Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

V E R V O L G V E R H A A L

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

V E R V O L G V E R H A A L

HBHS VnN DE BERGHOOGTE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

— 26 — Bedrijvig dribbelde mevrouw De Grave—Seller door het huis. Wel had dagen daarvoor alles pas een grote beurt gehad, maar volgens haar lag er toch overal stof. Ze had wat vroeger dan gewoonlijk ontbeten, om vóór Rudi kwam alles nog even langs te kunnen gaan. Rudi zou opkijken, dat haar kamer er zo gezellig uitzag. Niet weten wat zij zag, dat oom zijn schrijfbureau daar stond. Nu behoefde zij zelf geen schrijftafel te proviseren, iets wat altijd een van haar eerste werkjes was als zij haar koffer had uitgepakt.

En dan die gezellig gebloemde sprei en gordijnen, die gaven de kamer dadelijk een veel vrolijker aanzien. Wat zou ze opzien van die vaste wastafel. Nu alleen nog wat bloemen en de salon voor mevrouw was gereed. Echt gezellig dat ze weer kwam. Rudi was een makkelijke logé die niet de gehele dag beslag op je legde, maar zich uitstekend vermaken kon. Ze begreep Rudolf niet, wat die toch in zijn hoofd haalde! Echt weer iets voor haar zwaartillende broer, 't Mooiste was, dat Rudi van de meeste jongens niets hebben moest. Met die twee van Van Vliet scheen ze nog het meest op te hebben, maar nooit zou ze met één van de twee gaan, wat op haar leeftijd toch heel gewoon zou zijn. Of die twee aan haar dachten? Zij zou niet kunnen zeggen wie ze de voorkeur gaf. Van dokter Brand zijn vrouw had zij gehoord, dai Kees van Santen haar gevraagd had, maar dat ze hem vriendelijk had afgewezen. Nu, Kees kon meisjes genoeg krijgen, hij had dan ook blijkbaar niet lang getreurd, je zag hem nu steeds met die dochter van Bos lopen. En verder zou ze niet weten wie indruk op haar maakte. Als haar man wel eens plaagde met de een of ander kon ze er smakelijk om lachen maar daar bleef het bij.

Ja, met Hans Stettler kon ze aardig praten, jammer, dat die verloofd was. En toch, ze geloofde niet dat Hans, zo hij al vrij was, enige kans had. Als men het haar vroeg, geloofde zij niet, dat Rudi er al over dacht zich aan iemand te binden. Als zij maar mocht lezen, schrijven en in haar eentje dwalen door bos en hei, was het kind all ang gelukkig. Nu mochten sommigen dat min of meer zonderling noemen, maar Rudi was nu eenmaal zo aangelegd. Als zij wat ouder werd, zou dat wel veranderen. Haar broer vergat wel eens, dat hij zelf zo'n dromer geweest was. „Guus!" „Ja!" „Ik ga naar de trein". „Mens je bent veel te vroeg, kom gerust nog maar een minuut of tien binnen. Weer fijn dat ze komt hé?" „Ja, dat kunnen weer een paar gezellige weekjes worden. Nadat onze jongen uit het nest vloog, is het hier stil genoeg".

„Je bent ook maar niet trots op je zoon, vader, die daar in Indië zo'n goede betrekking heeft". „Dat wel, alleen, Indië moest wat dichter bij zijn. Je merkt zo niets van je eigen kleinkinderen". „Geduld maar, als ze over een paar jaar komen, staat je huis op stelten". ,,Dat heb ik er best voor over. Maar nu ga ik naar de trein. Het is niet gezellig als de trein aankomt en ze niemand ziet".

Door het zijraam, dat de gehele laan overzag, keek mevrouw De Grave haar man na. Ernst werd oud, vooral na zijn laatste ziek zijn was hij veel ouder geworden, 't Was maar goed, dat zij dat samen op reis gaan met de familie Van Heeteren tegen gehouden had, 't zou voor hem veel te vermoeiend geweest zijn. Die wilden er altijd maar op uittrekken. Haar man had er anders geweldig veel zin in gehad. En 't was waar, ze hadden twee jaar geleden ook veel genoten samen, maar toch was het beter, dat Ernst dit jaar nog wat rustiger aan deed.

Nu nog gauw wat bloemen voor dat kiad plukken. Waar hield ze ook weer zoveel van? Die dieprode Dahlia's, die zou ze vast wel mooi vinden. Die stonden zo leuk in die groene kan. En dan wat Oost-Indische kers op de schrijftafel. En als ze dan nog wat van die blauwe klokjes voor op de vensterbank plukte. Dan kon 't wel.

Daar hoorde zij de trein al. Anna scheen ook klaar voor de ontvangst, zij rook de vers gezette koffie. Prettig dat die er nooit tegen op zag dat Rudi kwam. Niet gaf om wat meer voetstappen op het witte marmer of een modderstreep van de fiets in de schuur. Zij hield van Rudi en dan redeneerde zij, werken moet een mens toch, daar zag ze ook niet tegen op.

Mevrouw De Grave was maar blij, dat Anna's verloving uit was. Misschien wel egoïstisch, maar zo'n meid kreeg ze nooit terug. Gelukkig had Anna er niets van geweten, 't Was ook van het begin af wel te zien geweest, dat dit nooit een gelukkig huwelijk zou worden. Hé ja, die bloemen maakten de kamer nog eens feestelijk. Nu vlug naar beneden, ze konden er dadelijk zijn. Een ogenblik later doen voetstappen op het grint mevrouw De Grave opzien. Een jong vrolijk mensenkind probeert door de dUtke spiegelruiten naar binnen te zien. Dan een armzwaai als bewijs dat ze haar zag. „Tante Guus, daar ben ik weer! Hoe maakt u het? De hartelijke groeten van vader en moeder".

„Dag Rudi, 'n goede reis gehad?" „Fijn alleen gezeten. Ik had wel een boek bij mij, voor 't geval dat er praatgrage mensen in de coupé zaten, maar ik heb 't haast niet open gehad". „Ga zitten, dan krijg je een heerlijk kopje koffie, Anna heeft er haar best op gedaan". „Wacht, even mijn hoofd om de hoek van de keukendeur steken". „Dag Anna, ik kom de boel hier weer eens opscheppen".

„Dag juffrouw", kleurt Anna, gedeeltelijk van verlegenheid, gedeeltelijk van genoegen, dat zij bij de eerste begroeting niet vergeten werd. „'t Is me ieder jaar weer een verrassing je hier nog te vinden. Wanneer stap je nu toch eindelijk in de huwelijksboot?"

„Die heb ik overgedaan", bloost Anna nog sterker. Rudi, niet geheel begrijpend wat ze bedoelt, is al weer in de gang. „Ga nu eerst maar eens zitten. Ik kan merken, dat je een jaar vast gezeten hebt, je bent weer net een wild veulen, dat links en rechts springt".

„Ja oom Ernst, u weet niet wat u zich weer op de hals gehaald heeft, door me voor de vacantie te inviteren". „'t Zal best meevallen".

„Ik heb ook nog wat te vragen, oom." „En dat is?" „Neen, niet zo maar even onder een kopje koffie". „Je maakt me nieuwsgierig". „U is van mij toch wel gewend, dat ik altijd wat te vragen heb?" „Dat is waar!" „Maken vader en moeder het goed Rudi?" ^ '

„Vader is wat moe, zal blij zijn als hij met vacantie kan. U weet, dat ze rustig naar Bergen aan Zee gaan". „Dat schreef vader, ja, die zal zijn rust wel nodig hebben om bij te komen. Je vader werkt veel te hard". „Dat is grappig, vader vindt, dat u te hard werkt". „Dat doet oom ook, kind, daar is toch geen praten tegen, dat is de ene avond die vergadering, waar oom voorzitter van is, een volgende avond weer wat anders en dan de kerkeraad niet te vergeten, de weken vliegen om". „Ja, ja, maar alles heeft zijn grenzen vader, je moet ook aan mij denken". „Werken is goed voor een mens". „Maar dat doe ik wel!" „Zo nu en dan zeker. Zeg Rudi". „Ja tante".

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 februari 1981

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

V E R V O L G V E R H A A L

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 februari 1981

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's