Nieuwe impuls voor

Het is een goed recht en misschien ook een plicht van het RIVO om te zoeken naar nieuwe wegen en nieuwe mogelijkheden in de schelpdierenvisserij. Een voorbeeld daarvan is het uitgeven van kokhanen percelen in de Oosterschelde. En opnieuw bezint men zich op een tot heden toe nog niet voorgekomen teelt namelijk die van de tapijtschelp, die in België en Frankrijk wel eens op de menu's voorkomt en in de kweek waarvan misschien perspectief zou zitten. Maar de mosselkwekers schreeuwen om grond in diezelfde Oosterschelde en hun teelt heeft vooral dit jaar bewezen een goed voor de nodige deviezen zorgend produkt te zijn.

Experimentele teelten mogen dus zeker niet ten koste gaan van grond, die ook voor de mosselteelt zou kunnen worden gebruikt. Alleen op de Yersekse Bank (en daar zijn enkele proefperceeltjes aangelegd) zou men vruchtbaar kunnen werken.

Toch brengt het invoeren van nieuwe teelten ook altijd wel het risico mee van nieuwe besmettingshaarden, of de mogelijkheid van enorme uit de hand lopende produkties. Men heeft leergeld betaald met het uitzaaien van Portugese en Japanse oesters, die milieuvervuilend hebben gewerkt, terwijl men momenteel ook de handen vol heeft aan de nog onbekend parasiet X, die de franse zaaioesters op de Yersekse Bank te gronde richten en waarover men nog steeds niet gerust is, of ook andere oesterrassen niet zullen worden aangetast.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen