Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hans Van De Berghoogte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hans Van De Berghoogte

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam - H. A. van Bottenburg N.V. — SI

't Is me alleen te doen van hem te horen waar we straks aan toe zijn en wat voor plannen hij verder met Hans heeft". „Dan blijf je natuurlijk bij ons eten. Er

„Dan blijf je natuurlijk bij ons eten. Er gaat een heel geschikte trein om acht uur zoveel". „Ik zal zien, maar ga dan nu ook dadelijk.

„Ik zal zien, maar ga dan nu ook dadelijk. Tot straks".

„Ja".

Andermaal zat Hans Stettler op zijn kamer in Tottenham Court Road met een brief uit Holland voor zich. Wéér van dominee Seller, de tweede sinds kort. Zo striemend scherp de eerste was, die werkelijk even had pijn gedaan, zo vaderlijk vriendelijk was deze tweede brief, die al dadelijk met een verontschuldiging begon waarna een excuus volgde voor de onjuiste aanklacht. Moest hij het achteraf niet op prijs stellen dat hij alleen zo streng geweest was ter wille van zijn enig kind? Rudi maakte het goed en had zich weer voor honderd procent aan haar werk gegeven. Gelukkig geen wenk dat zij verloofd was of zich verloven ging. Had hij dat dan gedacht?

Eigenlijk niet en toch had die angst hem wel eens overvallen. Zou het zo'n wonder zijn, als zij verondersteld had, dat hij ten slotte toch met Marietje getrouwd was? Maar natuurlijk had zij verwacht dat hij haar dit dan ook zou laten weten. Zou ze weten, dat hij weer vrij was? D aar

Zou ze weten, dat hij weer vrij was? D aar schreef dominee Seller niets van. Hij had toch ook niet gevraagd het haar te vertellen, alleen heel bescheiden verlof gevraagd zo nu en dan iets over zichzelf te mogen schrijven. Als zij hem daar in de pastorie dan wat beter kenden, zouden zij hem na verloop van tijd wel toestaan Rudi eens te schrijven. Gelukkig, Maria's brief was weer in zijn bezit die mocht niet door iedereen gelezen worden, was daar niet door iedereen gelezen en toch was het hem in die dagen dat de brief weg was, alsof Marietje's treurige ogen hem verwijtend aanstaarden. Maar hij had de brief wel even moeten gebraiken om zich tegenover een onjuiste aanklacht te verdedigen. En nu mocht hij dan zo vaak hij wilde en er

En nu mocht hij dan zo vaak hij wilde en er behoefte toe voelde, schrijven. Hij moest maar al zijn belevenissen vertellen, mocht van alles vragen, zou een luisterend oor vinden. Was dit de verhoring op zijn gebed? Zou Rudi dan toch de vrouw zijn, die God hem als zijn eigen hand wilde toebrengen? Waarop zou hij dan nog moeten wachten? Marietje had zich om een vaag begrepen reden zelf teraggetrokken. Zou die dit ook als Gods weg zien? Maar dan in haar geval als straf, waarom zou zij anders schrijven, dit met een bloedend hart te doen. Heeft zij dan nu geen reden blij te zijn? Als zij een fout gemaakt heeft, moet het toch wel met iemand zijn die zij graag mocht Wie zou dat nu toch kunnen zijn? Een vreemde? Natuurlijk Marietje, blijf je altijd mijn klein vriendinnetje, straks óns vriendinnetje, Rudi zou niet anders willen. Die kon toen al zo gevoelvol over „dat bergkind" spreken. Eén ding hoopte hij, dat Marietje zelf ook gauw zou trouwen en.... gelukkig worden. Daar kwam het in een huwelijk toch maar op aan.

„Rudi!"

„Ja vader!" „Weetje watje moest doen?"

„Weetje watje moest doen?" „En dat is?"

„En dat is?" „Vanavond weer eens wat voor ons

„Vanavond weer eens wat voor ons spelen. Moeder en ik hadden het er vanmiddag over, dat we tegenwoordig zo zelden iets van je horen. Of moetje uit?"

„Neen, ik heb niets vanavond". „Maar dan rekenen we er op".

„Maar dan rekenen we er op".

„Maar dan rekenen we er op". „Ik beloof niets".

„Ik beloof niets".

„Ik zie aan je gezicht datje het doet". „Daar kon u zich wel eens in vergissen". „Ik vergis me in jou niet gauw, als ik in je ogen gezien heb".

„U ziet er vast geen lichtjes in, zoals u me als kind altijd wijsmaakte dat u zag". „Dat maakte ik je niet wijs, die zagen we

„Dat maakte ik je niet wijs, die zagen we er wel degehjk in, als je blij en gelukkig was".

„Maar die heeft u nu niet gezien".

„Die lichtjes zien we eigenlijk al heel lang niet meer, meiske". Ze was op de leuning van zijn stoel gaan

Ze was op de leuning van zijn stoel gaan zitten en speelde met een knoop van zijn jas. „Nu, zeg eens wat! Durf eens te zeggen

„Nu, zeg eens wat! Durf eens te zeggen dat 't niet waar is? Waarom houd je mijn hoofd vast? Waarom mag ik dat niet naar je toedraaien?" „Omdat er toch geen lichtjes te zien

„Omdat er toch geen lichtjes te zien zijn". „Die twee grote tranen, die ik zeker weet

„Die twee grote tranen, die ik zeker weet dat er nu in schitteren, mag ik zeker niet zien. Meisje, meisje. Ja, laat ze maar in mijn haar lopen, daar verdwijnen ze spoorloos. Is 't nog steeds niet gelukt de jonge Zwitser te vergeten?" „Va...der!! Vraagt u dat in opdracht van

„Va...der!! Vraagt u dat in opdracht van Bart, die vindt dat hij iedere week een avond moet komen?"

„Neen Rudi, dat zeker niet. Moeder en ik hadden niet graag gewild, datje wat voor hem was gaan voelen, maar omdat we daar ook wel zeker van waren, lieten we de jongen maar komen, hij schijnt het bij die mensen niet zo getroffen te hebben".

„Gelooft u toch niet alles, 't is natuurlijk om mij". „Breng 'm dan maar gauw aan zijn

„Breng 'm dan maar gauw aan zijn verstand, dat hij geen kans heeft".

„Verveelt hij u soms ook zo?"

„Och, ik maak hem niet zoveel mee, maar moeder vindt hem soms knap vervelend".

Beiden zwijgen. Dominee Seller is blijkbaar één en al aandacht voor zijn sigaar; Rudi voor vaders jasknoop.

„Vader!"

„Ja Rudi".

„Waarom vroeg u zoeven of ik Hans nog niet vergeten heb? Dat weet u toch wel! Dat vroeg u toch niet zomaar! Niets voor u". „Hoe lang is Hans nu weg?"

„Hoe lang is Hans nu weg?"

„Hans? Zegt u Hans? U heeft altijd „die jongen" of „die Zwitser" gezegd. Is er wat met Hans? Heeft u iets van hem gehoord?" „Kindje trekt mijn knoop haast van mijn

„Kindje trekt mijn knoop haast van mijn jas, ja, ik heb kort geleden iets van H^ns gehoord". „Door oom Emst?"

„Door oom Emst?" „Neen, niet door oom Emst; van hem

„Neen, niet door oom Emst; van hemzelf'.

„Heeft Hans ü geschreven? Hans is toch.... e.... Is hij met Marietje getrouwd?"

„Neen Rudi, Marietje heeft hem zijn woord terag gegeven".

„O wat erg voor haar. Zou zij dat gedwongen of vrijwillig gedaan hebben?"

„Vrijwillig, hoewel daar schijnbaar een reden voor was".

„Maar hoe weet u dit allemaal?'

„Ik zei je toch, dat Hans mij geschreven heeft".

„Lang geleden?"

„Zijn eerste brief, ja, dat is al wel drie maanden geleden".

„Eer....ste brief? Heeft hij u dan daama wéér geschreven?" „Ja meer dan eens".

„Ja meer dan eens". „Maar.... e.... waarom schrijfthij mij dan

„Maar.... e.... waarom schrijfthij mij dan niet?" „Luister eens Rudi. Ik heb Hans in het

„Luister eens Rudi. Ik heb Hans in het begin te kort gedaan, heb nu alle respect voor hem, had die niet gehad, als hij na het ^schrijven van de meisje dadelijk om jou gekomen was. In zijn eerste brief heeft hij alleen heel bescheiden geïnformeerd of je het goed maakte, daama je naam niet meer genoemd, zelfs geen groeten gedaan, omdat het zijn wens was, dat jij voorlopig niets van onze correspondentie zoudt weten.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Hans Van De Berghoogte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's