Landbouwbeleid Richten Op Gezinsbedrijf
In het hoofdbestuur van de CBTB W-N is een eerste besprekmg gewijd aan de dlskussienota van het Landbouwschap „Landbouw in gewijzigde omstandigheden". De lijvige nota, waarin meer wordt besproken dan alleen landbouwbeleidszaken, moet een basis zijn voor diskussie in de gewesten, gedurende dit wintersefeoen. Aan de hand van de uitkomsten van die diskussie zal het bestuur van het Landbouwschap in februari een beleidsplan opstellen voor de jaren 1981 - 1985. Dit beleidsplan zal o.a. worden ingebracht bij de kabinetsformatie die in 1981 zal volgen na de verkiezingen voor de Tweede Kamer (in mei 1981).
Unaniem werd gekonstateerd dat de grootste zorg de kontinuïteit van de bedrijven is, voor omdat op veel bedrijven geen financiële reserve beschikbaar beschikbaar is om tegenslagen op te vangen. Voor het behoud van een gezonde en sterke landbouw is het absoluut noodzakelijk dat de bedrijven beschikken over een redelijk weerstandsvermogen.
In het huidige fiskale systeem voor zelfstandigen is dat niet mogelijk, het eigen vermogen van de bedrijven wordt onvoldoende beschermd. Mede daardoor ontstaat een dreiging dat de verhouding tussen eigen ,vermogen en vreemd vermogen („solvabUiteit") te sterk daalt.
boer blijven
Gewezen werd op het belang om beleidsmaatregelen zo te treffen dat een verdere afvloeiing van ondernemers uit de landbouw zo veel mogelijk beperkt moet worden. De vrees werd geuit dat in toenemende mate een kleinere groep boeren en tuinders moet zorgen voor de voedselvoorziening van een groeiende bevolking. Dat kan inhouden dat boeren en tuinders nog harder moeten werken, dan nu al gebeurt, voor een groep mensen, waarvan een deel noodgedwongen werkloos is.
In land- en tuinbouw zijn niet veel mogelijkheden om de werkgelegenheid te verruimen, wel zal getracht moeten worden de bestaande werkgelegenheid, voor ondernemers en werknemers, te handhaven.
positie van de vrouw De vrouw Icrijgt steeds meer een ak
De vrouw Icrijgt steeds meer een aktieve rol in het agrarisch bedrijf en mede daardoor ook meer en meer in agrarische organisaties. Het bestuur juicht deze ontwikkeling toe en zal bij de verdere bespreking van de nota van het Landbouwschap dit punt nadrukkelijk aan de orde stellen.
R.Z.
In toenemende mate moeten boeren en tuinders hun toevlucht nemen tot de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen, die niet in alle gevallen voor een oplossing kan zorgen. Deze regeling is er op gericht om in akute noodsituaties financiële steun te verlenen gericht op het levensonderhoud van het gezin, maar in sommige gevallen wordt een bedrag ineens uitgekeerd direkt gericht op instandhouding van het bedrijf.
De r.z.-regeling funktioneert over het algemeen goed en het is niet de bedoeling van deze regeling om strukturele problemen op te lossen. Daarvoor zullen algemene beleidsmaatregelen moeten worden getroffen. Door het gehele bestuur werd nog
Door het gehele bestuur werd nogmaals en indringend vastgesteld dat het van primair belang is dat er een fikaal regiem komt dat rekening houdt met de positie van de zelfstandigen en de specifieke funkties van zyn inkomen.
Financieringspositie
De financieringspositie van bedrijven die enkele jaren geleden hebben geïnvesteerd is mede door het dalen van de grondprijzen in een aantal gevallen problematisch geworden. Aangedrongen werd op een specifiek hulpprogramma voor deze bedrijven vanuit de speciale „pot", die beschikbaar is bij het ministerie van landbouw. Ondanks dit negatieve effekt (het
Ondanks dit negatieve effekt (het enige !) van een verlaging van de grondprijzen waren de aanwezigen het er over eens dat het voor de toekomst van de landbouw een goede zaak is dat de prijzen dalen. De huidige prijsdalingen worden vermoedelijk veroorzaakt door verschillende f aktoren. Het hoofdbestuur sprak uit dat deze
Het hoofdbestuur sprak uit dat deze daling van de prijzen verheugend is, maar dat desondanks een beperkte regulering van de grondmarkt middels een Wet Vervreemding Landbouwgronden, noodzakelijk is.
Met beide benen op de grond
Aan de hand van het rapport van de kring Walcheren over het Agrarisch grondbeleid „Met beide benen op de grond" werd uitvoerig gediskussieerd over de Wet Vervreemding Landbouwgronden en de aktuele politieke diskussie rondom deze ontwerp-wet.
Van verschillende zijden werd kritiek geuit op de onderzoekingen van de he ren Veerman en Knipscheer die konkluderen da' de W.V.L. niet meer nedig is. Zij hebben in hun onderzoek te veel gekeken naar het afgelopen jaar en houden onvoldoende rekening met mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. Duidelijk werd uitgesproken dat de Wet geen principieel middel mag zijn om struktuurpolitetiek te voeren. Het uitgangspunt moet zijn: een verlaging van de grondprijs tot een aanvaardbaar niveau.
Onderwijs
Aan de hand van ee" korte doch gedegen notitie van de vijs-sekretaris is gesproken over ue :J -.itie van het agrarisch- en huishoud- en nijverheidsonderwijs binnen de C.B.T.B. W-N. Met name de organisatorische opzet en de relaties tussen het bevoegd gezag en de kommissies van toezicht en beheer kwamen daarbij aan de orde. De onderwij ssekretaris gaf een overzicht van de aktuele situatie op de scholen.
Overzicht van de sektoren
De heer Sanderse, die sprak over akkerbouw, stond stil bij de diskussie die gaande is over het suikersysteem dat de komende jaren moet worden gehanteerd. Na vele moeilijke diskussies is vorig jaar het kontraktenstelsel tot stand gekomen. Het is op zijn minst vreemd dat nu de hele zaak weer op de helling wordt gezet.
Er zijn echter belangrijke redenen om teiTAg te keren naar het mengprijssysteem:
— bij het kontraktenstelsel is een geheel eerlijke verdeling niet geheel mogelijk. Het grote aantal bezwaarschriften dit jaar wijst daar o.a. op;
— het areaal is aanzienlijk teruggelopen;
— in het kader van de nieuwe ordening is het mogelijk kwota van het ene land toe te wijzen aan een ander land. Mede daarom zal Nederland moeten zorgen dat haar kwota wordt volgeteeld.
Een nadeel is dat de onzekerheid onder de telers kan toenemen. Hij pleitte voor een vast en konstruktief systeem, waarbij de teler weet waar hij aan toe is, voortdurende wisselingen zijn niet in het voordeel van de telers.
Besloten werd dat het beleid voor de veehouderij eerst zal worden besproken in de sketie-vergadering. Veehouderij van het hoofdbestuur. Met name zal gesproken worden over de nota: „Marktevenwicht mede-financiering en zuivelbeleid in de E.G."
De heer v. d. Sar die sprak over tuin-, bouw uitte zijn ,zorg over de opnieuw opgeloaide discussie over de Ned. gasprijzen. Hij betoogde dat er geen ruimte is voor een verdere kostenverhoging. In de groentesektor hebben we dit jaar redelijke resultaten gehaald maar we moeten kijken op lange termijn.
N. Groot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's