Gestrand Iviet De Coivibine .
Een noordeling over Flakkee (III):
„Een combine is een heel hoog en heel gevaarlijk ding."
En hiermee besloot mijn a.s. schoonvader een korte toespraak, in het bijzonder tot mij gericht.
Toen hij deze gedenkwaardige woorden tot mij sprak, was het een vrij warme zomerdag.
Wij stonden bij de grote voorwielen van het grommende monster en hij had mij betrapt bij het instellen van een onderzoek naar de bedieningsorganen van zo'n ding. In de zojuist vermelde toespraak had
In de zojuist vermelde toespraak had hij mij op straffe van intrekking van zijn huwelijkstoestemming verboden naar de combine te kijken, laat stóén te beroeren.
Zoals u zich nog wel zult herinneren ben ik behept met een grote nieuwsgierigheid naar bewegende delen van mechaniekjes.
Ik had mij, zodra wij op Flakkee aankwamen, teneinde het weekeinde bij mijn a.s. schoonouders door te brengen, spoorslags naar de polder begeven om de verrichtingen van zo'n maaidorser gade te slaan.
In een onbewaakt ogenblik, toen de machinist even een slok uit de thermoskan nam, vroeg ik hem of het moeilijk was de combine te besturen.
„Gaet 't mar us p'rebere", zei de man, niet wetend dat ik de gelegenheid direkt zou aangrijpen.
Juist toen ik mij aan het beklimmen van de gele machine wilde zetten, plukte mijn a.s. schoonvader me terug op de grond, en begon zijn toespraak. Nadat hij was uitgeraasd, beende hij weg om de vracht graan naar elders te vervoeren.
De machinist, die de hele gang van zaken geamuseerd had staan aanhoren, kreeg als rechtgeaarde Flakkeeënaar medelijden met mij en toen mijn schoonvader uit het gezicht was verdwenen, wenkte hij mij ter beklimming van de machine. Hij legde mij zo goed en zo kwaad als
Hij legde mij zo goed en zo kwaad als dat ging de werking van geheimzinnige hefbomen en draaiwieltjes uit en zei tenslotte:
„'t Is noe toch gedaen, rie maer es tussen de dampaelen deur, de weg op." Hij liet mij in zijn hokje zitten en ging zelf ergens nabij aan een uitsteeksel hangen.
Met een lichte schok deed ik het gromipende ding in beweging zetten. Aangezien hij recht tegenover de dam was geparkeerd, was het een kleine moeite om precies rechtdoor te rijden.
Maar nét toen de voorwielen op de weg waren, wilde ik, als in een auto, het stuur draaien. En niemand had mij verteld dat zo'n combine met de achterwielen stuurde 1
Met een elegante zwaai ontwortelde ik een dampaal en het achterwiel zakte statig naast de dam in de sloot.
Gillend van schrik (de machinist) en stamelend van ontzetting (ikzelf) keken wij elkaar aan met wijd opengesperde ogen.
De machinist was de eerste die weer bij zijn positieven kwam en klauterde naar beneden om de schade op te nemen. Even later kwam hij weer bij mij en zei, nog natrillend maar toch alweer een beetje glimlachend:
„'t Liekenl aarger dan 't is".
Hij deed mij een kort verslag van de toestand en het bleek dat het rechterachterwiel een halve meter onder N.A. P. stond. Heel terloops voegde hij er ook nog aan toe, wat hij wel van mijn stuurmanskunst vond.
Ik verdedigde mij slechts zwakjes en zag de geplande bruiloft van mijn verloofde en mijzelf alreeds niet doorgaan. Gelukkig wist de machinist raad.
Als mijn schoonvader terugkwam zou hij zeggen de bocht een tikje te ruim Ie hebben ingeschat, ik zou vrijuit gaan en de huwelijksvoltrekking kon doorgang vinden.
Terwijl wij van zijn zware shag rokend in de berm zaten te wachten op de terugkeer van mijn schoonvader, die met behulp van een 80 PK trekker Wdl iets uit zou kunnen richten, kwam een auto over het landweggetje naderbij.
Er stapte een heertje uit en dat heertje wees op de machine.
„Hij staet scheef", gaf hij zijn visie op de situatie.
„Schaif stoat laif", mompelde ik op zijn Gronings.
Het heertje kwam bij ons zitten en kreeg ook een shagje aangeboden. Tussen hem en de machinist ontspon zich een levendig gesprek, waaruit ik opmaakte dat het heertje de baas was van het loonbedrijf voor welke de machinist werkte.
Mijn nieuwe vriend nam alle schuld op zich en er werd verder niet over de zaak gesproken. Toen mijn schoonvader arriveerde
Toen mijn schoonvader arriveerde werden de beide machines aan elkaar verbonden door een trekstang en in een oogwenk was de combine weer op de weg.
Ieder ging zijns weegs en onder het avondeten werd ik door mijn schoonvader nog eens aan de tand gevoeld over het gebeurde.
Omdat ik een hekel heb aan liegen, vertelde ik de ware toedracht, waarop hij zijn armen in de lucht verhief en er verder het zwijgen toe deed.
Later op de avond gingen we nog even langs het huis van de machinist en mijn verloofde en ik werden daar ontvangen met een bulderend gelach. Ook de baas van de machinist was de ware toedracht aan de weet gekomen door een telefoontje van mijn schoonvader.
Aan dit avontuur hebben we fijne vrienden op Flakkee overgehouden, waar we graag en veel op bezoek komen tijdens onze reizen naar Flakkee.
Groeten uit Groningen, Jan de Moraatz
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's