Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OUDE JAAR 1980 NOODZAKELIJK ZIELSONDERZOEK BIJ DE KOMST VAN DE BRUIDEGOM Zie, de Bruidegom komt, gaat uit, Hem tegemoet. Mattheus 25 : 6

Het is noodzakelijk dat de mens alles onderzoekt in al zijn wegen en zijn daden. Immers wat niet is naar het Woord van God zal geen dageraad hebben. Dit betreft zeker de reis naar het einde van het leven. Daar heeft Jezus dan ook over onderwezen in de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden.

Het onderwijs was een antwoord op de vraag van de discipelen over het komende eindgericht. Ze twijfelden niet over de zekere komst van het eindgericht, maar ze wilden weten onder welke bijzondere gebeurtenissen dit zou plaats vinden.

De Heere wijst nu niet naar alle gebeurtenissen in de wereld en de maatschappij, maar hoe de openbaring van het Koninkrijk Gods dan zal zijn. Het wijst op de donkere tijd in de gemeente des Heeren.

Niet de uitwendige verdeeldheid vraagt de aandacht, maar de innerlijke openbaring wordt schrikbarend bekendgemaakt. Het Koninkrijk der hemelen zal dan

Het Koninkrijk der hemelen zal dan gelijk zijn aan tien maagden. Zij schijnen allen gelijk in hun verwachting. Zij gingen allen uit de Bruidegom tegemoet. Het waren mensen met grote toekomstverwachtingen. Zij verwachten in te gaan in het hemelse Koninkrijk. Veel hadden ze en in veel waren ze niet te onderscheiden. Ze hadden lampen, de lampen hebben aanvankelijk gebrand. De dwaze maagden zullen bij de komst van de Bruidegom roepen: „Onze lampen gaan uit". Wij lezen dat ze aan de poort kloppen en roepen: „Doe ons open".

Toch komt bij het einde ook de eindbeslissing. Het zal openbaar worden, wie de olie van de Heilige Geest heeft en wie niet.

Op oudejaarsavond mogen wij ons persoonlijk onderzoeken aan het getuigenis van de Opperste wijsheid. Niet onze vormen, ook niet onze uitwendige belijdenis. Maar is in ons leven de arbeid van de Heilige Geest te vinden. Ze wordt niet ontvangen omdat wij geboren zijn onder de geopenbaarde waarheid. Ze wordt geschonken in het uur van de wedergeboorte als een souverein werk van de Heilige Geest. Duidelijk leerden onze vaderen: „Maar zijn wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Ja wij; tenzij dan dat wij door de Geest Gods wedergeboren worden. Vele vragen kunnen bij het heengaan van een jaarkring ons bezetten. Veel vragen zullen om een antwoord vragen. Pijnlijke gebeurtenissen hebben hun sporen in ons leven getrokken. De verder gaande tijdsopenbaring in de afval van de Levende God kan ons verschrikken. Toch het allerbelangrijkste op oudejaarsavond is deze. Wij allen zullen de tijding eenmaal ontvangen: „Zie de Bruidegom komt". Zal het wél met ons zijn als Hij komt? Uren, dagen, maanden, jaren,

Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen.

« NIEUWJAAR 1981 GELOOFSBEGEERTEN Gedenk mijner, o Heere. Naar het welbehagen tot Uw Volk: bezoek mij met Uw heil. Psalm 106 : 4

k n Bij de aanvang van de nieuwe jaarkring zullen velen met veel verwachting de toekomst zien. Anderen zullen bij de klokslag van 12 uur ook hun verborgen leed, zorg en verdriet hebben mee gedragen. Een mens kan wel trachten veel te vergeten, maar de zorgen van elke dag laten zich niet verdringen. Hoe groot is dan de belijdenis van de dichter van psalm 106. Hij mag zijn geloofsoog richten boven alle gebeurtenissen van het leven. Hij kan van dit ondermaanse leven geen paradijs maken. Hij weet dat de zonde en de strijd als een vijand van de genade Gods hem niet zal worden onthouden. Hij kent zijn geringe kracht en machtige bestrijders. Daarom mag hij zijn begeerten verder zien en ervaren dan alles wat i de tijd een mens heeft te bieden. Hij begeert een gedachtenis van de God van zijn leven. Het is een bede om gunst en genade onder de bedekkende gerechtigheid van zijn Koning en zijn God. Het blijkt uit zijn geloofs getuigenis. Hij kent de Levende God als zijn Heere. Die God van Abraham, Izak en Jacob is door genade ook Zijn God. Hij vraagt om een gedachtenis. Hij voelt zich buiten God eenzaam. Treffende gedachten zijn daarin begrepen. Wat kan een mens eenzaam zijn. Wij denken aan de zovelen die dit lezen. Aan de vele ouden, rouwdragenden en eenzamen op de wereld. Wat kan er dan een hunkering zijn naar een blijk van mee leven. Een handdruk, een gebaar, een teken dat er toch nog aan ons wordt gedacht. Hoe groot is het dit als een wonder te mogen ontvangen. Maar hoe wonderlijk is het dan als de Heere Zelf betoont ons te kennen. Als Hij een blijk van Zijn gunst en liefde in ons hart komt te schenken. Zie daar vraagt de dichter om. Hij weet dat er op de aarde een erfe

Hij weet dat er op de aarde een erfenis is waarin de Heere een welbehagen heeft. Een Goddelijke erfenis gelijk Israël het snoer van Gods erfenis is en blijft.

Hij noemt deze erfenis Gods Volk. Dat zijn ze van nature. Dat zijn ze niet omdat ze een bekeerde vader of moeder hebben. Maar dat zijn ze door de openbaring van Gods welbehagen. Het welbehagen waarvan de engelen eenmaal hebben gezongen in de velden van Bethlehem. Het welbehagen dat openbaar zal blijven totdat de Heere alles nieuw zal maken.

Dan zal er geen jaarwisseling meer plaatsvinden. Geen klokken op de aarjaarde zullen vermelden dat een nieuw jaar is begonnen. Maar dan zullen de hemelklokken vermelden dat alles nieuw is geworden. Zie daar verlangt hij naar. Hij begeert een bezoek van boven eer dat hij ingaan mag waar de Heere alles in allen vervuld. Hoor hem daarvan zingen:

l Opdat ik U mijn Rotssteen noem, en delend in Uws volks genoegen. Mij met Uw erfdeel biy beroem. Capelle a/d IJssel ds. P. Blok

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 december 1980

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Overdenking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 december 1980

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's