Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking u�t de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking u�t de Heilige Schrift

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLACHT EN BEDE „Velen zeggen: wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o, Heere". Psalm 4 : 7

Zo stelt David dus tegenover de vraag van de velen, zijn gebed om de zegen des Heeren. Wat bidt David hier? Wat is de inhoud van zijn gebed? Het zijn oude vertrouwde woorden die David uitspreekt. Het zijn woorden, ontleend aan de zegen, die de Hogepriester in de naam des Heeren moest leggen op het oude Bondsvolk. Deze priesterlijke zegen is te vinden in Numeri 6. Ook over ons wordt deze zegen iedere zondag in de kerk uitgesproken. Zégt het ons nog wat? Of is ook dit tot een sleur geworden? Tot een teken, dat de kerkdienst er weer op zit en we op de koffie kunnen aangaan? Maar zo ontgaat ons de zegen van deze zegen !

Deze zegen... dat de Naam des Heeren op de gemeente wordt gelegd en heel haar leven wordt gesteld in het licht van Gods aanschijn.

David zet deze priesterlijke zegen, zo vaak ook over hem uitgesproken, om in een gebed.

Een gebed, waarin twee bestanddelen van deze zegen naar voren worden gehaald: „de Heere doe Zijn aangezicht over u lichten" en: ,,de Heere verheffe Zijn aangezicht over u". In die zegen liet de trouwe Verbondsgod het aan zijn volk weten, dat Hij zich niet verborgen zou houden, maar klaarlijk zou betonen aan dat volk te denken. Hij zegt hen daarin zijn genade en vrede toe. (Numeri 6 : 25 en 26). De genade, die God in Christus betoont en de vrede, die de Heilige Geest daardoor in het hart schenkt. Zo gaat David's begeerte uit naar hetgeen God

Zelf beloofd heeft: „Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns". De belofte van God om zegen te geven wordt lot een gebed om die zegen. Hij bidt om de nabijheid van God, omdat hij weet, dat God beloofd heeft, hem nabij te willen blijven. Dat is een leven op de beloften van God! Een pleiten: „Heere, Gij zijt toch een waarmaker van Uw Woord. Gij hebt het toch Zelf gehoord". En zulk een gebed hoort God! David mag de verzekering van Gods gunst in zijn haif ontvangen. Hij mag ervaren: „Zijn aangezicht in gunst tot mij gewend, geeft mij in 't kort verzadiging van vreugde".

Dan zijn niet de moeilijkheden opgelost! Dan duurt de nood nog voort! Dan weet ook David niet wat het eind zal zijn. Of hij nog wel in zijn paleis zal terugkeren. Maar midden in de ellende heeft hij vrede en rust. In de duisternis bestraalt hem het licht van Gods genade.

Midden in de nood is er vreugde, die het hem doet zeggen: „Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven meer dan ten tijde als hun koren en hun most vermenigvuldigd zijn", (vers 8). Midden in de crisis is er de kalme rust in de wetenschap, dat de Heere over zijn knecht zal waken. Zo kan hij als kind van God slapen gaan als in de armen van zijn hemelse Vader, (vers 9).

God kan ook zijn aangezicht verbergen! Om onze zonden moet God dat wel doen! Ook de vromen van de oude dag hebben van die verberging gew^eten! Deze zelfde David smeekt in psalm 27: „Verberg Uw aangezicht niet voor mij, en wees mij genadig en antwoord mij". Of: ,,toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt", (psalm 30). En Asaf bidt: „O, Heere, God der heirscharen! breng ons weder, laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden". De verberging van Gods aangezicht, als teken en openbaring van Gods ongenoegen, dat is niet de zegen maar de vloek! Deze bittere noodzaak van Gods rechtmatige toom tegen de zonde, was voor het oude Godsvolk en is voor de gelovigen van nu, een bittere zaak!

Niets is voor de ziel zo benauwd en niets wordt zo gevreesd, als de verhouding van Gods genadige nabijheid. Wat is dan de genade groot, als de vloek van de verlating Gods, wordt veranderd in de zegen van zijn nabijheid. Het is alleen te danken aan die enige Middelaar Gods, die Algenoegzame, voor Wie God de Vader op Golgotha zijn aangezicht heeft verborgen. Alleen door dit verzoenend werk, kan in de nacht van onze zonde en dood voor ons het licht opgaan, dat reddend is verschenen en dat spreekt van Gods vergevende liefde. Zalig de mens, die daarvan mag weten voor eigen hart en leven! Die verzekerd mag zijn van Gods gunst over ons in Jezus Christus! Dan mogen onze bekommernissen vele zijn... we zullen er niet in ondergaan. In de grootste smarten blijven dan onze harten in de Heere gerust. Neen... dan is niet alles vlak! Dan zijn onze wegen niet enkel 'effen wegen! Dan zijn de raadselen in ons leven opgelost! Maar dan kunnen we het aan! Dan hebben we een Toevlucht. Dan is er uitzicht... uitzicht naar om.hoog !

Iets van het... alhoewel •—• nochtans van Habakuk. Innerlijke vrede, ook bij uitwendig gebrek. Dan genieten wij Gods gunst en die is beter dan al het goed vai} de wereld en alle genietingen van het leven. Want die vrede in God is het hoogste goed, het begin van de eeuwige vreugde en van • het eeuwige leven.

Moge veler klacht om het „goede" te mogen zien, door Gods ontdekkende genade worden omgezet in de bede om het waarlijk goede. Om dat goed, dat nimmermeer vergaat, en dat Gods volk eenmaal ongestoord zal mogen genieten tot in eeuwigheid.

„Laat krijgen en schanden en moorden en branden, verwoesten, verwoesten de landen, laat komen de donder, de winden, de stromen— wat schaadt het, wat schaadt het den vrome !

Als zware geruchten een ander doen zuchten, en woelen en woelen en vluchten— dan zit hij in vrede, in ruste, in vreugden, omsingeld, omsingeld met deugden". (Jan Luiken) B. H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Overdenking u�t de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's