Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

uw HART! „Mijn zoon, geef Mij uw harV' Spreuken 23 : 26a

Deze liefelijke nodiging is eenmaal gesproken door de wijze koning Salomo. Maar... meer dan Salomo is hier! Door hem spreekt de hemelse Wijsheid, die in het Spreukenboek optreedt als sprekend uit haar overvloed en Die in hoofdstuk 8 wordt getekend als een Persoon. Ja, deze Wijsheid is niemand anders

Ja, deze Wijsheid is niemand anders dan Gods Zoon, de Heere Jezus Christus!

Die Zoon van God komt hier tot de zonen en dochters van de mensen en vraagt: „Geef Mij uw hart". Dat Hij deze vraag aan ons, wie we

Dat Hij deze vraag aan ons, wie we ook zijn, stelt, ja er ons mee achtervolgt mag een wonder van genade heten. Hier is de eeuwige bewogenheid van God, die vlees en bloed heeft aangenomen in Jezus Christus. Hoe vriendelijk komt de Heere ons telkens op onze weg tegen. Ieder Woord van God, dat onze woning birmen komt... iedere Evangelieprediking die ons bereikt...

het is het kloppen aan de deur van ons hart. Het kan zijn, dat u leeft, ver van God en Zijn heil. U zoekt uw heil in de wereld en daar loopt alles u tegen.

Teleurstelling op teleurstelling treft u. Ge vraagt: „Wat is dat toch?" Wat dat is? Wel, dat is de Heere, Die vraagt om uw hart! Ja, wie van ons moet niet zeggen:

„Nu met vreugde, dan met smart Hebt Gij, Heere, mij opgezocht. Of Gij dat gesloten hart, Winnen en vernieuwen mocht".

En als we het zachte kloppen niet hoorden, heeft Hij soms hard geklopt! Heeft Hij geroepen met een stem als van vele wateren: „Geef Mij uw hart!" Ja... die vraag komt tot ons aUen. Maar... daar kUnken ons zoveel stemmen tegen die vragen om ons hart. Satan, wereld... ze laten ons niet met rust, bestormen ons hart en zij beloven gouden bergen. En tegenover die allen staat nu de Heere met Zijn eis, met Zijn recht mot Zijn alles overheersende vraag:

„Geef Mij uw hart!" De Heere vraagt het hort.'

De Heere vraagt het hort.'

Er zijn veel mensen, die wel iets van het hunne aan de Heere willen geven Met veel bereidheid offeren zij hun geld voor de zaak van Gods Koninkrijk. Anderen geven hun tijd. Dat zijn de altijd aktieven, die druk doende zijn op allerlei terrein van het leven. Ze hebben het er zó druk mee, dat ze geen tijd hebben om tot zichzelf in te keren om Gods Aangezicht te zoeken in afzondering en gebed.

Weer anderen zoeken het in hun jrevoel. Ze kweken zekere godsdienstige gevoelens aan, kiinnen tot tranen toe bewogen worden en bouwen op hun gestalten. Maar ook daaronder kan het hart onveranderd en onvemieuwd zijn. Dit alles en nog veed meer heeft voor de Heere geen waarde, als niet eerst en bovenal het hart wordt gegeven.

Als wij ons hart verre van de Heere houden, is al onze gewaande godsdienstigheid niet meer dan ijdele vertoning. Christus vraagt uw hart! Christus vraagt geheel uw hart! Hij eist voor zich: aUe gedachten, alle overleggingen, het woord maar ook de daad.

„Mijn zoon, mijn dochter geef Mij uw hart!"

Het hart... wat is eigenlijk het hart? We zouden het hart kunnen noemen: de zetel van ons denken, wiUen en gevoelen.

Het centrum van alle levensfuncties van de mens. Gods Woord zegt: „uit het hart zijn de uitgangen les levens". Wie dan ook het hart vraagt, die vraagt om het diepst, innerlijkste wezen van de mens, om het gehele ik.' Wie iemands hart heeft, die heeft de gehele persoon. Wie het hart van de bruid heeft, heeft de bruid en alles wat zij heeft. Wie het hart van zijn vrouw niet heeft, kan nog wel veel van haar hebben: geld, verzorging, omgang... maar goed gezien heeft hij het toch niet. Die mist juist dat, wat hij het vurigst zoekt en begeert ... het hart!

Wanneer nu de Heere ons hart heeft, dan heeft Hij alles! Met het hart is dan alles voor de Heere. Ons geld en goed om te vragen: „Heere, wat wilt Gij dat ik er mee doen zal?" Onze tijd om dagelijks te vragen: „Heere wat is uw opdracht voor vandaag?"

Om ons dan weg te schamen, dat wij zo lange tijd onze dagen hebben verknoeid in de dienst van satan. Ons verstand om door de HeUige Geest verlicht, het Woord des Heeren te onderzoekea Als we eerst ons hart aan de Heere geven, dan volgt het andere als vanzelf. Hoor dan de nodiging des Heeren: „Geef Mij uw hart." Bij Hem is het goed. Immers... Christus vraagt dat hart met een heerlijke bedoeling! Satan vraagt uw hart om het te verderven, om het nog slechter te maken dan het is, om u te storten in eeuwige ellende. Maar Christus vraagt het om uw ziel te behouden! Hij vraagt het, omdat Hij er Zijn vrede in wil leggen, omdat Hij Zijn heil wil doen smaken. Hij wil uw dodelijk zieke hart genezen. Hij kón het. Hij alleen! Jezus Christus is de enige Redder en Geneesheer! Hij is, in zijn lijden en sterven het enige van God verordineerde middel tot zaligheid, en het bloed van Golgotha is het onfeilbaar heilsmiddel voor uw melaatse hart. Lezers... wat dunkt u van de vraag

Lezers... wat dunkt u van de vraag uit de tekst: „Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij uw hart!"? Ziende met welk een heerlijke f>edoeUng Hij dat hart vraagt?

Zou het niet goed weggegeven zijn? Voor ons hart. Zijn hart... voor ons leven, Zijn leven... voor onze dood, Zijn dood? En dat voor eeuwig, want elke zoon of dochter, die zijn hart mag geven, en die daardoor bij tijden en ogenblikken, op de reis naar dood en graf mag rusten in het middelaarshart van Christus, zal leven en straks door de dood overgaan tot het eeuwige leven. Dat het dan mocht komen tot vrijwillige overgave!

Dat Zijn Geest het hart zó bewerkte! Alles is er bij te winnen! Niets is er bij te verhezen! „Heere, zie hier mijn hart. Dat offer kan U alleen behagen". Ons hart... het is het kostelijkste

Ons hart... het is het kostelijkste wat wij bezitten.

Als ons hart verloren is, is alles verloren! Daarom: geef de Heere uw hart! Wie in Hem geborgen is, kan gerust zijn in de bangste nood. Dan moge teleurstelling op teleurstelling uw deel zijn, dan moge de dood dreigen, als ons hart bij de Heere is, dan vrezen we niet, maar kunnen we zingen:

„In de grootste smarten. Blijven onze harten in de Heer' gerust. 'k Zal Hem nooit vergeten, Hem mijn Helper heten, Al mijn hoop en lust."

B. H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1980

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1980

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's