DIRKSLAND Koninklijk zilver voor polderwerker L. Zoon

De bereidheid daartoe bleek door het Waterschap in dank aanvaard, zoals dijkgraaf Joh. Koert duidelijk maakte. De periode waarin nog graag van de diensten van dhr. Zoon gebruik zal worden gemaakt kon niet precies worden afgebakend, maar duidelijk is wel dat het nog „geruime tijd" zal duren vooraleer aan de Havendijk een nieuw vervangend gemaal zal functioneren. Wanneer dhr. Zoon dan de laatste handeling pleegt en het huidige gemaal, ondergebracht in de vroegere watermolen komt te vervallen zal dat het eind van een eeuwenlange traditie betekenen...

Immers is het sinds 1764 een Zoon geweest die de — in 1731 gebouwde — molen heeft bediend en 't bleef een Zoon ook nadat de molen in 1915 werd voorzien van een dieselmotor, gevolgd door een electromotor in 1942. In dat jaar nam dhr. Leen Zoon de taak op zich en thans, zoveel jaar later wilde de Dijkgraaf hem graag het predicaat van een „constante en intelligente" werker te zijn opprikken met de complimenten van het Waterschap! Dhr. Koert onderstreepte die dank met de aanbieding van een enveloppe met inhoud.

Burg. H. Bos bleek ter vervulling van een belangrijke missie aanwezig te zijn al maakte hij daar pas op 't eind van zijn gelukwens aan dhr. en mevr. Zoon melding van. Dhr. Bos onderschatte het door dhr. Zoon gedane werk zeker niet, integendeel wees hij op de belangrijkheid ervan en de kunst die 't moet zijn geweest het polderwater tijdig te lozen in de tijd dat eb en vloed nog op het Haringvliet heersten. „We vertrouwden erop dat het stipt gebeurde en 't is altijd heel goed gegaan" zo waardeerde dhr. Bos het door dhr. Zoon betrachte plichtsbesef waarmee hij toonde de zorg voor het waterbeheer in 't bloed te hebben.

Daarom temeer betreurde dhr. Bos het dat aan de „Zoon-traditie" op het gemaal een eind zal komen; weliswaar is dhr. Zoon in 't gelukkige bezit van een zoon maar die heeft te kennen gegeven de functie niet over te willen nemen. Met genoegen maakte dhr. Bos bekend dat aan dhr. Zoon een Zilveren Koninklijke Onderscheiding was toegekend welk ereteken hij de scheidende heer Zoon opspeldde.

Dhr. J. Wamaer, oud voorz. van de Gemeene Uitwatering van Dirksland sprak de heer Zoon eveneens waarderend toe hem als alleenheerser over het gemaal erkennend. Dhr. Zoon bleek aldaar zijn stempel dermate te hebben gedrukt dat het bestuur hem alle verantwoordelijkheid durfde te laten. „Voortreffelijk gedaan!" waardeerde dhr. Wamaer, zijn woorden van dank ook sprekend namens een aanzienlijk aantal ingelanden die hem hadden verzocht dat ook namens hen te doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen