Een uitspraak
Hoofdartikel:
Een uitspraak Verleden week werd in dit blad een uitspraak van de Kroon gepubliceerd. De geschiedenis was alsvolgt Er was eens een Vereniging die christelijk speciaal onderwijs voorstond. In feite was de Vereniging al verder, want zij had de toezegging te mogen starten. Het daartoe vereiste aantal leerlingen werd echter niet gehaald, de definitieve toestemming werd dus niet verstrekt. De Vereniging voor Openbaar Onderwijs had ook graag een school voor speciaal onderwijs in Middelhamis. Zij had geen toezegging, het aantal kinderen werd niet gehaald.
Compromis Na — als we het goed hebben bemiddeling door derden — is er toen een compromis bereikt. De Gemeenteraad ging daarmee — zij het dat de SGP-fractie er de grootste moeite mee had — in principe akkoord.
Er zou een zogenaamde samenwerkingsschool komen. De bestuursvorm moest een bestuurscommissie volgens artikel 62 van de Gemeentewet worden. De voorzitter werd de (Soc.) wethouder van onderwijs. Daarmee was het in feite een Openbare school. Het is de vraag of er voor een samenwerkingsschool geen andere constructie gevonden had kunnen worden, maar dat is een vraag achteraf. De Raad ging 7 januari 1982 definitief akkoord met de voorgestelde opzet. Daarbij werd bedongen — het christelijk onderwijs bracht immers het meeste in — dat het hoofd lid van een der kerken die in de Vereniging deelnamen zou moeten zijn. Nu hadden de niet christelijke partijen de grootste moeite met het voorstel. Uiteindelijk stemden enkele leden uit die fracties tegen.
Samenwerkingsschool Nu kan men zich afvragen wat met deze constructie beoogd werd. Drs. T. M. Gilhuis vat zijn boekje „De gezamenlijke school, voor of tegen?" samen in een aantal stellingen. Een ervan luidt: Op een gezamenlijke school wordt, de inbreng van christenen alleen dan aanvaard als ze geschiedt onder de noemer van de „Algemeenheid" d.w.z. als een déél van het totale mozaïek, dat zo'n school hier in levensbeschouwelijk opzicht vertonen wil. Hij is er ook op tegen omdat.... vrijwel altijd de invloed van de Overheid in zo'n samenwerkingsschool meer is dan die van de partner(s). Wetsartikelen
Wetsartikelen De stelling die aangehaald werd stoelt op artikel 42 van de Lager onderwijswet. Daar staat: „Het schoolonderwijs wordt onder het aanleren van gepaste en nuttige kundigheden dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens der kinderen, aan hun lichamelijke oefening en aan hun opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. De onderwijzer onthoudt zich van iets te leren, te doen ofte laten wat strijdig is met de eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden". Artikel 29 van de wet op het Basisonderwijs zegt het in wat modemer bewoordingen: „Het Openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeUng van de leerlingen met aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden".... en.... „Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing".
Uitspraak Als we deze Wetsartikelen goed lezen zijn de stellingen van de heer Gilhuis goed te begrijpen. Dan is ook te begrijpen dat de Kroon overwoog dat de opgenomen voorwaarde erop gericht is op de bedoelde school te geven onderwijs een bepaald levensbeschouwelijk karakter te geven, hetgeen in strijd wordt geacht met het karakter van het Openbaar onderwijs in het algemeen, zoals vastgelegd in artikel 42 van de LO-wet. Dit dan naast het feit dat volgens artikel 3 van de Grondwet alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn.
Conclusies We kunnen hier een paar gevolgtrekkingen uit maken. Allereerst dat het compromis, de samenwerkingsschool hier als Openbaar onderwijs gezien moet worden. Niet minder belangrijk is dat men het hoofd — de teamleider— kennelijk (nog) van zo'n groot belang acht dat zijn levensbeschouwelijke achtergrond medebepalend, zo niet dominerend kan zijn voor de aard van het onderwijs, althans in de voorgestelde constructie. Verder is het te hopen dat de politieke partijen zich — als dat onverhoopt voor zal komen — zullen herinneren eens een „herenakkoord" gesloten te hebben.
In verband met de bekend geworden Kroon beslissing dachten we terug aan de recente perikelen omtrent de benoeming van een nieuwe schoolleider voor de openbare school te Dirksland. De opposanten verdachten het College ervan een van de sollicitanten naar achteren te hebben geschoven op grond van zijn Jehova getuige zijn, alhoewel het College nadrakkelijk liet weten geen andere dan kwalitatieve normen te hebben laten gelden. De gemeenteraad volgde de aanbeveling en de man werd niet benoemd. Wél benoeming van een Jehova getuige als leider van een Openbare school zou — gelezen de argumentatie van de Kroonbeslissing — zich toch evenmin hebben verdragen met de intentie van genoemd art. 42 dat verbiedt dat het openbaar onderwijs een levensbeschouwelijk karakter zou hebben?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's