Beantwoording door B & W
Burg. Bos verklaarde in zijn beantwoording met voldoening kermis te hebben genomen van de waardering voor het gemeentepersoneel dat met het perfect samenstellen van de begroting een zeer te waarderen „stiptheidsaktie" voerde. De voorz. verheugde zich er met het College over dat geen diepgaande belasting voorstellen behoeven te worden gedaan maar dat met een trendmatige verhoging kan worden volstaan. Zelfs wordt geen voorstel gedaan de Onroerend Goed belasting te verhogen waarmee Dirksland in de gemeentelijke kring overigens wel een uitzondering gaat worden. De voorz. ontkende daarom de bewering van dhr. van Prooijen dat er weer dieper in het vlees van de burger wordt gesneden. Evenwel kuimen niet de ogen worden gesloten voor de noodzaak incidentele verhogingen toe te passen. O.m. geldt dat voor een verhoging van de reinigingsrechten op straffe van een ernstige verstoring van het begrotingsbeeld. Ook na de verhoging — met 7% — zal er nog 30% van de totale kosten ongedekt blijven. „We willen de burgers behoeden voor nieuwe voorstellen met beduidende financieële consequenties", legde de voorz. de raad voor op de roep van de PvdA om een „vernieuwd" beleid. Spr. verklaarde het College „in" voor elke aanwijsbare energiebezuiniging: zelfs bestaat het voornemen een commissie in te stellen die in die richting initiatieven gaat ontplooien. Het peil van leermiddelen en schoolbehoeften in Dirksland verklaarde de voorz. „zeer redelijk" te zijn. Temeer was hem dat duidelijk geworden toen sollicitanten van elders daarover hun verbazing te kennen gaven. Ook gezien de toestand van de gebouwen kan met andere gemeenten gewedijverd worden. M.b.t de koring op de subsidiëring van 20% op Soc.-Culturele aktiviteiten, verklaarde de voorz. dat dat weliswaar het cijfer is waarmee de Overheid de uitkering aan de gemeente zal korten, wat overigens niet betekent dat de gemeente dat ten volle op de Verenigingen zal moeten verhalen; wel meende de voorz. dat aan een korting van 10 a 12% niet te ontkomen zal zijn; nadere voorstellen m.b.t de subsidiëring zullen wellicht al in de decembervergadering volgen.
Op de bedenkingen van de WD fractie over de kosten van de commissies wees de voorz. aan dat de democratie niet de goedkoopste staatsvorm is. Om die echter ten volle te laten functioneren zijn commissies nodig die uiteraard kosten met zich mee brengen.
M.b.t de politiebezetting verklaarde de voorz. dat na een jarenlange onderbezetting de organieke bezetting thans is bereikt. De eis is gesteld ook de post Herkingen te bezetten maar er blijkt voor de vervulling daarvan bij de sollicitanten geen enkele belangstelling. Overigens lijkt de afwezigheid ervan kennelijk geen ongunstig effect op het gedrag van de jeugd: „er zijn daarover wel eens meer klachten geweest dan tegenwoordig", zo complimenteerde de voorz. Herkingens jeugd. M.b.t het stichten van een sportvoorziening te Herkingen verklaarde de voorz. daarin volstrekt mee te denken; door het College is zelfs al aan een plaats gedacht Verdere concrete voorstellen moesten echter vooralsnog achterwege blijven. Eerst zal duidelijkheid moeten bestaan over de Rijksbijdrage vooraleer een exploitatieopzet gemaakt kan worden.
Ook weth. A. C. van Rossum nam een deel van de beantwoording voor zijn rekening.
M.b.t de gevraagde energiebesparing liet hij weten dat daar zeker aandacht aan wordt besteed. Vervroeging van het doven van de openbare veriichting zou op jaarbasis een besparing van ƒ 1800,— geven waarom daarvan wordt afgezien. Ook het aanbrengen van armaturen is niet interessant omdat de investering hoger zou zijn dan de verbruikte energie. Alle gloeilampen zijn vervangen door energie besparende lampen. Ook in de scholen zijn energie besparende maatregelen genomen in de vorm van het aanbrengen van regelapparatuur en isolatie.
Het plan tot aanleg van een fietspad aan het Korteweegje wordt aanbestedingsgereed gemaakt; de datum van aanbesteding is zelfs al vastgesteld.
De Tuinstraat zal worden verbeterd en het Schoolplein zal met weinig kosten tot parkeerplaats worden ingericht waardoor de straat van het parkeerprobleem verlost wordt.
De verbetering van de weg Dirksland- Herkingen blijft de aandacht houden. Er zou een 100% subsidie worden toegekend maar uit herhaald overleg met het Waterschap blijkt de mogelijkheid tot daadwerkelijke aanpak nog niet aanwezig te zijn.
M.b.t het bedrijventerrein te Melissant ontkende de voorz. dat het succes daarvan afhankelijk zou zijn van de snelheid van handelen van het College: „het gaat daarin om bedragen met vijf nullen en die zullen van een ander adres dan van de raad moeten komen", zo duidde dhr. van Rossum de wenselijkheid tot subsidieverkrijging aan. Wethouder Grootenboer attendeerde er
Wethouder Grootenboer attendeerde er in zijn beantwoording op dat er onder de werklozen keimelijk weinig initiatieven leven om soc. culturele aktiviteiten te ontplooien. Heel geringe aantal reacties op een gehouden enquête heeft dat uit moeten wijzen. Spr. vroeg de raad elk initiatief tot verbetering van de werkgelegenheid te steunen.
M.b.t het uitblijven van het Verzorgingshuis betreurde dhr. Grootenboer het dat er destijds over de statuten „akelige" opmerkingen zijn gemaakt Waren die er niet geweest dan had het er al gestaan en hadden er al vijftig mensen gewerkt", was zijn stellige overtuiging.
De opmerking van de WD fractie over het Binnenhof had dhr. Grootenboer hevig laten schrikken, waarom hij het Ministerie had gebeld waar hem te verstaan was gegeven dat de werkplaats te Middelharnis zeker niet concurrentievervalsend werkt „Het werk wordt elders vandaan gehaald en zeker niet van Flakkee", was hem duidelijk geworden.
„Concurrentievervalsing is niet aanwijsbaar; wel is het zo dat er concurrerend wordt gewerkt zoals elk bedrijf dat nastreeft", verklaarde dhr. Grootenboer.
De raad gaf na de beantwoording nog een dupliek ten beste waarin de antwoorden van het College weer op de korrel werden genomen.
Dhr. van Nieuwenhuijzen verklaarde zich „lichtelijk verbijsterd" over het antwoord van weth. Grootenboer, „de hemel behoede Dirksland ervoor dat er — zoals Grootenboer beweert — in de komende jaren nog veel te gebeuren staat; dan zijn we wel schoon failliet'!" zo riep hij op tot matiging van investeringen. In de beantwoording van dhr. Grootenboer had dhr. van Nieuwenhuijzen een „doodsangst" voor de WD beluisterd. Hij reageerde
voorts gram op dhr. Grootenboers' verwijt dat de politiek aan de statuten van de Stichting Verzorgingshuis had getornd: „dat is alsof een dief boos wordt op de politie als die hem op een diefstal betrapt", vergeleek dhr. van Nieuwenhuijzen: „men wilde er een christelijke stichting van maken wat wij gemeend hebben te moeten voorkomen", zo legaliseerde hij de aktie die daartegen ondernomen was. Ook dhr. Eshuis (PvdA) verklaarde de door dhr. Grootenboer gemaakte opmerking nogal aanmatigend alsof de PvdA de schuldige zou zijn.
„Het omgekeerd evenredige is ook waar als men over de statuten niet zo halstarrig had gedaan", zo kaatste hij de opmerking terug. Over het wegblijven uit commissies zei
Over het wegblijven uit commissies zei dhr. Eshuis: „Politiek hebben wij ons steeds ingezet; we doen een appèl op de raad ons dat blijvend mogelijk te maken".
„Aan een gedifferentieerde belastingheffing lijkt nauwelijks te denken", zo antwoordde de voorz. op de suggestie van dhr. van Prooijen. Deze had een groep aangewezen, de eenmalige uitkeringstrekkers — maar ook dan lijkt het de voorz. ondoenlijk om tot een objectivering te komen, afgezien nog van de enorme administratieve rompslomp die het zou geven.
Weth. Grootenboer ging nog kort in op het verwijt hem gemaakt door dhr. van Nieuwenhuijzen: „Ik heb zeker niet gepleit voor nog een sporthal maar we hebben wel 15 ha grond waarmee we graag wat willen doen, mede ter bevordering van de werkgelegenheid", liet weth. Grootenboer weten.
H oofdstuksgewij z e behandeling
Bij de daarop volgende hoofdstuksgewijze behandeling heeft dhr. L. van Prooijen namens de PvdA fractie enkele voorstellen gedaan, o.a. om de voorgestelde verhoging van reinigingsrechten te beperken tot 4%; om de verhoging van het bedrag per leerling tot 8% te verhogen, voorts om het aantal uren vakonderwijs niet te verlagen, zoals voorgesteld en tenslotte om de subsidiëring van het Soc. cultureel werk niet te verlagen. Spr. wees ook de dekkingsmiddelen a ƒ 60.000,— aan door b.v. een groter deel van de rente van de reserves naar de Alg. middelen over te boeken.
De voorstellen werden bij de resp. hoofdstukken besproken.
Reddingspeloton
Door dhr. Robijn (PvdA) werd kritiek geuit op de post van ƒ 3.386,— voor het Reddingspeloton dat is voortgekomen uit de vroegere B.B.'ers. Het bevreemdde dhr. Robijn dat deze ploeg keimelijk wel wordt vergoed (inclusief de gratis zaal ƒ 4.480,— per jaar) terwijl E.H.B.O. en Rode Kruis hun werk geheel belangeloos doen zonder ook maar één cent subsidie. In zijn beantwoording liet de raadsvoorz. burg. Bos het streven doorschemeren de ploeg (enzekerdeE.H.B. O.-opleiding die ze willen gaan geven) met de bestaande E.H.B.O. ver. te integreren. Het leek de voorz. niet juist aan de vergoeding te sleutelen omdat de ploegleden in hun B.B. periode ook deze vergoeding genoten. „De animo zou tot het nulpunt dalen", zo voorzag de voorz. wanneer de vergoeding zou worden geweigerd. Voor 1984 blijft die dan ook ontstaan; „maar het roept bij de anderen wel frustraties op", liet dhr. Robijn weten. Hij vergeleek daarbij dat het reddingspeloton uit 11 en de E.H.B.O. uit meer dan honderd leden bestaat
De door de PvdA gedane voorstellen haalden het geen van alle. De raad ging ten dele — 6-6 — mee met het voorstel het bedrag per leeriing met 8% te verhogen. Bij het staken van de stemmen werd besloten een nieuw voorstel van 6% te lanceren wat het wel haalde.
B en W hadden 5% voorgesteld. Alleen de heren Kalle en Koningswoud (SGP) gingen met de verhoging tot 6% akkoord. Het PvdA voorstel om het door het College gedane voorstel tot verlaging van het aantal uren vakonderwijs niet te accepteren haalde het evenmin. De raadsmeerderheid ging met het College voorstel mee het aantal uren van 7 naar 4 terug te brengen. Het landelijk gemiddelde ligt op 3 uur.
Het voorstel om de subsidiëring van het Soc. cultureel werk te handhaven bleek voorbarig. Van een zodanig voorstel was geen sprake; pas in de decembervergadering zal een dergelijk voorstel aan de orde komen.
Rond half 4 's middags — de vergadering was half 9 begonnen — kon de begroting worden vastgesteld met de constatering (van dhr. D. A. H. van Dis) dat de begroting best gezond is en dat er, om eventualiteiten op te vangen, nog een totale reserve van 2,6 miUoen bestaat.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1983
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1983
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's