Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HANS VAN DE BERGHOOGTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HANS VAN DE BERGHOOGTE

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam - H. A. van Bottenburg N.V.

_49

„Dat is ook wat!" „Nu laat ik het dan tegen u ook maar zeggen waar ik bang voor ben, maar u moet me beloven voorlopig te zwijgen, ook tegen moeder. Nu hij zo opeens het hazenpad gekozen heeft, ben ik heel erg bang, dat.... e.... dat er met Marietje wat is. Dat achter dat heftig ziek zijn wat anders zit. Kijk, nu hij gehoord heeft, dat zij er zo ernstig aan toe is, verdwijnt hij spoorloos, dat is niet pluis, daar steekt wat achter. De lafaard is om te beginnen bang \por mij geworden".

„Je moet me niet kwalijk nemen Max, maar je zegt zoveel door elkaar, dat ik er geen touw aan kan vastknopen. Wat heeft dat ziek zijn van Maria nu te maken met het plotseling heen gaan van Hief?"

„Maar vader toch! En ja, aan de andere kant kan ik me begrijpen, dat het niet bij u opkomt slecht van Marietje te denken, 't

kind, dat jaren lang als eigen kind uw huis in en uit liep". „Maar dat meen je toch niet!"

„Maar dat meen je toch niet!" „Helaas ja vader. Ik heb onlangs haar en hem gewaarschuwd. Als die kerel zijn klauwen toch eens naar haar uitgeslagen heeft". „Maar ze heeft toch typhus!"

„Maar ze heeft toch typhus!" „Ja, ja, daar zal ik achter proberen te komen. Ik ga morgen naar Martigny, dokter Meylan zal me nog wel eens te woord willen staan".

„Dus denk je aan.... e....?" „We zwijgen er over, vader, ook tegen moeder en Martha. Als het waar is wat ik denk, is het al voldoende dat u en ik het weten, -later kunt u het aan moeder vertellen, daar zal het ook veilig zijn". „Wat erg jongen! Wat moet dat straks met Hans?" „Laten we de tijd niet vooruit lopen vader, daar zijn we op het ogenblik niet aan toe".

„Je hebt gelijk. Is vrouw Steimle nog in Martigny?" „Ja, die mag daar nog niet weg". „Dat is ook wat voor dat mens! Haar enig kind!"

„Ja vader, maar voor Marietje zou 't nog erger zijn als zij zo heenging". „Ja jongen, ja....!"

„Ik ga maar weer, vader". „Goed Max. Wanneer ga je naar Martigny?" „Morgen vroeg". „Dan hoor ik het wel?" „Ja vader". 4. * %

„Dokter Meylan". „Stettler! Hoe gaat het, man? Ik hoorde laatst datje weer gelukkig getrouwd bent. Weet je waar ik van ophoorde?" „Ik begrijp u".

„Datje niet getrouwd bent met 't meisje, dat... e.... eerst scheiding gemaakt heeft tussen jou en je vrouw". „'t Was en is nog altijd de aanstaande

„'t Was en is nog altijd de aanstaande vrouw van mijn broer". „Zo, zo, juist, dat was ik blijkbaar ver

„Zo, zo, juist, dat was ik blijkbaar vergeten. Wat kan ik voor je doen, want aan je gezicht zie ik, datje me weer nodig hebt. Is er wat met je vrouw?" „Neen dokter Meylan, thuis is alles best. Ik kom voor heel wat anders. U weet natuurlijk de naam niet van 't meisje, dat zoals u zoeven zei, scheiding gemaakt heeft tussen mij en Olga". „Neen inderdaad, die weet ik niet". „Ze Ugt op het ogenblik in uw ziekenhuis"

„Zo, wie is dat dan?" „Haar moeder is ook hier, mag niet weg omdat haar dochter zo ernstig is". „Wat! Maria Steimle toch niet?" „Ja dokter, dat is ze. Zij zou hier voor typhus liggen, wat er bij mij niet in wil. En nu weet ik wel, dat het geen gewoonte is een diagnose te zeggen als.... hoe zal ik het noemen, die diagnose geen daglicht kan velen, maar aan de andere kant heeft u recht de juiste toedracht te weten, ten minste als mijn vermoeden juist is". „Kijk Stettler, tussen een vermoeden

„Kijk Stettler, tussen een vermoeden ergens van hebben en iets zeker weten is een groot verschil".

„Daar heeft u volkomen gelijk aan dokter. Maar-als mijn vermoeden niet op een haast zeker-weten berustte, zou ik niet durven spreken. Zij kan 't u niet peggen omdat zij buiten bewustzijn is en haar moeder weet van niets". „Laat dan eens horen Stettler, watje te

„Laat dan eens horen Stettler, watje te zeggen hebt". „Er was bij ons op de Pas een slecht individu en nu vrees ik, dat.... e.... die de oorzaak van dit ziek zijn is". „Hm!.... niet direct, wel indirect". „Dat komt voor mij op 't zelfde neer dokter".

„Je balt je vuist gerust, alsof je dien man zo te lijf zoudt willen". „Als ik hem zie, is-ie zijn leven niet zeker".

„Kahn aan Stettler, speel geen eigen rechter en bega in drift geen domheden" „'t Is maar goed, dat die kerel weggegaan is, want ik zou mijn handen niet tiiuis gehouden hebben, dat verzeker ik u." „Vergeet P- man, dat hier de wil van twee mensen ui 't spel geweest is".

„Daar heeft u gelijk aan en toch weet ik, dat die boef haar op 'n ogenblik overvallen is. 't Is jammer van het meisje." „Al is zij dan ook de aanstaande vrouw van je broer, zij neemt geloof ik toch altijd nog een grote plaats in je hart in, Stettler". „Dat doet ze zeker dokter. Daarvoor heb ik eenmaal ook te veel van haar gehouden. Hoewel de macht om scheiding te maken tussen mij en mijn vrouw gelukkig voorbij is. Kan ze weer beter worden dokter?" „Als er zich niets bijzonders voordoet zeker. We gaan nu al aardig vooruit, nu de directe oorzaak is weggenomen." „Bedoelt u... dat ze er gewoon uitkomt straks?"

„Ja, daar kraait geen haan naar, zelfs de moeder behoeft niets te weten, als zij het haar zelf niet vertelt. Wel zal ik als zij beter is onder vier ogen een hartig woordje met haar spreken."

„En ik! Want u begrijpt toch zeker wel, dat ik er straks op zal staan, dat zij Hans zijn woord terug geeft."

„Zou je het zover wel drijven Stettler? Een ieder kan een fout begaan." „Daar heeft u gelijk aan en daar zal ik haar dan ook vrij in laten, alleen eis ik, dat zij open kaart met de jongen speelt, daarvoor is er nu teveel gepasseerd. Maar nu zal ik u niet langer ophouden." „Ik vind het prettig, je weer eens ontmoet te hebben."

„Ja, ik ook dokter, alleen de aanleiding tot dit bezoek was nu niet direct plezierig. Hoelang denkt u dat zij hier moet blijven? „Dat is nooit vooruit te zeggen, hoewel, de eclamptica's gaan meest met vier weken naar huis, thuis nog een poosje dieet houden en het leed is weer geleden." „Dokter Meylan, ik dank u recht hartelijk voor dit onderhoud." -O- )

-O- ) Lieve Hans.

Laat ik mogen begiimen met je hartelijk te danken voor je goede woorden tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis, voor je goede woorden tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis, voor je brieven en heerlijke pakjes. Dat ik geweldig van die Engelse inhoud genoten heb, behoef ikje zeker niet te zeggen. En nu ben ik, na zes weken dar geweest te zijn, weer thuis, heerlijk rustig bij moeder. Daar heb ik pas beseft wat het zeggen wil, een lieve moeder en een eigen huis te bezitten. Ook jouw moeder is bijzonder lief voor mij geweest Eigenlijk heb ik twee tehuizen. En nu ligt het leven weer voor me, andermaal voor me, zou ik haast zeggen, want ik moet opnieuw beginnen. Dat ikje niet eerder terug schreef na die geweldige verwennerij heeft een bijzondere oorzaak. Of ik niet schrijven kon? Niet mocht?

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

HANS VAN DE BERGHOOGTE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's