Slechts mondje-vol havenslib in Oostflakkees' gemeenteraad

„Als iedereen dat blijft zeggen dan gaat de Rotterdamse haven dicht, al is dat misschien wat zwart/wit gezegd" opperde dhr Poortviiet. Hij had best wel begrip voor de afwijzingen op dit moment maar in de gehoorde besprekingen miste spr. de erkenning mede verantwoordelijk te zijn voor de oplossing van dit „nationale belang". Graag wilde dhr Poortviiet daarom alle bestuurders mobiliseren in het zoeken naar een oplossing maar hij besefte dat een motie van de gemeente Oostflakkee dat niet zou kunnen bereiken. Het leek hem dan ook maar beter dat elke partij via de eigen politieke kanalen het probleem op nationaal niveau aanslingert Alleen maar het uitspreken van een botweg „nee" leek dhr Poortviiet van een onjuiste opstelling te getuigen.

Vertrouwen

Dhr Moerenhout (CDA) verklaarde zich de heersende ongerustheid best voor te kunnen stellen maar ook meende hij dat er nog alle reden is te vertrouwen op de verantwoordelijke Instanties die stellig niet over één nacht ijs zullen gaan. „De zaak objectief blijven bezien en zeker niet opblazen", was daarom de opvatting van dhr Moerenhout

Met belangstelling bleek ook dhr de Goeij (VYD) kennis genomen te hebben van de besprekingen elders waaruit hem één suggestie duidelijk was bijgebleven' n.1. de verontreinigde slib als retourvracht mee terug te geven naar de kalimijnen in Frankrijk. „Die oplossing is misschien zo simpel dat niemand er nog werkelijk aan denkt. .", overwoog dhr de Goeij. De raad liet het hier maar bij, beseffend dat de steen der wijzen ook in Oostflakkee niet gevonden zal worden ....

Broeikas

't Is heel verdrietig voor dhr I. van Noord te Oude Tonge, maar 't heeft er alle schijn van dat hij zijn broeikasje, enkele jaren geleden zonder vergunning gebouwd achter zijn woning Zuiddijk 57, zal moeten afbreken. De raad stelde zich met 7-6 steimnen achter het voorstel van het College om het beroepschrift van dhr van Noord ongegrond te verklaren.

De 6 tegenstemmers waren begaan met de omstandigheden van dhr van Noord, hij werkt op de sociale werkplaats en heeft een groot gezin te onderhouden waaraan de broeikas mede dienstig is. Echter bouwde hij zonder daarvoor vergunning te vragen, op grond die bestemd is voor agrarische doeleinden, waarop uitsluitend opstallen mogen worden gebouwd die nodig zijn voor de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven.Vorig jaar diende dhr van Noord alsnog een verzoek in, maar B en W hebben daar afwijzend over beslist

„Bijzonder spijtig", vond dhr de Goeij die dat ook in de hoorcommissie Openbare Werken al had betoogd. De commissie adviseerde het College overigens de kas te laten staan. „Er is geen enkel belang bij gebaat die alsnog weg te halen", bezag dhr de Goeij, erop wijzend dat het niet anders dan puur bureaucratische maatregelen zijn waarom een kas in het ene gebied wel -, en in het andere soms volstrekt soortgelijke gebied niet mag. Spr vond het uitermate triest dat iemand als dhr van Noord die kennelijk niet eens geweten heeft dat een bouwvergunning benodigd was, daar het slachtoffer van zal worden, al wilde dhr de Goeij het beladen begrip van rechtsongelijkheid nog niet in de mond nemen.

Razzia

„In de oorlog was ik weUswaar nog niet zo oud, maar toch weet ik nog dat erbij een razzia consequent geen huis werd overgeslagen!" zo begon dhr Breeman (SGP) zijn pleit voor het behoud van de broeikas. Thans moest hij echter constateren dat de man die voor de gemeente de inspectie heeft uitgevoerd minstens 4 a 5 garages voorbij is gelopen die - al of niet met goedvinden van de gemeente - op tuingrond zijn gebouwd. Spr vond het hoogst onverkwikkelijk dat kennelijk alleen de kas het zal moeten ontgelden en dat van iemand die niet wist van een bouwvergunning, die werkt op hetBirmenhof en met dat matige inkomen probeert zijn gezin van het aUemodigste te voorzien. Dhr Breeman plaatste zich dan ook volledig achter de mening van de Commissie om dhr van Noord alsnog een vergunning te geven.

Dhr G. W. J. Poortviiet verklaarde zich daar weer vierkant tegen, waarom hij het ook knap moeilijk had met de door dhr Breeman geopperde mening, „want", zei dhr Poortviiet „het is de SGP die altijd maant de wetten te respecteren terwijl ze nu kennelijk de wettelijke regeling maar opzij zou schuiven?" „Wanneer we steeds van de opgestelde beleidslijnen afwijken dan scheppen we precedenten en zal het moeilijk zijn om nog een goed bestuur te voeren", beoordeelde dhr Poortviiet Hoe spijtig ook voor dhr van Noord, meende hij toch achter de opstelling van het College te moeten gaan staan.

Steun voor de handhaving van het kasje kwam ook van dhr Moereiihout en dhr H. de Wit, beide CDA, maa daar waren de voorstanders mee geteld, zoals bij de gehouden stemming bleek. 3 CDA-, 2 SGPen 2 VVD-leden wilden alsnog vergunning verlenen, de overige 7 raadsleden stemden met hetCoUege in. De vrucht van 's burgemeesters betoog dat het kleinste kind, zo gauw hetenig besef heeft, al wordt verteld dat het later, wamieer het een kippenhok wil bouwen, een bouwvergurming nodig zal hebben. Dat het College in dezen de commissie niet heeft gevolgd leek de voorzitter heel logisch: „de commissie kan nooit adviseren te laten mogen wat niet mag, welke sociale gronden ook in het geding zijn." Bij het maken van een uitzondering zou - zo meende devoorzitter - het hek van de dam zijn en zou ook de gelijke rechtsbedeUng in het geding komen. De voorwaarden en regels die gesteld zijn garanderen die, volgens de voorzitter een reden temeer om geen uitzondering toe te staan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen