Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HANS VAN DE BERBHOOGTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HANS VAN DE BERBHOOGTE

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam - H. A. v. Rottenburg N.V.

-45-

„Heb je daar werkelijk tegen gestreden?

„Ja vader! „Ook gebeden?

„Ook gebeden?

„Ja vader, dat moet u geloven. „Toch had je dit, na ons aandringen te

„Toch had je dit, na ons aandringen te zeggenwatje hinderde, niet alleen moeten verwerken. „Over zoiets spreek je toch niet dadelijk

„Over zoiets spreek je toch niet dadelijk met jevader en moeder.'

„Dadelijk is weer wat anders,maar als zoiets echt diep in je leven ingrijpt en je er als jong mensenkind geen raad mee weet, zodat je er geestelijk en lichamelijk onder lijdt, hebben je ouders wel degelijk rechten zich er mee te bemoeien. Ieder jong meisje heeft wel eens zo een geheimpje, dat vanzelf zijn oplossing vindt, of door - verandering van gedachten, op niets uitloopt. Maar dit was daarmee niet te vergelijken. Je hebt dit ook zelf wel degelijk als fout gevoeld, wist heel goed, dat als je er voor uitgekomen was, we je er zéker van terugge houden zouden hebben naar oom Ernst en tante Guus te gaan, hoe graag we hun dan ook 't genoegen doen je een paar weken aan hen af te staan." v„Maar die fout bekende ik toch ook al, vader!" „Aan den eenen kant ja, maar aan den

„Aan den eenen kant ja, maar aan den anderen kant had je er zooveel verontschuldigingen bij, datje fout als het ware geen fout genoemd kon worden". „Ik wist toen nog niet, dat Hans het om mij óók moeilijk had gehad".

"Daar had hij je nooit van mogen spreken. Ik begrijp niet goed hoe mijn anders zo trots dochtertje achting kan hebben voor een jonge man, die haar zijn liefde verklaart terwijl hij nog aan een meisje verbonden is. Of... jouw houding moet niet correct geweest zijn en dat wil er bij mij niet in."

„Als er iets aan die houding gemankeerd heeft vader, dan is dat niet bewust geweest, evengoed als hij onbewust iets in mijn leven gelegd heeft." „Zoiets overkomt een man in de regel

„Zoiets overkomt een man in de regel niet onbewust, kind. Maar hoe dan ook, zie je dan nu zijn fout? Dat jonge mens had zich niet moeten bedwingen toen hij je dit jaar terug zag. En jij natuurlijk ook."

„Maar vader, hij zei toch, zo gebeden te hebben, dat 't van hem mocht worden weggenomen, dat zou Hans niet zeggen als 't niet waar was. En heus, hij is correct gebleven."

„Dat had er ook nog bij moeten komen, dat hij dat niet gebleven was. Voel je nu niet, dat jullie vertrouwelijk samen praten al zonde geweest is? Hadden jullie in dienzelfden geest saméngesproken als dat meisje er bij was geweest?"

„Natuurlijk niet!". „Maar, dat is dan toch fout. Wil je dat nu niet zien?"

„'t Was op datzelfde moment een openbaring zowel voor hem als voor mij. En dan, ik schreef u toch, dat ik uitgegaan was om hem te ontlopen. En üij wist niet eens dat ik er was!"

„Dat heeft Rudi dus niet gewild vader, dat moeten we dan ook geloven".

„Ik heb nog geen ogenblik aan haar woorden getwijfeld moeder, ik zou zelfs niet willen veronderstellen, dat zij mij onwaarheden zou zeggen, ik kom alleen hierop neer, dat die twee jonge mensen wel degelijk een fout gemaakt hebben. Zij, door haar daar dit jaar naar toe te laten gaan en hij, door op ongeoorloofde wijze aan haar te blijven denken, niettegenstaande hij verloofd was."

„Daar heeft hij strijd genoeg over gehad vader."

„Gelukkig maar, kind. Strijd en overwinning behoren anders nog altijd samen".

„Maar als hij nu na onze ontmoeting tot de ontdekking gekomen is, van Marietje als vrien dinnetje gehouden te hebben?" „Kind, dat is zo'n goedkope uitvlucht".

„Dat bestaat toch, vader!"

„Ja moeder, dat bestaat, maar o, daar kunnen we niet voorzichtig genoeg mee zijn. Kijk eens kind, ik heb na ontvangst van jouw brief dadelijk aan mij nheer Wagner geschreven en ik moet eerlijk zeggen, die inlichtingen laten niets te wensen over, in welk opzicht dan ook, alleen ja, dat was mijnheer Wagner met me eens, dat hier wel degelijk even moest worden uitgekeken. Hij was het volkomen met me eens, datje geen meisje, waar je jaren lang met mee gegaan hebt, zo maar opeens aan den dijk zet voor een ander. Wat vandaag haar overkomt, zou jou morgen kunnen overkomen en zie je kind, daarvoor hebben wij ons enig dochtertje nu nog te lief. Je gelooft toch wel, dat mijn houding alleen uit bezorgdheid zo is?" „Ja vader, dat geloof ik wel".

„Ja vader, dat geloof ik wel".

„Je zegt dat nu niet op de prettigste toon kind".

„Ikheb het ook zo moeilijk voor mezelf." „Datneem ik best aan, maar je voelttoch zelf wel, datje op dit dode punt niet kanblijven staan. We moeten verder, 't leven roept straks weer en dan moet dat, wat zoveel beslag op je legde, onherroepelijk voorbij zijn. Je weet nu waar je aan toe bent."

„Dat weet ik juist niet. Dat meisje kan hem zijn woord toch terug geven?"

„Zo, als diejonge man vandaag zijn woord terug krijgt en morgen om jou komt, zou je dan heus maar dadelijk zeggen: hier heb je me? Dat had ik nu toch nooit van je kunnen denken. Ik heb altijd gemeend, dat je nog eergevoel had." „Wat heeft dat nu met eergevoel te

„Wat heeft dat nu met eergevoel te maken, vader. We houden toch van elkaar!"

„Voel je in zo'n handeling geen grote oppervlakkigheid, vandaag die, morgen een ander?" „Als Hans zich nu de eerste keer vergist

„Als Hans zich nu de eerste keer vergistheeft." „En dat merkt hij dan pas na hoeveel

„En dat merkt hij dan pas na hoeveel jaar?" „Toen had hij niij toch niet ontmoet."

„Toen had hij niij toch niet ontmoet." „Ki'-noch!"

„Weet u, vader, wat mij op het ogenblik het meest verdriet doet?" „Nu?"

„Nu?"

„Dat Hans zo slecht beoordeeld wordt, dat verdient hij niet. U moest eens weten, hfoe moeilijk hij het voor zich zelf heeft."' ,3^aardatbegrijpikbest.'tisnumaarde; vraag hoe hij straks zijn moeilijkhedenoplost.Maar hoe dat ook zal zijn, ik hoop dat mijn meisje zo verstandig is, deze zaak als afgedaan te beschouwen."

„Kijk vader, dat kan ik nu nog niet, ook niet ter wille van moeder en u. Wel beloof ik u, me straks voor honderd procent weer aan mijn werk te geven en voor zover me dit mogelijk is, de oude voor u te zijn, maar.. „Nu, ga verder."

„In mijn gebed blijf ik voor, maar ook om hem bidden. Dat móógt u me niet verbieden."

„Dat zal ik ook niet doen, maar één ding hoop ik, dat achter dat vragen om hem, zal kunnen volgen: Uw wil geschiede. En dat moet gemeend zijn kind. En dan nog iets, ik had graag dat je ons op je erewoord beloofde geen correspondentie met hem te voeren. Zou je ons dat willen beloven? Rudi?" „Ja vader, op één voorwaarde, dat ik

„Ja vader, op één voorwaarde, dat ik hem dat mag laten weten. Ik zal zo zakelijk mogelijk schrijven, enfin, u leest de brief voor ik hem verzend."

„Zoveel vertrouwen heb ik nog Wel kind."

„Neen, ik heb liever dat moeder en u debrief lezen en laten we dan de hele geschiedenis verder laten rusten. Ik ben hier heus naar toe gekomen om hier gezellig met u samen te zijn."

„Gewetensgeld, zouden ze op het belastingkantoor zeggen."

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

HANS VAN DE BERBHOOGTE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's