Met Raad En Daad
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken, üw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie EUanden-nieuws, postbus 8, Mlddelhamis, met in de linkerbovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
WIE KENT DIT LIED ?
Bij mijn ouders werd 's zondagsavonds vaak een geestelijk lied gezongen bij het orgel. Ik herinner mij daar slechts twee versregels van: „Mannen, roept hij, daar is gevaar! / Ware held, God roept mij daar"... Kunt u mij helpen aan de rest ? Antwoord: Ondanks lang speuren
Antwoord: Ondanks lang speuren hebben wij het lied niet gevonden en het is -vrijwel ondoenlijk het thuis te brengen, zolang u niet de beginregel, of de titel en/of maker weet. De geraadpleegde deskundigen betwijfelen zelfs, of het een lied was. Is het geen voordracht geweest? Graag doen wij in dit geval een beroep op de lezers en lezeressen. Wie weet is er iemand, die zich een dergelijke tekst herinnert en het volledige lied met titel en naam van de dichter of herkomst kan toesturen.
ZILVEREN DUBBELTJES
Ik las in uw vxagenrubriek, dat een zilveren dubbeltje uit 1944 een waarde heeft van -t ƒ 2.000,— Nu bezit ik enkele dubbeltjes met de jaartallen 1936, 1941, 1945, 1948 en 1950. Zijn die soms ook in waarde gestegen ?
Antwoord: Neen, dat hebt u verkeerd begrepen. Dat zilveren dubbeltje van 1944 is een zeer bijzonder exemplaar, want juist dat is in opdracht van de, in 1940 naar Londen uitgeweken, Nederlandse regering in Amerika geslagen in de tijd toen wij in ons land zaten opgescheept met die zinken muntjes, die de Duitse bezetters voor ons lieten maken te Utrecht, omdat zij voor ons muntzilver een ,.betere bestemming" wisten... Pas na de oorlog kwamen er van die in de V.S. geslagen dubbeltjes naar ons land. Ze waren aangemaakt in verschillende munststeden. De waarde hangt af van de muntletter op zo'n zilveren dubbeltje. Sommige zijn in grote getale ver
Sommige zijn in grote getale verspreid en daarom minder waardevol dan andere. Die met de munteltter D van Denver en het jaartal 1944 hebben de hoogste waarde, omdat er maar enkele van in Nederland terechtkwamen. De rest van de oplage is op last van de regering weer omgesmolten om er een deel van onze oorlogsschulden mee te betalen. Uw dubbeltjes van 1936 en 1941 zijn normale vooroorloogse tien-centstukken, die in de laatste muntencatalogi staan genoteerd voor een waarde tussen ƒ 5,— en ƒ 25,— naar gelang de slijtage. De hoogste waarde kunt u pas vragen indien het een slempelnieuw en in watten of muntétui bewaard gebleven muntje betreft. Maar de meeste verzamelaars bezitten die dubbeltjes al, dus het zal u niet eens meevallen om daar liefhebbers voor te vinden die er die prijs voor willen neertellen. Het zilveren dubbeltje van 1945 kan een Amerikaans exemplaar zijn als u het jaartal tenminste goed gelezen hebt en er de muntletter P (inplaats van een mercuriusstaf van Utrecht) op staat. Die P duidt op de muntstad Philadelphia in de V.S. Is het stempehiieuw bewaard gebleven (dus helemaal zonder karsje of slijtplekje) dan ligt de waarde rond de ƒ 2.250,— en is het in roulatie geweest en daardoor iets beschadigd en/of gesleten (hetgeen u natuurlijk met de loupe kunt zien) dan naar verhouding minder. Is de slijtage met het blote oog zichtbaar, dan mag u er hooguit ƒ 500 a ƒ 750 voor -vragen en is het sterk gesleten dan nog minder.
Een dubbeltje van 1948 is het laatste zilveren tien-centstuk en ook het laatste met beeldenaar van koningin Wilhelmina. Die met Juliana erop zijn van nikkel gemaakt.
Stempelnieuw is dat van 1948 circa ƒ 12,50 waard en de gebruikte naar verhouding van de slijtage veel minder, want muntenverzamelaars zoeken natuurlijk nieuwe exemplaren en geen gesleten. Dubbeltjes uit 1950 zijn niet meer van zilver, doch uit nikkel geslagen.
De waard ligt dus beduidend lager. Ze staan voor ƒ 0,75 tot ƒ 5,— geprijsd in de muntencatalogi, maar er is (nog) niet veel vraag naar. Het is dus moeilijk ze voor een goede prijs kwijt te raken.
MERKWAARDIGE EIEREN
Op 8 januari vond mijn vader in ons kippenhok een ei ter grootte van een ganzeëi. Toen wij dit ei pelden bleek er, behalve een dooier en eiwit, nog een tweede ei in te zitten van normale samenstelling en afmetingen. Hoe kan dat ?
Antwoord: In de eileider van een leggende kip bevinden zich vele tientallen dooiers in allerlei stadia van ontwikkeling, van gewoon (legrijp) tot speldeknopgrootte toe. Elke een of twee dagen laat een dooier los en wordt iets verder in het orgaan bekleed met eiwit, eivlies en schaal. Daarna wordt het gelegd. Raken twee dooiers tegelijk los, dan ontstaat een ei met dubbele dooier. Zeer zelden legt een kip twee eieren op één dag ! Maar schuift het kant en klare ei iets terug in de eileider (wat bijna onmogelijk is) dan komt de fabriek weer in werking en wordt dat ei bekleed met eiwit, vlies en schaal. Het wordt dan heel groot. Zo'n dubbel ei komt maar zeer zelden
Zo'n dubbel ei komt maar zeer zelden voor: bij de gebruikelijke hybridenteelt één op de 100.000 eieren. Bij sommige sportrassen iets vaker. Maar wat in uw geval nog veel wonderlijker is, is de extra gevormde dooier. Voorzover wij hebben kunnen nagaan is dat nog niet eerder voorgekomen, althans gerapporteerd.
Zoals u begrijpt stelt de pluimveehouder geen prijs op al deze enormiteiten, want de kip heeft het er zeer moeilijk mee en soms kan ze haar ei niet eens kwijt en sterft dan aan een uitgestulpte, uitgescheurde en ontstoken anus. Als u het ziet moet u het ei dan ook doorprikken, leeg laten lopen in een schaaltje en het vervolgens voorzichtig stuk knijpen. Sommige kippen leggen herhaaldelijk dubbeldooiers. Ze zijn kennelijk al te vruchtbaar.
BOTLEKBRUG
Kunt u mij zeggen wanneer de Botlekbrug verhoogd is, hoe dat gedaan werd en hoeveel cm de brug omhoog ging ?
Antwoord: Ofschoon er een spoorlijntje over ligt, is de brug eigendom van de gemeente Rotterdam. Deze verstrekte ons de volgende gegevens. De brug werd in 1972 een meter verhoogd en wel d.m.v. opvijzelen.
OUDTANTES
Onlangs overleed prinses Alice van Engeland. De kranten noemden haar een oudtante van prinses Juliana. Maar dat kan toch niet ? Het is toch een nicht van haar moeder ? Antwoord: U hebt volkomen gelijk.
Antwoord: U hebt volkomen gelijk. Een oudtante is een zuster van onze grootouders. Nu was Alice een achternicht van Prinses Juliana en dat kun je niet met een fameliebenaming aanduiden; achter-achter-nicht bestaat immers niet. In hun ijver om het Engelse koningshuis aan het onze te verbinden koos men toen de onjuiste naam oudtante. U begrijpt dat dit niet kan. Juliana's grootouders (Willem en Emma) zijn al zó lang geleden overleden, dat het wel opmerkelijk zou zijn indien er nog zusters van hen in leven waren ! NYLON VITRAGE
Mijn vitrage van nylon is nu erg ver- -vuild en gekreukeld. Wat is de beste manier om die schoon te krijgen ?
Antwoord: Nylon gordijntjes kunt u uitspoelen in een aluw sop van een synthetisch wasmiddel en daarna hangend drogen. U mag ze beslist niet wringen of strijken. Als ze erg vuil zijn, is het beter ze eerst een nachtje netjes opgevouwen in zo'n sop te laten staan. Daarna goed uitspoelen in nieuw sop en dan aan een lijn of roe uithangen in de douchecel of boven de badkuip.
MUNT UIT 1750 Met de stille hoop dat een lelijke, af
Met de stille hoop dat een lelijke, afgesleten koperen munt uit 1750 misschien wel een fortuin vertegenwoordigt, trek ik de stoute schoenen aan u te vragen of u de waarde van dit muntje kunt bepalen.
Antwoord: Zelfs een bescheiden fortuintje zit er niet in. Tot onze spijt is de waarde, gezien de staat waarin deze munt bewaard bleef, hooguit ƒ 5,— Maar het is wel een aardige antiquiteit, want het is een drie-pfen(n)igstuk (met 1 n) van de stad Rostock. Het volledige opschrift op de voorzijde moet luiden: CIVITATIS ROSTACK (van de stad Rostock). Het dier op het wapenschild stelt een griffioen voor, een heraldisch fabeldier dus.
KNOEST
Hoe kan ik een Itnoest meeverven zodat die onzichtbaar is ? Antwoord: Knoesten in het hout kunt
Antwoord: Knoesten in het hout kunt u tevoren grondig bedekken met schellak. Dan zijn ze na het schilderen niet meer te zien.
RING VAST
Mijn trouwring is te klein geworden. Hoe krijg ik die van mijn ringvinger af zonder een tang te gebruiken ?
Antwoord: Probeert u het eerst eens met groene zeep op die vinger, want dat helpt vaak. Ontstaat er een huidplooi, dan moet u trachten onder de ring door te duwen. Lukt dat niet, houd dan die hand omhoog en in een badje met koud water. Na 5 minuten de hand afdrogen, poederen met talkpoeder en zien of de ring van uw vinger kan worden geschoven. Is de ring in het vlees gedrongen, bind dan zo strak mogelijk verbandgaas om die vinger en houd die hand minstens 5 minuten boven het hoofd. Eventueel deze poging nog eens herhalen en dan moet het wel lukken.
BLAUWE BEGIJN
In Vlaamse boeken kwam ik een blauwe bagijn en o.a. blauwe bliksem tegen. Wat bedoelt de schrijver daarmee ?
Antwoord: Een begijn (in ons land met een e gespeld) was vroeger een lid van bepaalde vrije kloostervergaderingen, die in de 13de eeuw in de zuidelijke Nederlanden ontstonden. Verder is het woord gebruikt voor weduwen en ongehuwde vrouwen die als geestelijke zuster leefden, maar zonder de kloostergelofte af te leggen. In het bargoens werd een publieke vrouw een blauwe begijn genoemd, in tegenstelling tot de kloosterzusters met de witte kappen en/of kleding, die immers als maagden door het leven moesten gaan. Blauw werd in diverse ongunstige be
Blauw werd in diverse ongunstige betekenissen gebruikt. Blauwe bliksem was een slappe meelpap in water i.p.v. wjtte melk gekookt, blauwe boon een stalen kogel, een blauwtje lopen = afgewezen worden, een blauwe meid = een inlandse, een blauwe maandag = bepaalde maandag waarop vroeger niet gewerkt werd en later een zeer kort of weinig geslaagd dienstverband, blauwe boodschappen = uitvluchten, smoesjes, blauwe bloempjes = iemand iets op de mouw spelden, er blauw afkomen = vergeefs moeite doen, blauw zien = dronken zijn, blauwe plaatjes = pornografische foto's, enz.
FRANS RECEPT
Ik haal streekrecepten uit een Frans kookboek, maar dat geeft aan „macérer". Volgens mijn woordenboek betekent dat gewoon weken. Er staat nooit bij waarin. Weet u of er melk, water, wijn of iets anders bedoeld is ?
Antwoord: In de Franse keuken staat de term „macérer" voor het weken van de ingrediënten in (Franse) likeur. En dat maakt nu juist die bijzondere smaak aan zo'n gerecht. Befaamde koks gebruiken daarbij Grand Mamier op likeurbasis, d.i. de fles met het gele lint (niet het rode, want die is op cognacbasis). U kunt er ook een fijn smaakje mee geven. •
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's