Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duivensport

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duivensport

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ergens tussen Tilburg en Oisterwijk ligt het 5500 zielen tellende dorp Moergestel. U zult het echt niet aantreffen op de huiskamerglobe. Een metige stip op de aardbol, maar toch leverden de duiven van dit kleine dorp de grootste bijdrage om op de wereldduivenolympiade te Tokio, vijftienhonderd km van hier, Nederland wereldkampioen te maken. Eigenaar van een serie van deze wondermooie vogels, Henk Schepers, bezochten we op een zonovergoten en zachte 2e februari. Een schrijnende tegenstelling zo dachten we met de weersomstandigheden van 28 jaar geleden.

Toen overal angst en droefheid om de ongenadig toeslaande elementen. Nu een veelbelovende voorjaarszon die de natuur deed opleven. Rijwielhandelaar Schepers had echter weinig kans ora van die zon te genieten, want in wile stonden de journalisten en duAenmannen om het naadje van de kous te weten en rijwielen verkopen kon hij wel vergeten. Zo was het trouwens al een maand lang, want nadat op de voor- selektie te Apeldoorn was gebleken, dat er vier Tfokio-gangers op zijn hek zaten, was Moergestel aan de vergetel- 1 heid ontrukt.

Van knikkerkuil tot het wereldkampioenschap, zo is ongeveer de race ge- weest van deze sympathieke brabantse duivenliefhebber. Op achtjarige leeftijd was hij al bezeten van een zekere jagers- of stropersdrift en altijd bezig iets te vangen. Zo werd zijn eerste duif je verschalkt met een strop in een knikkerkuil waar voer in was gestrooid en vanaf die dag zijn de duiven zijn huisvrienden gebleven. Ware het niet dat zijn zaak het hem belette, hij zat hele dagen te converseren met zijn vogels op hun roestje. Bij alle roem die nu binnenvalt, blijft Schepers en niet minder zijn echtgenote, deze bescheiden accepteren. Over de rol van zijn ega zegt Schepers: „Wie zijn vrouw in zijn hobby tegen heeft, is nergens." Ondanks die bescheidenheid mogen we wel stellen dat die wonderschone kooi duiven — na het Tokio-succes de mooiste van Nederland te noemen — puur te danken is aan de selektie-methode en het kwekersinzicht van Schepers. Na oorspronkelijk een eigen soort van krijgertjes te hebben opgebouwd, mengde hij ze in de zeventiger jaren met de Smeuldersduiven uit Nuenen. Deze hadden de wondersnelle Janssens al door kruising in schoonheid verbeterd, maar Schepers vervolmaakte, door voortdurende selektie de bodys van deze vogels, wier voornaamste kenmerk was de zachte pluim en de vlammende staalogen. De losliggende ogen wist hij er uit te kweken en de body werd grover en het gebeente forser. Geen showhomers die alleen van onderen vet aanvoelen, maar duiven die spieren en vleugels in verhouding tot hun lichaamsgrootte behielden en die ook in staat bleken op mooie wedvluchten kopprijzen te vliegen. Mooi en goed gingen samen, dat moet voor een olymp'sch kampioen ook wel, want de deelnemende duiven moeten een behoorlijk aantal prijs-kilometers hebben gevlogen.

Van de 35 deelnemende landen, die 20 duiven per land mochten brengen, brachten drie vogels van Schepers het tot een derde, een vijfde en een achtste prijs. Nederland behaalde verder nog een 2e prijs met een duif van liefhebber A. van Rosmalen uit Odiliapeel en toen kon het niet meer mis gaan. Althans zo leek het, maar door een fout in de registratie driegde men nog gedeklasseerd te worden, zodat de spanning tot de laatste dag bleef. Uiteindelijk bleken ook de naaste concurrenten Roemenië en Tsjecho-Slowakije het hoofd te moeten buigen en ging het goud naar de Nederlandse kolonie. Na een vermoeiende negendagen Tokioreis, veel te kort voor zoveel belevenissen, is de keizer van de zuidelijke shows weer bij zijn rijwielen beland. De kooien moeten nu van nog zwaardere sloten worden voorzien, al leek ons dat, met de woest uitzienre duitse herder op het erf, volkomen overbodig. Die herders gaan in hun hokken, als de Japanners en de Egyptenaren, die hun bezoek al hebben aangekondigd, op het erf verschijnen om wat van deze schone duiven te bemachtigen. Voor een verleidelijk bod zullen er wel wat vertrekken om de Tokio-reis te vergoeden, maar Schepers zal er wel voor zorgen, voldoende vliegers over te houden, want dat blijft voor hem het mooiste in de duivensport. Ondanks de selektie op schoonheid moeten de jonge duiven eerst wel Orleans, Chateouroux en Bourges vliegen. Hij werd er in Tilburg nog derde aangewezen en onaangewezen kampioen mee. Met het ras van J. Zoontjes uit Riel werd hij bovendien nog generaalkampioen m zijn vereniging Berg en Dal te Moergestel.

De duiven woraen mediscn üegeieid, dat wil zeggen tegen alle ziekten ingeënt of waar nodig gekuurd. In het drinkwater gaat vitamine B. Om ze voor de tentoonstelling in voortdurende conditie te hebben doet hij in het bad een middel. Dat is zijn grote geheim, misschien zijn het wel gekookte fietsbanden, in elk geval is het ons met gelukt dit geheim bloot te leggen. Voeder wordt gegeven van een goede leverancier. Dat is voldoende om zijn „Tigers", zo noemen ze in Middenbrabant de blauwgehamerde duiven, en zijn „blauwen" te doen schitteren en ons land wereldduivenfaam te bezorgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 februari 1981

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Duivensport

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 februari 1981

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's