Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wiebeke Reimers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wiebeke Reimers

VERVOLGVERHAAL

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Ze zijn allebei omgekomen", herhaalde de consul mechanisch, terwijl hij het koude zweet van zijn voorhoofd veegde. „God in de Ijernel, hoe kon Gij zoiets toelaten? En dan Wiebeke, m'n liefste, liefste Wiebeke, arm, arm kind!" De gong voor het ontbijt klonk door het huis. Juist kwam zijn vrouw de trap aflopen,

Juist kwam zijn vrouw de trap aflopen, gekleed in een zwarte japon van eenvoudige stof met een koraalkleurige shawl over haar schouders.

„Heb je de ochtendkrant al gelezen?" De stem van de consul bulderde haar tegemoet. Ze stond getroffen en verbaasd stil. Zo'n toon? Dat had ze nog nooit van haar man gehoord....!

„Maar beste man, ik kom zojuist uit de slaapkamer. Je ging vlak voor mij naar beneden!"

Er klonk zowel verbazing als verontwaardiging in haar stem.

„Ach natuurlijk, natuurlijk! Maar de ochtendkrant moet hier op tafel liggen, waar hij hoort. Waarom is dat vanda<4g niet zo? Ik houd niet van wanorde en slordigheid in mijn huis!"

„Je leest de krant nooit eerder dan na het ontbijt, en dan wordt hij je gebracht. Hier in huis is geen wanorde en slordigheid. Dat weetje zelf heel goed!" Ze ging hem voor naar de eetkamer, zichtbaar ontstemd.

Hij volgde haar, wanhopig over zichzelf en over de hele situatie. Hoe zou hij dit ontzettende eerst haar en later zijn dochter kunnen vertellen? Geen van hen bei­ den mocht de krant te zien krijgen. Ondertussen zou hij Ds. Madsen opbellen. Het zou voor hem niet zo moeilijk zijn, om deze droevige boodschap over te brengen, al was hij een goede huisvriend. Dat hoorde tot zijn ambtsbezigheden.

opspeelde, maar het komt door dat tele­ ,,Lieve Dorothea, vergeef mij dat ik zo foongesprek. Een erg onprettig telefoongesprek...."" Hij hie'd hulpzoekend op, vol. nam haar hand en streelde die echt liefde­ ..Daar praten we niet meer over, maar de

..Daar praten we niet meer over, maar de mensen /ijn dan loch wel erg ongeduldig! Dat je niet eens rustig kunt ontbijten zonder alle mogelijke irriterende Kleinigheden van anderen! Het is, dunkt mij, tijd genoeg als je dergelijke onprettige dmgen op kantoor te horen krijgt"'. Ze ging in de stoel zitten, die hij voor haar had neergezet, en belde.

Een meisje kwam om de koffie in te schenken. „Emilie, wil je mij onmiddellijk het

„Emilie, wil je mij onmiddellijk het ochtendblad geven".

„Ja, mijnheer".

Mevrouw Dorothea keek hem aandachtig aan. Toen het meisje weg was, zei ze bezorgd: „Je bent toch niet ziek? Je eet niet. De ham en je ei worden koud. Zal ik iets anders voor je laten klaarmaken?"

uitstekend". Hij nam een hap brood en „Nee in geen geval. Ik ben all right, bracht het kopje naar zijn mond om te bleef er tot in het oneindige op kauwen, drinken; maar zijn hand beefde zo, dat hij het weer moest neerzetten.

„Waar is Wiebeke?"

„Ze heeft tot over middernacht gewerkt, het arme kind. Ze ontbijt later!"

„Dat is goed. Laat haar maar zo lang Er werd op de deur geklopt en een mogelijk slapen".

Er werd op de deur geklopt en een junior daar, lang, mager en nog bleker dan ogenblik later stond Reimert Reimers gewoonlijk.

Hij wisselde een lange, vragende blik met zijn vader, die bijna onmerkbaar het hoofd schudde.

„Goeie morgen,Reimert! Kom hier zit­ ten en neem een kop koffie, jongen. Gaat het goed met Ruth en de kinderen?"

verwonderd ze was over het vroege be­ Zijn moeder probeerde te verbergen, hoe zoek, dat ze in verband bracht met het wonderlijk gedrag van haar man.

„Goeie morgen, moeder! Nee, dank u, ik zal niets gebruiken. Het gaat uitstekend thuis. Ik moet u hartelijk groeten".

wende blik van zijn vader maakte, dat hij Hij schraapte zijn keel. Een waarschu­ zich over zijn moeder heenboog om haar op het voorhoofd te kussen.

Lichte stappen weerklonken op de trap „Auf Flügeln des Gesanges....!" van de tweede etage.

„Auf Flügeln des Gesanges....!" De heldere stem maakte, dat de consul

opnieuw geheel overstuur raakte. De heldere stem maakte, dat de consul

„Weet ze het dan nog niet?" fluisterde Reimert junior.

„Weet... wat?" Mevrouw Dorothea staarde verwonderd eerst hem, dan haar echtgenoot aan.

„Goeie morgen! Schande gewoon, dat ik in slaap gisteravond. Nee, ben jij daar, mij zo verslapen heb; maar ik viel zo laat Reimert? Het gaat toch wel goed thuis?"

Wiebeke stond daar, in het wit gekleed en fris, met vrolijke ogen.

De consul stond halverwege van zijn stoel op. Zijn ogen waren strak gericht op „Goeie morgen, lieve kind! Ik hoop, dat wat ze in de hand had: het ochtendblad! je goed geslapen hebt na al je harde werken. Wat zegje van een reisje naar het buitenland als een beloning voor al je ijver? Over een week gaat er een boot naar Messina. Kapitein Rygh, op wie je als klein meisje zo dol was, wil je vast graag als passagier hebben!"" De stem van de consul klonk ongewoon zacht. Tegelijkertijd stak hij zijn hand uit naar het blad dat Wiebeke opgerold in haar hand hield.

„Maar vader, bent u vergeten, dat Ivar en ik over veertien dagen zullen trouwen? Als die boot tot dat tijdstip kan wachten...." Ze hield plotsehngop en keek hem verschrikt aan, hij was asbleek geworden. Ze vloog op hem af In de verwarring liet ze de krant vallen. Die viel op de grond met de voorpagina naar boven. Ze moest het nu wel zien.

Als in een droom las ze de vet gedrukte woorden: Thomas Bekk en luitenant Ivar Hammer zijn gisteravond bij het zeilen omgekomen. Een ooggetuige vertelt.... Ze las het langzaam met een onnatuurlijk luide stem. Plotseling begonnen alle dingen te draaien, grauwe en zwarte nevels golfden om haar heen. Ze greep krampachtig naar iets om zich vast te houden, en voelde plotseling de armen van haar vader die haar opvingen.

~0-

Toen ze weer bijkwam lag ze op de sofa. Haar moeder was bezig haar voorhoofd en wangen met eau de cologne te betten, en haar vader en broer stonden over haar heen gebogen.

Ze ging overeind zitten. „Stuur maar geen boodschap naar de dokter", zei ze rustig. „Ik ben weer in orde. Wil je zo goed zijn mij hardop voor te lezen wat er in het ochtendblad ^taat, Reimert?"

,,Kan je dat nu wel horen?"

„Ja, ik wil alles weten!" Ze ging achterover in de kussens liggen met gesloten ogen. De consul trok een stoel naast haar, en haar moeder ging op de punt van de sofa zitten. Ze zag eruit alsof ze nog steeds niet kon begrijpen, dat het werkelijk waar was, wat er gebeurd was.

Langzaam, met lange tussenpozen, las Reinjert het verslag van de ooggetuige, een visser, die het ongeluk had zien gebeuren en die met zijn zoon urenlang op de plaats waar het ongeluk gebeurd was, had rondgeroeid. Maar er was niets meer boven komen drijven.

Het bleef doodstil in het vertrek na het voorlezen, een stilte die slechts onderbroken werd door het hoorbaar snikken van Mevrouw Reimers.

„Ik wil er naar toe!" zei Wiebeke plotseling. ,,Direct!" Ze stond op. ,,Gaat u mee, vader?"*

,.Natuurlijk lieve kind!"

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Wiebeke Reimers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's