Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MET RAAD EN DAAD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MET RAAD EN DAAD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-nieuws, postbus 8, Middelhamis, met In de linkerbovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.

HARDLOPERS ZIJN GEEN DOODLOPERS De lopertest is een conditietest: een sportman moet 2700 m in 12 minuten lopen. Maar dan moet je toch ook de leeftijd in aanmerking nemen?

Antwoord: Daarin hebt u volkomen gelijk. De test waar u op doelt is de z.g. Coopertest uit de USA met fitheidsschaal naar leeftijd. U vindt hem omschreven in de trimbrochure nr. 4 van de Ned. Sport Federatie „Trim u fit" en in het boek van Kemieth Cooper, Aerobia, conditietraining. Als u deze geschriften niet aantreft in een bibliotheek kunt u ze aanvragen bij de biblotheek van de Ned. Sport Federatie, van Karnebeeklaan 8, Den Haag.

WIE KENT DIT BOEKJE ? Graag zou ik een kinderboek lezen, dat „Beatrijs" heet. Ik kreeg het lang geleden op de zondagsschool, Hoe kom ik er aan?

Antwoord: Graag doen wij een beroep op onze lezers (-essen). Mocht iemand dit boekje bezitten, dan horen wij dat graag. Mocht iemand het hebben maar niet willen uitlenen, wil hij ons dan de naam van de schrijver noemen? Daar zit het onderzoek n.1. op vast. De uitgever is Callenbach, Nijkerk. Maar daar zijn alle boeken geordend op schrijversnaam. Zonder die naam kan men daar niets beginnen. Vandaar ons verzoek!

LANTARENPAALPROBLEMEN Ik heb een lantarenpaal van 50 tot 60 jaar geleden maar zonder kap. Hierbij een technische tekening van het geval. In de paal zit een gleuf. Waar diende die voor? Hoe kom ik aan een kap voor de paal?

Antwoord: De paal zoals u die zo uitnemend tekende, komt voor in het u wellicht bekende boek van G. Boekenoogen. De straatverlichting te 's-Gravenhage vanaf hare inwerkingstelling tot op heden, Den Haag z.j. (ca. 1902). Uw paal is dus vvrat ouder dan u denkt, tenzij de aanmaak van dit model nog enkele decennia is doorgegaan, wat best mogelijk is.

Als u een vierkant maakt van 65 cm en u plaatst op 80 cm daarboven een vierkant van 95 cm, dan hebt u de grondvorm voor de kap. Maar daarop moet dan wel een pyramide komen die 25 cm hoog is. Helaas kunnen wij uit het boek van Boekenoogen niet nagaan hoe de constructie precies was. Wij nemen aan, dat de kap uit ijzeren roeden bestond en dat die de twee genoemde vierkanten omsloten. Bovendien waren er dan vier ijzeren roeden om de pyramidevorm te voltooien.

De bodem van deze kamp had echter, behalve de vier roeden aan de zijden, ook roeden die naar het middelpunt liepen en wel eveneens vier stuks. Dat middelpunt werd gevormd door een ijzeren bus. Deze bus zal precies moeten passen op de ring boven aan uw paal. Wat de gleuf betreft die in de voet van uw paal is aangebracht: daar liep de gasleiding doorheen. Misschien zijn onder en boven de gaspijp nog balken aangebracht die moesten zorgen dat de paal stevig m de grond verankerd zat. In elk geval zat daar de aansluiting op de gasleiding, die via een koperen leiding naar boven liep, naar de brander in de kap. U zult vermoedelijk liever elektrische verlichting kiezen. De Ijzergieterij „De Prins van Oran

De Ijzergieterij „De Prins van Oranje" was opgericht in 1820 en kreeg van Koning Willem I toestemming om deze naam te voeren. Hij liet er zijn tuinverlichting (op olielampen!) maken. Honderd jaar later verdwijnt deze metaal nijverheid geruisloos uit Den Haag. Ten slotte uw laatste vraag: de paal moet zover de grond in, dat het plaatje met opschrift net boven de grond komt en de gleuf net bedekt is. Gezien de grote belangstelling voor oude lantarenpalen met hun toebehoren zou er ruimte zijn voor een vereniging van verzamelaars op dit gebied,

OUDE MUNTJES Bij het opruimen vond ik in een oude doos enkele muntjes. Hoewel het geen kostbaarheden zijn, weet ik niet of ik ze moet bewaren of weggooien.

Antwoord: Gooi ze maar niet weg. Een halve cent van 1898 (het kroningsjaar van koningin Wilhelmina) kan een waarde vertegenwoordigen van zo'n ƒ 375,— als het stempelnieuw en ongebruikt bewaard bleef. Nu is het in die oude doos waarschijnlijk niet in de watten verpakt, maar gekrast door andere munten en wie-weetwat voor metalen voorwerpen. Bovendien kan het m omloop geweest zijn. Dat kunt u allemaal onder de loupe bekijken. Zijn er dan veel slijtplekken en krassen op te zien, dan ligt de verzamelwaarde zeer laag, mogelijk ƒ 35,— maar is het muntje gaaf bewaard, dan geeft een verzamelaar die het nog niet heeft ,er gauw ƒ 100,— a ƒ 200,— voor.

Een halve cent van 1936 doet momenteel bij verzamelaars tussen de ƒ 5,— en de ƒ 30,— mits geheel gaaf bewaard en afhankelijk van de kwaliteit (veel of weinig slijtage). Ze zijn niet zo zeldzaam, omdat er zo'n vijf miljoen stuks van aangemaakt werden en ze tijdens de tweede wereldoorlog veel in spaarpotten en geheime bergplaatsen verdwenen, toen de Duitse bezetting zinken munten liet staan om onze bronzen en zilveren munten te kunnen omsmelten voor de oorlogsindustrie.

Het ronde zilveren stuivertje met jaartal 1850 was het eerst uit de regeringsperiode van koning Willem IH en heeft daardoor voor muntenverzamelaars zekere waarde. Jammer genoeg heeft de Rijksmunt er extra veel van geslagen, namelijk 3.037.000, omdat er tijdens de korte regering van Willem II (1840 - 1849) slechts een proefslag van 100 stuivertjes is gemaakt en er geen nieuwe in omloop waren gekomen sinds 1828 onder koning Willem I. De waarde ligt daarom tussen de ƒ 20,— en de ƒ 70,—• afhankelijk van de kwaliteit, alsook de prijs van het zilver op de markt.

De ronde stuivertjes uit die tijd worden ook nog wel eens gezocht door dames die er een hangertje van willen laten maken voor een armband of halsketting. Het nadeel is echter, dat ze dan veel krassen oplopen en voor de bezitster dagelijks aan waarde verliezen.

Over het zilveren dubbeltje van 1941 vermeldt u te weinig bijzonderheden. Betreft het een vooroorlogs model dat aan de Utrechtse Munt werd geslagen, dus met de Utrechtse Mercuriusstaf en met een dn.iiventros als muntmeestersteken, dan ligt de verzamelwaarde vrij laag, omdat er zo'n 43 miljoen van zijn vervaardigd met het oog op de oorlog waarin de edele metalen schaars konden worden. Toen de Duitse bezetters ze gingen innemen en zinken dubbeltjes lieten slaan, verdwenen er veel in spaarpotten en geheime bergplaatsen of werden verzaagd tot kleine draagspeldjes en broches. Muntenverzamelaars zijn er dus ruim van voorzien en u kunt er hooguit ƒ 5,— of ƒ 10,— voor maken als ze in omloop zijn geweest. Slechts voor een stempelnieuw kunt u ƒ 15,— a ƒ 25,—• beuren, maar dan mag er met de loupe geen slijtplekje of krasje op te zien zijn.

Betreft het een zilveren dubbeltje dat, in opdracht van de uitgeweken Nederlandse regering te Londen in 1941, te Philadelphia (V.S.) werd aangemaakt voor gebruik in Oost- en West-Indië en op de Ned, Antillen en later na de bevrijding in Nederland, dan ligt de waarde naar de kwaliteit tussen de ƒ 30,— en de ƒ 100,— Maar dan moet er wel de P van Philadelphia op staan, en een palmboom als Amerikaans muntmeestersteken. Bekijkt u dat dus eerst eens. Twijfelt u, zend ons dan een potloodovertrekje van voorzijde en achterzijde mee als u verdere vragen stelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

MET RAAD EN DAAD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's