Kantongerecht (19 dec. 1980)

Vorige winter kon landbouwer S. S. uit Oud Vosseraeer het niet langer aanzien dat houtduiven zijn koolzaadperceel plunderden. Een afschietvergunning kreeg hij niet en de jager die het jachtrecht heeft kon niet komen. S. S. besloot daarom een hoeveelheid erwten te drenken in parathion en legde die op zijn land. Hiervoor kreeg hij een proces-verbaal. Er waren 3 duiven gesneuveld.

De eis van de officier van justitie was ƒ 250,— boete of 5 dagen cel. De kantonrechter besloot de straf om te zetten als voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

In april had J. J. van D. uit St. Maartensdijk op zijn opgevoerde brommer twee fietsende meisjes aangereden. Drie gewonden was het gevolg hiervan. Hij kreeg voor de aanrijding een boete van ƒ 150,— envoor het opvoeren van de brommer ƒ 50,— boete.

Voor het niet verlenen van voorrang op de kruising Stoofstraat - Tolweg te Poortvliet werd J. van B. uit Poortvliet veroordeeld tot ƒ 100,— boete.

J. A. M. uit Tholen kwam met zijn auto vanuit de Vossemearsepoort en verleende geen voorrang aan een andere auto die op de Eendrachtsweg (voorrangsweg) reed. Daar het verkeersbord dat moet aangeven dat het verkeer vanuit de Vossemeersepoort voorrrang moet geven was verdwenen, werd M. ontslag van rechtsvervolging gegeven.

J. H. uit Tholen moest voorkomen omdat hij zijn huisvuil in Oud Vossemeer had weggezet. H. had bij zijn woning de huisvuilauto gemist en het daarom naar Oud Vossemeer gebracht. De ophaaldienst moest daar nog komen. Het huisvuil was keurig verpakt in een plasticzak van de gemeente Tholen en omdat Oud Vossemeer behoort onder de gemeente Tholen zag de kantonrechter niet in wat er fout was. H. werd dan ook vrijgesproken.

Van de twaalf opgeroepen autobestuurdes waren er vrijdag maar vier verschenen op het kantongerecht. Zij moesten voorkomen voor hun foutieve verkeersgedrag; zij kregen een procesverbaal voor het afsnijden van bochten. A. J. C. uit Tholen, J. S. uit Middelburg, A. J. M. en G. J. van H. beiden uit St. Maartensdijk kregen elk een boete van ƒ 55,— of 2 dagen cel.

P. M. H. van L. en G. J. van L. beiden uit Helmond, kregen ƒ 600,— boete per man of 12 dagen gevangenisstraf. Op 26 april waren zij samen met M. H. S. en W. P. A. K., ook uit Helmond, in de Noordpolder onder St. Maartensdijk aangehouden voor het zonder vergunning met honden en lichtbak aan het jagen waren geweest. S. en K. waren met verschenen en werden bij verstek veroordeeld.

In mei zou sproeivlieger A. R. T. L. uit Bergen op Zoom op een hoogte van ongeveer 40 meter hebben gevlogen boven een tankschip in het Scheld-Rijnkanaal nabij de Thoolse brug. Sproeivliegers hebben weliswaar ontheffing van de beperking dat er niet lager dan 150 meter mag worden gevlogen. Dit geldt echter niet boven verkeers- en waterwegen. Daar het te besproeien perceel voor de piloot moeilijk te bevliegen was (windrichting) en het niet zeker was dat hij precies boven het tankschip vloog of er naast werd hij ontslagen van rechtsvervolging.

B. J. G. uit Vlaardingen kreeg een boete van ƒ 1000,— of 40 dagen gevangenisstraf. In de periode van februari tot mei 1980 had hij in Poortvliet tandheelkundige handelingen verricht zonder daartoe bevoegd te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen