Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

V E R V O L G V E R H A A L

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

V E R V O L G V E R H A A L

HANS VIIN DE BERGHOOGTE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam - H. A. van Bottenburg N.V — 37 — Wat je er nu mee aan moet? Je wil vóór alles Gods weg gaan, schrijf je maar... als ik zo tussen de regels doorlees, is het dan niet zo, Gods weg t willen gaan, maar onder alles door eigen wensen voorop te stellen? Toen je d laatste maal thuis was, heb je me he een en ander van Rudi verteld. Ik heb daar weinig op gezegd, dat weet je, kon en wilde me daar niet in mengen.

Ik moest dit eerder afkeuren. Je ben door je woord aan Maria gebonden. Dié alleen heeft rechten, blijft rechten houden, zolang je niet openlijk met haa gebroken hebt. Je schrijft mij er haar in meer dan één brief op gewezen te hebben, dat het eindelijk tussen jullie to klaarheid moet komen, wat jullie toekomstplannen betreft. Dat dat in een cirkel ronddraaien nu eens op moet houden. Dat het open mening zeggen nie steeds opnieuw verschoven moet worden tot kort voor het aangaan van een verbintenis, die straks over beider leven beslist. Dat ben ik volkomen met je eens. Laat het niet gaan zoals het indertijd tussen Max en Olga geweest is, al waren de omstandigheden ook even anders en al is dit uiteindelijk nog goed gekomen. Neen, daar zal ik nooit aan meewerken.

En nu vraag je dan mijn oordeel, mijn raad. Ik heb maar één antwoord. Eerlijk voor God uitmaken of je Uefde, die je eenmaal Maria toedroeg, nog sterk genoeg is, straks een huwelijk met haar aan te gaan. Of... ben je, na wat ruimer blik om je heen geslagen te hebben, tot de ontdekking gekomen, té vroeg je woord gegeven te hebben en heb je nu pas liefde leren kennen? Is dit laatste waar, dan moet je eerlijk met Maria spreken, je woord terug vragen. Dat móet je durven. Wat je over de houding van Rudi

Wat je over de houding van Rudi schrijft, is zeer sympathiek, ik vraag me alleen af, beseft ze de zwaarte van dat offer wei? Je schrijft me er eerst zoveel rustiger tegenover te hebben gestaan, zo vast gelovend, dat God een iegelijke man zijn huisvrouw als met eigen hand toebrengt en dat het net is, alsof daaraan getornd wordt. Dat je nu als 't ware niet eenswillend kunt blijven als dit Maria moest zijn. Spreekt dat geen duidelijke taal genoeg? Is dat niet zoals ik straks al aanhaalde, Gods weg willen gaan, denken te willen gaan

en eigen wensen zien door te drijven? Neen, je moogt geen briefwisseling met Rudi houden. Ook geen vriendschappelijke correspondentie, dat is camouflage, de drijfveer daartoe is groeiende liefde en dat mag niet, zolang je nog aan Maria verbonden bent, haar ring aan je vinger draagt. Daar zou ik maar één woord voor weten, een woord, dat ik mijn eigen jongen niet graag zou toevoegen. In deze weg gingen vader en ik je nooit voor.

En wat Rudi betreft, die moet wat openlijker tegen haar vader en moeder zijn. Waarom kan zij makkelijker met haar oom dan met haar ouders spreken? Als zij verstandige ouders heeft, zullen die zich er niet dadelijk tegen verzetten, de moeilijke situatie proberen te begrijpen, 't een en ander rustig overwegen. Maar ja..., dan zou het niet onmogelijk zijn, dat ze tegen jou zouden zeggen, dat je beter had gedaan je zelf te bedwingen en Rudi pas van liefde gesproken hebben, nadat je je van Maria had losgemaakt.

Je móet je nu zelfs van Maria losmaken. Zo zie ik het ten minste. Of ik met Maria spreken wU? Neen Hans, dat moet je zelf doen. En natuurlijk mondeling en niet zo maar per brief. Dat zal je eerste werk in de komende vacantie moeten zijn. Daarna zal het aan jou zijn, of je dadelijk weer wilt vertrekken of een gedeelte van je vacantie hier doorbrengen.

Met wat ik hier schrijf, is vader het ten volle eens, al heeft hij medelijden met Maria. Hij kan haar standpunt volkomen begrijpen, heeft je wilde vluchten nooit zo toegejuicht, dat weet je. Maar ja, dat moet je zelf weten en daarin zal hij je ook niet meer tegenwerken. Zo mijn jongen, nu weet je hoe we er over denken en hopen we, dat je je plicht zult weten.

Hier is aUes goed. De nieuwe huishoudster bij Max bevalt goed, geeft zich geheel aan het gezin en is lief voor de kinderen en gelukkig niet opdringerig tegen hem, dat zou hij ook nog niet kunnen hebben. De jongens doen hun best zegt vader en ik kan 't zelfde van de meisjes zeggen. Wees nu Gode bevolen van je liefhebbende ouders.

„'t Was stil geworden aan het strand. De dagjesmensen waren geleidelijk naar huis getrokken. Hier en daar liep nog een jong paar, genietend van het nu bijna verlaten strand. Als een vurige bal was de zon aan de Westerkimme in zee gezonken. Nog een ogenblik had zij met haar purperen gloed de hemel rood gekleurd, de eerst wazig witte wolkjes in paarlemoeren kleuren gehuld om ten slotte geen enkel spoor van haar goud achter te laten, 't Was een stralende zonnedag geweest. Onafgebroken had de verblindende Uchtschijf duin en strand beschenen en gouden strepen ge

trokken op de nimmer rustende golven, die zacht kabbelend met kleine witte schuimkopjes af en aan rolden. „Zeg Rudolf".

Nog gedeeltelijk met zijn ogen op de letter van zijn boek, hief dominee Seller 't hoofd op, deed een paar krachtige halen aan zijn onafscheidelijke pijp en keek zijn vrouw aan. „Vind je het erg je boek een poosje neer te leggen?"

„Wel neen! Wat is er?" „Heb je om te beginnen zin in een strandwandelingetje?" „Graag zelfs! 't Was vanmiddag te heet, maar nu is het heerlijk". „Jij moet over die dunne japon wel iets wols aan doen Erna". „Dacht je?"

„Ja vast, 't was wel een hete dag vandaag, maar nu zonder zon zou het je toch te kil zijn". „Zo dan, dit jasje is wel voldoende. Hé, ik verlang naar een brief van Rudi". „Nu al weer!" „Ja! Wat vond jij nu van die laatste brief?"

„Wat zal ik zeggen, echt Rudi van de laatste maanden, kort, gesloten. Ze was moe, min of meer uit haar evenwicht, dat kan in die paar weken niet veranderd zijn".

„Dacht je wel, dat zij het dit jaar met haar vacantie redt?" „Maar natuurhjk! Zo erg was het niet! 't Is alleen de vraag: zit er iets achter".

„Dat is het nu juist waar ik zo bang voor ben en zeg nu eens eerlijk, denk jij ook niet in die richting?" „Nu jij me er als het ware steeds weer op gewezen hebt, vind ik de mogelijkheid niet uitgesloten. We moeten toch rustig afwachten, de tijd zal het ons leren".

„Ernst vond haar dit jaar toch ook wel erg geprikkeld". „Dat schreef hij ten minste".

„Dat schreef hij ten minste". „Anders niets voor hem, dit te schrijven".

„Vergeet niet, dat wij er dit keer heel erg op aandrongen haar eens te observeren".

„Dacht je misschien, dat dit hem anders zou zijn ontgaan? Aan Guus zou zo iets voorbij kunnen gaan, maar aan Ernst niet".

„Toch weet ik zeker, dat hij er ons niet over geschreven zou hebben als we er hem niet uitdrukkelijk om gevraagd hadden. Wel zou hij zelf aan 't peuteren gegaan zijn en misschien iets losgekregen hebben, ze is erg op Ernst". „Toch niet meer dan op ons?"

,Natuurlijk niet, maar dit moet je even anders zien, dat heb ik je al eens meer gezegd. Ik weet zeker, dat wij bij ons meiske nummer één zijn, maar dat neemt niet weg, dat je dan toch wel ziet, dat ze er niet zo m.akkelijk toe kunnen komen met vader en moeder te spreken, ik maak dit in de gemeente meer dan eens mee. wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

V E R V O L G V E R H A A L

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's