Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN BIJZONDER KONSERT IN STAD AAN' T HARINGVLIET

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BIJZONDER KONSERT IN STAD AAN' T HARINGVLIET

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de rij van vele kerstkonserten in deze periode werd zaterdag 13 december J.1. in de Nedrlands Hervormde Kerk te Stad aan 't Haringvliet een kerkkonsert gegeven, dat toch wel een bijzonder konsert genoemd mag worden.

Deze avond werd verzorgd door 2 koren, t.w. het jeugdkoor „Cantate Domino" te Middelharnis o.l v. dhr. P. H. Wessels en een kamerkoor o.l.v. dhr. R. Verhage. He', kamerorkest „de Drieklank" te Middelharnis werd eveneens gedirigeerd door dhr. Verhage. Verder waren de troinpetsoli voor rekening van de heren H. Kom en H. Mackloet, als organist was Ab Vroegmdeweij aanwezig, terwijl het Idavecimbel werd bespeeld door Marjan van Neuron en Paul Kieviet.

Voor een volledig gevulde kerk werd dit konsert door het jeugdlioor geopend met ,,Cantate Domino" van de Noord- Duitse organist en komponist Dietrich Buxtehude. Met dit 3-stemmige werk dat a capelle (dus zonder begeleiding) w-erd gezongen, werd fraaie Barokmuziek ten gehore gebracht. Deze muziek werd zeer zuiver vertolkt en vormde mede daardoor een goede opening van dit konsert.

Hierna volgde van Const. Chr. Dedekind het „Bereitet dem Herm den Weg" naar Jesaja 40 : 3, 4 en 5 De beide boekdelen van dit stuk in 3-stemmige zetting omsloten een 2-stemmig middendeel. Bij deze uitvoering viel een goede artikulatie op.

De klavecimbel, die bij dit werk te beluisteren was, werd gebouwd door de oud-Flakkeënaar Cees Bom te Schoonhoven. Met dit enerzijds krachtige, anderzijds toch ook subtiele instrument bleek het zonder bezwaar mogelijk te zijn, de gehele kerk te ,.bespelen". Vervolgens presenteerde hel orkest zich met het fluitkonseri in G van G. Ph. Telemann. Dit werk bestaat uit 3 delen: een allegro ma non tropppo, waarmee het orkest aanvankelijk aan de ruimte moest wennen, een rustig adagio en tenslotte een allegro, waarin de gehele groep muzikaal spel liet horen.

Als 3e programmapunt voor jeugdkoor en orkest klonk het Latijnse: Lauda Sion Salvatorem — Looft Christenen uw Heiland — eveneens van D. Buxtehude.

De verschillende delen werden steeds ingeleid door de 7 strijkers van het orkest. Het „tegenspel" voor het koor lag bij de basso continuo, die zoals gebruikelijk wordt gevormd door de celliste en de klaveciniste. Enkele solopartijen in het stuk werden vertolkt door 2 sopranen vanuit dit koor, die zowel door helderheid als door een goede voordracht opvielen. Juist bij dit stuk was een goede ekspressie van het koor te bemerken.

Hierna was het nieuwe orgel van Stad aan 't Haringvliet te horen bij het Conserto in G van J. S. Bach. In een geheel volle kerk, zoals deze avond het geval was, laat dit werkstuk van Leeflang en Keyzer zich horen als een rond instrument. De plezierige speelaard van deze nieuwe aanwinst sloot goed aan bij het plezierige, konsertante stuk muziek van Bach. Onwillekeurig vergelijkt men dit met de orgelkonserten van zijn tijdgenoot G. F. Handel en bespeurt dan meerdere punten van overeenkomst.

Het Ie deel allegro werd speels gebracht door de verscheidene klavier- en maatwisselingen. Helaas klonk de afsluiting iets gehaast. Het grave boeide door zijn zangerigheid. Het slotdeel presto werd spontaan vertolkt; de tintelende muziek kwam goed tot uiting.

Vervolgens konden de aanwezigen luisteren naar het Ie openbare optreden van het kamerkoor. De samenstelling van dit koor is als volgt: 5 sopranen, 3 alten, 4 tenoren en 4 bassen. Voor deze avond stonden een viertal

Voor deze avond stonden een viertal werken uit de 15e en 16e eeuw op het programma, t.w.:

a) „Also hat Gott die Welt geliebt" van Heinrich Schütz.

b) .,Or avons nous de nos oreilles" (psalm 44) van J. P. Sweelinck.

c) „Vom Himmel hoch da komm ich her" van Johann Eccard.

d) „Gebet bin und saget Johanni wieder" van Melchior Franck.

Stuk voor stuk kan men hier spreken van boeiende en goed in het gehoor liggende werken. De muziek van Schütz en Eccard zijn 5-stemmige zettingen. In de Franse Psalmen van Sweelinck wordt men steeds weer geroerd door de wonderschone polyfone zeggingskracht, die onze voorouders reeds ten uitvoer brachten.

In het algemeen kwamen de genoemde 3 werken tamelijk hard over. Trekt men een vergelijking met het jeugdkoor, dan bemerkt men dat deze jongelui met veel minder volume minstens even duidelijk en beslist meer beschaafd overkomen. Een stuk ervaring van het jeugdkoor zal hier zeker debet aan zijn. Hiermee mag niet worden gesteld, dat het koor niet tot goede prestaties kan komen. Juist het werk van Franck viel op, doordat het erg mooi werd uitgevoerd. Het sterk/zacht effekt kwam goed tot uiting, terwijl de goede discipline binnen het koor ook hierbij merkbaar was.

De symfonie in F van de Engelse komponist William Boyce werd door het orkest met overgave gespeeld. Helaas viel ook bij dit werk weer op, dat het gelijktijdig beëindigen van het slotakkoord nog enige aandacht verdient.

Sprankelende muziek viel te beluisteren m het trompetkonsert in bes van Antonio Vivaldi. Hoewel de beide trompettisten aanvankelijk zich aan de ruimte moesten aanpassen, werd ook het eerste deel allegro geïnspireerd uitgevoerd. Het meegaande klavecimbelspel van Marjan van Neuren mag hierbij zeker worden genoemd. Na een kort largo volgde het 2e allegro. Op virtuoze wijze werden door de trompettisten diepteeffekten bereikt. Onder de bezielende leiding van dirigent Verhage werd in goed samenspel fijn gemusiceerd. Daardoor vormde de uitvoering van

Daardoor vormde de uitvoering van deze heldere, vrolijke muziek één van de hoogtepunten van deze avond.

Het jeugdkoor liet zich daarna nog horen in een drietal Kerst werken:

a) ,,Siehe, dein König kommt zu dir" van Wolfgang Briegel.

b) „Il est né", een oud-Frans Kerstlied op een eenvoudige, zeor bekende melodie.

c) „Herders, Hij is geboren", Oud- Vlaams Kerstlied.

Zonder uitzondering werden deze werkjes soepel en zuiver gezongen. Als afsluiting van dit konsert volgde nog het „Stimmet Hosianna an" eveneens van Briegel. Dit werd door jeugdkoor en orkest uitgevoerd. In goed samenspel vertolkten zij deze erg aansprekende muziek.

D 4 verzen van dit loflied werden elk voorafgegaan door een muzikale inleiding door het orkest. De wijze van uitvoering mag een fraaie afsluiting worden genoemd van dit kerstkonsert.

Zoals reeds vermeld werd het konsert gegeven in een geheel gevulde kerk. Ik ben ervan overtuigd, dat dit de beste stimulans voor de uitvoerenden is om enthousiast verder te studeren. Beide koren, het orkest en de diverse solisten zorgden voor een breed, muzikaal programma op een behoorlijke nivo.

Daarom mag zeer zeker worden gesproken van een bijzonder konsert.

M. T. C. V. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

EEN BIJZONDER KONSERT IN STAD AAN' T HARINGVLIET

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's