Duivensport

Bij het opmaken van onze stamkaarten van het aanwezige duivenbestand brachten we het tot 12 generaties, maar het is een simpel tijdvak in vergelijk met de stambomen van het beroemde hok van Jos Mees te Kapellen, een vijftal kilometers over de grens liggend Belgisch dorpje. Hier vindt men de echte boerenduiven die stambomen hebben van 100 jaar terug. Grootvader en vader Mees speelden er al een leven lang mee, kweekten en selecteerden en op hun hokken werden een eeuw lang nationale en internationale prijzen gewonnen. De huidige eigenaar, Jos Mees, nu dertien jaar zelfstandig spelend, kan reeds bogen op een Ie en 7e nationaal St. Vincent, een Ie, 5e en 13e internationaal Perpignan, een 2e en 6e internationaal Pau, een 2e internationaal Narbonne, een 2e nationale doffer en een 2e nationale duivin Barcelona, een 15e en 16e nationaal Angouleme, een 9e en 13e nationaal La Soutterraine, een 19e en 35e nationaal Cahors en een Ie nationaal Mauntaban. En dat zijn alleen de topklasseringen want de door hem gezette nationaaltjes vliegen doorgaans 100% prijs.

Een man met wereldfaam, getuige hetgeen we over hem onder meer lezen in die Afrikaner Reisiesduif: „Wie is nou hierdie Jos Mees nou

„Wie is nou hierdie Jos Mees nou eintlik, watter kragpansers het hy in sy hokke en hoe speel hy met hulle? Hy is nie alleen de Victor Ludorum nie maar ook eienaar van veelasduiwies. Hy ryg al sen duiwe op die voorpunt in die nasionale wedvlugte. Hy berei sy duiwe voor vir die langeafstandsvlugte met in Mei twee opleervlugte. Hulle word teen sowat 20 februar gepaar en moet elk twee kleintjes grootmaak. Nadat hulle sowat 10 dae op die tweede ronde eiers gesit het, vind hulle by hulle terugkoms van een oefenvlug niks in die nespanne nie. Hulle is nou wewenaars.

Baie liefhebber het reeds duiwe by Jos Mees kom haal en kon gevolg lik of een goei fondament vir hulle stamme lê, of met die nakommelinge van die Meesduiwe goeie resultate op die langafstand wedvlugte behaal." Bij het horen van zoveel internatio

Bij het horen van zoveel internationale prestaties en lovende woorden, reden wij faij deze wondere duivenliefhebber op het erf en werden terstond met de bekende belgische hartelijkheid ontvangen. En we konden met eigen ogen aanschouwen wat nog over is van de beroemde duivenbasisrassen als Wegge, Haventin, v. Tuin, de Smet, maar

Wegge, Haventin, v. Tuin, de Smet, maar vooral van de belangrijkste bloedstroom de echte oude Stichelbauts met hun sterogen, hun geweldige vleugels en hun, dat is gebleken, ijzeren wil om de gummiring op tijd thuis te brengen. Een kweekhok vol nationale en internationale overwinnaars met als de maestro „de IB-jarige Stichelbautdoffer" die nog steeds twee eigen jongskes in de schotel bewaakte en niet te vergeten de Perpignanduivin, die niet zoals enkele lotgenoten sterogen heeft, maar een oog waarin rond de pupil de ringen van Saturnus waarneembaar zijn.

Jos Mees betitelt zijn vogels als natuurduiven. Vogels die weerstand hebben en niet met een pilletje van hier of daar overeind moeten worden gehouden. Voor zieke duiven zweert hij bij een goede remedie en dat is ze karnemelk laten drinken. Na vier dagfen karnemelk hebben de zuren alle schadelijke microben vernietigd en is het duivenlichaam gereinigd. Bij een ernstige kwaal alleen maar karnemelk en grit en ze komen er boven op. Alleen van paratyphus is hij bang en daar wordt tegen geënt. Verder moeten de duiven heel natuurlijk leven en met een flink grondverwerkingsbedrijf tot zijn zorg, wil hij zeker geen slaaf zijn van zijn vogels. Aan duiven die klas hebben, behoeft men niets te doen. De mensen zijn wel veranderd in kwaliteit maar mijn duiven in honderd jaar nog niet, meent Jos. De grote kunst om nationaal vroeg te vliegen is ze inzetten als ze de hoogste vorm bereiken. Meestal maakt hij er zes voor klaar om er dan twee in te manden. Weduwnaars die dwaas gaan doen en overtoeren voor de inkerving blijven thuis. Ze zijn over hel beste heen, de supervorm moet in de mand komen. Dat duiven erg gevoelig zijn bewijst het jaar dat hij een nieuw hog bouwde. Het hout was nog niet uitgewerkt en de duiven wilden niet naar huis komen. Ze verdwenen naar alle windstreken. Eén werd er zelfs opgevangen in Noord-Wales, hij liet haar terugkomen en het jaar daarop won ze de 7e nationaal St. Vincent. Op die nationaals gaan de duiven met veel geld mee, want het zijn dieren die het volste vertrouwen genieten. De fout van velen is dat ze duiven die niet voldaan hebben nog maar eens op afstand proberen. Bij hem is die zifting al geschied als jonge duiuf op Bourges en La Soutterraine met nog eens de mand als selecteur als ze als jaarling de baan op gaan. Eis is dat ze prijs vliegen zowel van korte als lange afstanden. De duif die internationaal roem weet te vergaren verzeilt tijdig naar het kweekhok, inmiddels nu een gouden kooi geworden.

Ernstig bezwaar heeft Mees tegen de nu allerwegen ontstane beroepsverkopers. Zij bezorgen de postduivensport een slechte dienst. Ook bij hem gaan duiven weg naar alle werelddelen maar hij maakt er geen propaganda voor en wat hij aflevert moet 100% zijn. Van weduwnaars in het naseizoen worden de jongen zelfs niet eens meer geringd. De weduwduivinnen hebben eieren gelegd als de kippen, dan kunnen ze zijns inziens geen fitte nakomelingen meer geven. Met een laatste blik op de le gendarische „032", een duivin die nooit miste en een Ie nationaal St. Vincent en een 2e nationaal Barcelona vloog, namen we afscheid van dit sympathieke Belgische gezin en referen aan, wat een Duitse bezoeker optekende in het door Jos Mees aangelegde bezoekersboek „Gute Menschen und Gute Tauben". Het is nog zwak uitgedrukt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen