Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wiebelte Reimers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wiebelte Reimers

Uit het Zweeds vertaald door C. Ploos van Amstel-de Jong J. N. Voorhoeve - Den Haag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Heb ik er aanleiding toe gegeven, datje iets anders zou moeten geloven, Ivar?" Er klonk bijna verwijt in haar stem. „Nee, dat heb je niet!" Hij drukte haar nog vaster tegen zich aan.

,,Ik moetje zeggen, Ivar, datje een beetje jaloers bent op mijn werk; maar je zult anders worden als je mijn roeping, die ook misschien de jouwe wordt beter leert begrijfwn, nietwaar?"

,,Je bedoelt, dat ik ook boeken zal gaan uitgeven? Dat zou dan over de zeilsport worden; maar laten we liever over wat prettigers praten vanavond!"

„Zoals je wik, lieveling!" ,,Waar denk je aan?" Hij keek haar onderzoekend aan.

„Ik denk er aan, dat wij over veertien dagen man en vrouw zullen zijn. Over veertien dagen zal het onze grote dag zijn!"

„Liefste!" Hij kuste haar innig.

De tranen kwamen in haar ogen, omdat er in deze kussen een tederheid lag, die er nooit tevoren in had gelegen.

Er werd in de straat een paar maal gefloten. Ivar Hammer lichtte zijn hoofd op en glimlachte. „Dat is Tom, die arme stakker! Hij krijgt genoeg van het wachten" Hij floot terug.

„Gaat Tom ook vanavond mee?" „Ja, in plaats van jou!" „Dat is prettig, dan behoef ik mij over jou geen zorgen te maken".

„Kom nou, ben je bang? Wat is er met jou? Ik heb wel met ergere stormen geworsteld dan met dat beetje wind, dat we vanavond hebben!"

„Daar heb je gelijk in.... maar...." Ze zei niets meer, sloeg slechts haar armen om zijn hals en fluisterde: „Ik houd zo ontzettend veel van je!"

Hij klemde haar vaster in zijn armen. „Mijn liefste, klein meisje!" Nog een kus, en dan rukte hij zich los.

„Ga mee tot het hek en groet Tom even!" Hij trok haar mee. Een kleine, breedgeschouderde en roodharige man in zeilcostuum liep ongeduldig op en neer langs het hek van de tuin. Dat was Tomas Bekk, Ivar Hammers beste vriend.

„Hallo Tom!" Wiebeke hing over het hek. „Het is mijn schuld, datje zo lang moet wachten!"

„Daar twijfel ik geen ogenblik aan!" Hij lichtte zijn pet op en lachte, zodat zijn glanzend-witte tanden in zijn roodgebrand gezicht met de vele sproeten scherp uitkwamen.

„Maar nu gaan we er van door!" Ivar Hammer gaf Wiebeke even de hand, daarna sprong hij gracieus over het lage hek de straat op.

„Goeie reis alle twee en veel geluk! Wordt het laat?"

„Ja, het is vannacht volle maan. Wij komen met maanlicht binnenzeilen, en als we de boot afgetuigd hebben, dan zingen we een serenade onder jouw venster!" Ivar Hammer lachte kwajongensachtig.

„Dat moest je eens proberen!" waarschuwde ze plagend.

Daarna gingen ze. Aan het eind van de straat draaiden ze zich om en zwaaiden met hun petten. Ivar Hammer het langst Wiebeke ging niet rechtstreeks door naar boven, maar bleef op de onderste tree van de warande zitten. Ze wist dat ze weer aan het werk moest gaan, maar bleef toch zitten en streek in gedachten verzonken over het bruine haar van haar Ierse setter.

„Zo zou ik je altijd willen hebben, altijd Ivar", dacht ze.

„Niet zo sterk en stormachtig als je gewoonlijk bent, maar zoals vanavond, ernstig en toch teer".

Een ogenblik later was ze geheel in haar werk achter haar schrijftafel op haar ka mer. Ze merkte nauwelijks, dat het meisje binnenkwam met haar avondeten, en eerst toen ze zatte eten, ontdekte ze dat de wind tot een stevige bries was aangegroeid.

Maar haar gedachten waren nog steeds bij haar werk. Ze zat al weer over de bladzijden gebogen, toen het meisje het blad kwam weghalen. Het was al over twaalven toen zij de laatste bladen in de enveloppe stopte en die verzegelde. De maan scheen helder en de wind was weer geluwd. Het was doodstil, toen ze op het balkon kwam, nadat ze beneden was geweest en in het portaal haar envelop in de postzak had gedaan, die klaar lag voor de volgende morgen.

Het dorp lag sprookjesachtig met zijn silhouetachtige daken, die boven de flord uitstaken. De Qord zelf lag stil en verlaten zover ze zien kon. De peppels in de tuin wierpen lange schaduwen over het grasveld.

Ze leunde over de rand van het balcon en dronk de frisse, koele nachtlust met diepe teugen in.

Zouden ze de boot al hebben opgeborgen? Ze moesten wel een ongelooflijk mooie tocht gehad hebben.

Daar hoorde ze iets op de weg achter de tuinmuur. Het was het geluid van diepe mannenstemmen. Ze luisterde intensief, nieuwgierigof zij het waren. In ieder geval kwam er niets van de serenade. De voet stappen stierven weg.

Het zou anders precies wat zijn voor Ivar om zoiets uit te halen, als hij in zo'n bui was. Maar Tomas Bekk kreeg hij nooit mee. Dat was de bescheidenste jongen, die ze kende. Overigens was hij reuzegoedhartig, wat eenzelvig, maartrouw aan de weinige vrienden, die hij had. Ivar en hij waren van kindafaan vrienden geweest. Hij zou het geluk in het nieuwe huis, dat Ivar en zij gingen bouwen, mogen delen, natuurlijk'

Ze bleef nog een ogenblik staan om de geur van de rozen beneden uit de tuin in te ademen, daarna ging ze naar binnen: „Wel te rusten, lieveling", fluisterde ze. „God beware je, waar je nu ook bent!"

De volgende dag wist het hele dorp het al bij het ontbijt Luitenant Hammer en Thomas Bekk waren op hun zeiltocht verongelukt bij het Meeuweneiland tijdens de plotselinge stormvlagen, die de avond tevoren enkele ogenblikken ook in de straten van het dorp gemerkt waren.

Bij de consul was het ontbijt een uur later dan anders. Een paar vrienden waren tot laat in de avond gebleven, en Wiebeke had tot over middernacht gewerkt

De telefoon ging, juist toen de consul de trap afkwam.

Hij nam direct de haak af „Met Reimers".

„Met Reimers. Goeie morgen, vader!" „Goeie morgen. En?" „Ja, hm....!" Reimert schraapte zijnkeel.

„Heeft u het ochtendblad al gelezen?" Zijn stem klonk onnatuurlijk. Hij probeerde kennelijk te verbergen, dat hij vrij opgewonden was.

„Nee, ik kom zojuist van mijn slaapkamer. Is er iets bijzonders?" „Jazeker. U moet het kalm opnemen, vader, maar....!"

„Wat moet ik kalm opnemen? Kom er alsjeblieft mee voor de dag, jongen!" „U heeft het dus nog niet gehoord?" „Ik heb nog in het geheel niets gehoord vandaag!" „Thomas Bekk en Ivar Hammer zijn

„Thomas Bekk en Ivar Hammer zijn gisteravond met hun zeilboot omgeslagen. Ze zijn'allebei verongelukt'"

„O God! O God!" steunde de consul na een stilte, die geen van hen had durven verbreken.

„Ja, het is ontzettend!" Reimert juniors stem beefde. „Laat Wiebeke in geen geval de krant te pakken krijgen", zei hij gejaagd. ,,Probeer het zo rustig mogelijk op te nemen, vader. Ik kom direct bij u". De haak werd opgehangen.

„Thomas Bekk en Ivar Hammer zijn gisteravond met het zeilen omgeslagen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Wiebelte Reimers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1981

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's