwongen zou worden zich op de laatste linie terug te trekken. Men kon immers nooit weten !

In de meeste plaatsen werden bezettingstroepen gelegerd en er omheen versterkingen aangelegd: loopgraven gemaakt, wallen opgeworpen, versperringen van staketsels in de weg aangebracht.

Ledel wilde ook de beide aanvallers van de vorige keren, Grégotre en De Pontécoulant, voor goed aan de Belgische kant van de grens houden. E^ dit is hem inderdaad gelukt. Niet door strijd, maar door dreigementen. Hij dreigde namelijk enkele streken aan de grens onder water te laten lopen. Dat zou een strop zijn voor de Nederlanders, maar niet minder voor de Belgen. Dan verklaarde hij ook met een troep mariniers uit VUssingen te zullen komen. Dat waren ook toen al flinke kerels, waarvoor men respect had. De Belgische bevelhebbers kwamen onder de indruk van deze dreigementen. Ze hebben ons grondgebied, dat ze vlak bij de grens nog bezet hielden, verlaten en zijn niet meer teruggekomen.

Herhaaldelijk stuurden Ledel klaagbrieven om hulp naar zijn superieuren. Eens zelfs zonder tussenkomst van zijn meerderen rechtstreeks naar de Koning.

Bijzonder veel steun heeft hij niet gekregen, maar toch had hij op het eind van 1830 ruim 1000 man beschikbaar. , Kleine schermutselingen.

Zoals ik reeds zei hebben er geen grote gevechten meer plaats gehad. De strijd bleef beperkt tot kleine grensincidenten. Hier was van 1785 tot '89 als verdedigingsgracht gegraven de Linie de Passageule, die nog gedeeltelijk bestaat. Deze kon natuurlijk alleen dienst doen als er voldoende water in was. Dit kon geregeld worden door een sluis bij Kapitslendam, ten zuiden van Biervliet. Maar deze was in handen van een zekere Du Bosch, die niet te vertrouwen was en — zo weinig mogelijk water in de Passageule liet stromen. Er werd met het oog daarop zelfs een kanonneerboot naar de Braakman gezonden, die zo nodig de omgeving van de sluis onder vuur kon nemen. Tenslotte heeft men Du Bosch en zijn kornuiten verjaagd en de zeggenschap over de sluis in eigen handen gebracht.

Ook in Eede en omgeving, dat was vlak bij de grens, was het vaak onrustig. Het gelukte Ledel echter de Belgen ook hier te verdrijven. Evenals aan het Hazegras in het Zwin ten westen van Sluis. Daar waren twee Nederlandse kanonneerboten aan de grond geraakt, die door Belgische soldaten onder vuur werden genomen. Hieraan werd spoedig een ei nde gemaakt.

Al deze kleine gevechten hadden echter plaats geruime tijd na de twee mislukte aanvallen op Oostburg en wel tijdens de 10 daagse veldtocht van 2-12 augustus 1831.

De vijf grote mogendheden, die in 1815 besloten hadden (Frankrijk behoorde er toen nogn iet bij), dat Nederland en België verenigd zouden worden, beslisten nu dat ze gescheiden moesten worden. Er werd enhiervoor bepalingen gemaakt, maar onze Koning nam ze niet aan. In ons land zong men:

„Maar eenmaal komt de dag waarop wij allen wachten,

waarop wij allen wachten,

dan gaan we naar de grens

om de Belgen af te slachten".

Ons leger onder aanvoering van de kroonprins trok de grens over en in een strijd van 10 dagen werd het Belgische leger uit elkaar geslagen en op de vlucht gejaagd. Als de Fransen niet te hulp waren gekomen, was ons leger in korte tijd in Brussel geweest. Maar de kroonprins mocht niet tegen de Fransen vechten en trok zich terug. Er kwam een nieuv/e regeling, die voor ons wat gimstiger was, maar de Koning weigerde ook die aan te nemen.

Inmiddels hadden de Belgen een nieuwe koning gekozen, de Duitse prins Leopold van Saksen-Coburg, als Engelsman genaturaliseerd en getrouwd met een Engelse prinses.

Ik heb nog vergeten te vermelden de 29 jarige commandant van een kanonneerboot Van Speijk. Door de sterke wind dreef zijn schip van Antwerpen af op de Schelde en werd door Belgische opstandelingen overmeesterd. Tegen deze overmacht kon hij niet op. Liever dan het schip in handen van de Belgen over te geven, wierp hij een lont in het kruithuis en het schip vloog met aUen die aan boord waren in de lucht. Dat gebeurde op 5 februari 1831.

Eerst In 1839 gaf de Koning toe, enigszins gedwongen dor de ontevreden stemming van het volk. Het had nu lang genoeg geduurd en eindelijk werd de vrede gesloten. Het volgend jaar legde de Koning dg regering neer.

Middelburg L. van Wallenburg

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De Belgische opstand

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's